ECLI:NL:RBAMS:2007:YB0188 kamer voor gerechtsdeurwaarders Amsterdam 2007.29verzet

ECLI: ECLI:NL:RBAMS:2007:YB0188
Datum uitspraak: 29-05-2007
Datum publicatie: 20-04-2009
Zaaknummer(s): 2007.29verzet
Onderwerp: Ambtshandelingen (art. 2 Gdw)
Beslissingen:
Inhoudsindicatie: Verzet ingesteld buiten de daarvoor geldende termijn. Verzet niet-ontvankelijk

Kamer voor Gerechtsdeurwaarders te Amsterdam

Beschikking van 29 mei 2007 zoals bedoeld in artikel 43 van de Gerechtsdeurwaarderswet inzake het verzet in de zaak met nummer 29.2007 ingesteld door:

[     ],

wonende te [     ],

klager,

tegen:

1.      [     ]

2.      [     ]

gerechtsdeurwaarders te [     ]

beklaagden.

1. Verloop van de procedure

Bij beschikking van 5 december 2006 (zaaknummer 473.2006) heeft de voorzitter van de kamer voor gerechtsdeurwaarders (hierna: de voorzitter) beslist op een door klager tegen beklaagden ingediende klacht.

Bij brief van 8 december 2006 is klager een afschrift van de beslissing van de voorzitter toegezonden.

Bij brief van 6 december 2006, ingekomen op 12 januari 2007 heeft klager tegen de beslissing van de voorzitter verzet ingesteld.

Het verzetschrift is behandeld ter openbare terechtzitting van 17 april 2007 alwaar klager is verschenen.

Van de behandeling ter zitting is afzonderlijk proces-verbaal opgemaakt.

De uitspraak is bepaald op 29 mei 2007.

2. De gronden van het verzet

In verzet heeft klager aangevoerd dat de gerechtsdeurwaarderswet voorschrijft dat een gerechtsdeurwaarder ten alle tijde maatregelen moet nemen die kostenbesparend zijn voor beide partijen. In dit geval hadden de gerechtsdeurwaarders voordat de beschikking aan hem zou worden betekend de juiste bedragen met de opdrachtgever moeten afstemmen. Klager heeft de gerechtsdeurwaarders uitdrukkelijk geïnformeerd over de onjuistheden in de vermeende achterstand bij de alimentatie. De gerechtsdeurwaarders hebben hem tot op heden evenmin geïnformeerd of de vordering door de opdrachtgever is ingetrokken.

3. De ontvankelijkheid van het verzet

3.1 De Kamer dient allereerst de vraag te beantwoorden of het verzet tijdig is gedaan. Ingevolge het bepaalde in artikel 39 van de Gerechtsdeurwaarders dient een tegen een beslissing van de voorzitter ingesteld verzet te worden gedaan binnen veertien dagen na de dag van verzending van het afschrift van de beslissing. Bij brief van 8 december 2006 is klager een afschrift van de beslissing van de voorzitter toegezonden. Bij brief gedateerd 6 december 2006, welke brief op 12 januari 2007 bij de Kamer is ingekomen, heeft klager verzet ingesteld.

3.2. Uit het voorgaande volgt dat -nu de termijn begon te lopen op 9 december 2006 en eindigde op 23 december 2006- klager het verzet heeft ingesteld buiten de hiervoor genoemde termijn van veertien dagen zodat klager niet-ontvankelijk dient te worden verklaard in zijn verzet. De Kamer heeft daarbij meegewogen dat klager met zijn mededeling ter zitting heeft bedoeld te zeggen dat hij het verzet heeft ingesteld de dag na ontvangst van de bij brief van 8 december 2006 aan hem verzonden beschikking. Dit is naar het oordeel van de Kamer door klager echter op geen enkele wijze aannemelijk gemaakt.

4. Op grond van het voorgaande wordt beslist als volgt.

BESLISSING:

De Kamer voor Gerechtsdeurwaarders:

-        verklaart klager niet-ontvankelijk in zijn verzet.

Aldus gegeven door mr. M.M. Beins, plaatsvervangend-voorzitter, mr. N.C.H. Blankevoort en J.P.J.J. Timmermans (plaatsvervangend) leden, en uitgesproken ter openbare terechtzitting van 29 mei 2007 in tegenwoordigheid van de secretaris.

Ingevolge het bepaalde in artikel 39 lid 4 van de Gerechtsdeurwaarderswet staat tegen deze beslissing geen rechtsmiddel open.