ECLI:NL:RBAMS:2007:YB0178 kamer voor gerechtsdeurwaarders Amsterdam 2007.10verzet

ECLI: ECLI:NL:RBAMS:2007:YB0178
Datum uitspraak: 12-06-2007
Datum publicatie: 20-04-2009
Zaaknummer(s): 2007.10verzet
Onderwerp: Ambtshandelingen (art. 2 Gdw)
Beslissingen:
Inhoudsindicatie: Het verzet leidt niet tot een andere beslissing dan de voorzitter heeft genomen. Verzet ongegrond.

Kamer voor Gerechtsdeurwaarders te Amsterdam

Beschikking van 12 juni 2007 zoals bedoeld in artikel 43 van de Gerechtsdeurwaarderswet inzake het verzet in de zaak met nummer 10.2007 ingesteld door:

[     ],

wonende te [     ],

klager,

tegen:

[     ],

gerechtsdeurwaarder te [     ],

beklaagde.

1. Verloop van de procedure

Bij beschikking van 19 december 2006 (zaaknummer 470.2006) heeft de voorzitter van de kamer voor gerechtsdeurwaarders (hierna: de voorzitter) beslist op een door klager tegen beklaagde ingediende klacht.

Bij brief van 21 december 2006 is klager een afschrift van de beslissing van de voorzitter toegezonden.

Bij brief van 28 december 2006 heeft klager tegen de beslissing van de voorzitter verzet ingesteld.

Het verzetschrift is behandeld ter openbare terechtzitting van 24 april 2007. Klager en de gerechtsdeurwaarder zijn verschenen.

2. De gronden van het verzet

Klager stelt dat hij tot en met oktober 2006 geen betalingsachterstand had met betrekking tot de alimentatie. De gerechtsdeurwaarder heeft de vordering nooit gespecificeerd dan wel toegelicht.

3. De ontvankelijkheid van het verzet

Klager heeft het verzet tegen voormelde beslissing van de voorzitter ingesteld binnen veertien dagen na de dag van verzending van een afschrift van voormelde beslissing van de voorzitter, zodat hij in zijn verzet kan worden ontvangen.

4. De beoordeling van de gronden van het verzet

4.1  Het onderzoek in verzet heeft naar het oordeel van de Kamer niet geleid tot de vaststelling van andere feiten dan wel andere beschouwingen en gevolgtrekkingen dat die vervat in de beslissing van de voorzitter, waarmee de Kamer zich verenigt.

4.2 Hetgeen partijen nog naar voren hebben gebracht kan als in het voorgaande reeds behandeld dan wel als in deze procedure niet ter zake dienend buiten beschouwing blijven.

4.3 Op grond van het voorgaande wordt beslist als volgt.

BESLISSING:

De Kamer voor Gerechtsdeurwaarders:

-        verklaart het verzet ongegrond.

Aldus gegeven door mr. R.G. Kemmers, plaatsvervangend-voorzitter, mr. G.H.I.J. Hage en N.J.M. Tijhuis (plaatsvervangend) leden, en uitgesproken ter openbare terechtzitting van 12 juni 2007 in tegenwoordigheid van de secretaris.

Coll.:

Ingevolge het bepaalde in artikel 39 lid 4 van de Gerechtsdeurwaarderswet staat tegen deze beslissing geen rechtsmiddel open.