ECLI:NL:RBAMS:2007:YB0223 kamer voor gerechtsdeurwaarders Amsterdam 2006.376

ECLI: ECLI:NL:RBAMS:2007:YB0223
Datum uitspraak: 24-04-2007
Datum publicatie: 20-03-2009
Zaaknummer(s): 2006.376
Onderwerp: Ambtshandelingen (art. 2 Gdw)
Beslissingen:
Inhoudsindicatie: Ten onrechte betekend dwangbevel en aankondigen beslag

Kamer voor Gerechtsdeurwaarders te Amsterdam

Beschikking van 24 april 2007 zoals bedoeld in artikel 43 van de Gerechtsdeurwaarderswet inzake de klacht met het nummer van 376.2006 van:

[     ],

wonende te [     ],

klager,

tegen:

[     ],

gerechtsdeurwaarder te [     ],

beklaagde.

Verloop van de procedure

Bij brief met bijlagen van 21 augustus 2006 heeft klager een klacht ingediend tegen (het kantoor van) beklaagde, hierna de gerechtdeurwaarder.

Bij aangehechte brief met bijlagen van 26 september 2006 heeft de gerechtsdeurwaarder een verweerschrift ingediend.

De klacht is behandeld ter openbare terechtzitting van 13 maart 2007.

De gerechtsdeurwaarder is verschenen.

De uitspraak is bepaald op 24 april 2007.

1. De feiten

Uitgegaan wordt van de volgende feiten en omstandigheden.

a)      Op 6 juni 2006 heeft de voorzitter van het Productschap Tuinbouw, gevestigd te [     ] een dwangbevel uitgevaardigd ten laste van [     ], gevestigd te [     ] aan de [      ].

b)      Op 21 juni 2006 is dit dwangbevel betekend aan de vrouw van klager.

c)      Bij brief van 23 juni 2006 heeft klager de gerechtsdeurwaarder erop gewezen dat het aan hem betekende dwangbevel niet voor hem was bestemd aangezien hij geen binding heeft met het hoveniersbedrijf ten laste waarvan het dwangbevel is uitgevaardigd.

d)      Bij brief van 8 augustus 2006 heeft de gerechtsdeurwaarder klager beslag op roerende zaken aangezegd.

e)      Bij brief van 11 augustus 2006 heeft klager de gerechtsdeurwaarder er wederom op gewezen dat het dwangbevel niet voor hem was bestemd.

f)        Na indiening van de onderhavige klacht heeft de gerechtsdeurwaarder klager bij e-mail van 14 september 2006 de gang van zaken uiteengezet.

 

2. De klacht

Klager verwijt de gerechtsdeurwaarder samengevat dat hij een dwangbevel heeft betekend dat niet ten laste van hem was uitgevaardigd en dat hij niet op brieven heeft gereageerd.

3. Het verweer van de gerechtsdeurwaarder

De gerechtsdeurwaarder heeft de klacht erkend en de gang van zaken uiteengezet. Bij de verzending van de dwangbevelen is een fout gemaakt. Aan de originele exploten is het juiste dwangbevel gehecht maar bij de afschriften (bestemd voor betrokkenen) zijn de dwangbevelen verwisseld. De wijze waarop met de brief van klager van 23 juni 2006 op zijn kantoor is omgegaan is onbegrijpelijk en had niet mogen gebeuren. De gerechtsdeurwaarder heeft klager zijn excuses aangeboden. Het feit dat er vervolgens een brief met aankondiging beslaglegging wordt aangezegd maakt de zaak nog erger. De gerechtsdeurwaarder heeft dit intern zwaar opgenomen en de betrokken dossierbehandelaar ter verantwoording geroepen. Deze was nog niet lang in dienst en had dit nooit op eigen houtje op deze wijze mogen afhandelen. Voor zover de klacht inhoudelijk verweer tegen het dwangbevel betreft is het instellen van verzet tegen het dwangbevel de aangewezen weg. De Kamer voor Gerechtsdeurwaarders is niet de juiste instantie een en ander te beoordelen, aldus de gerechtsdeurwaarder.

4. De beoordeling van de klacht

4.1 Alvorens tot beoordeling van de klacht over te gaan, wordt overwogen dat ingevolge het bepaalde in artikel 34, eerste lid van de Gerechtsdeurwaarderswet slechts gerechts-deurwaarders (waarnemend gerechtsdeurwaarders en kandidaat-gerechtsdeurwaarders inbegrepen) aan tuchtrechtspraak zijn onderworpen. Het gerechtsdeurwaarderskantoor [     ] kan daarom niet worden aangemerkt als beklaagde. [     ] heeft zich opgeworpen als beklaagde. Hiermee is in de aanhef van deze beschikking al rekening gehouden.

4.2 Ter beoordeling staat of de handelwijze van de gerechtsdeurwaarder een tuchtrechtelijk verwijtbare gedraging in de zin van artikel 34, eerste lid van de Gerechtsdeurwaarderswet oplevert.

4.3 De Kamer is van oordeel dat de klacht gegrond is. De gerechtsdeurwaarder heeft onzorgvuldig gehandeld en heeft de klacht erkend.

4.4 Er is naar het oordeel van de Kamer geen grond om tot het opleggen van een maatregel over te gaan gelet op de toelichting die de gerechtsdeurwaarder heeft gegeven en de maatregelen die inmiddels door hem zijn genomen.

BESLISSING

De Kamer voor Gerechtsdeurwaarders:

-                     verklaart de klacht gegrond;

-                     ziet van het opleggen van een maatregel af.

Aldus gegeven door mr. S.G. Ellerbroek, voorzitter, mr. G.H.I.J. Hage en J. Smit (plaatsvervangend) leden, en uitgesproken ter openbare terechtzitting van 24 april 2007 in tegenwoordigheid van de secretaris.

Coll.:

Tegen deze beslissing kan binnen dertig dagen na de dag van verzending van het afschrift van de beslissing hoger beroep worden ingesteld bij het Gerechtshof te Amsterdam, postbus 1312, 1000 BH Amsterdam.