ECLI:NL:RBAMS:2007:YB0170 kamer voor gerechtsdeurwaarders Amsterdam 2006.596verzet

ECLI: ECLI:NL:RBAMS:2007:YB0170
Datum uitspraak: 12-06-2007
Datum publicatie: 20-04-2009
Zaaknummer(s): 2006.596verzet
Onderwerp: Ambtshandelingen (art. 2 Gdw)
Beslissingen:
Inhoudsindicatie: Verzet niet ingediend binnen de daarvoor geldende termijn. Verzet niet-ontvankelijk.

Kamer voor Gerechtsdeurwaarders te Amsterdam

Beschikking van 12 juni 2007 zoals bedoeld in artikel 43 van de Gerechtsdeurwaarderswet inzake het verzet in de zaak met nummer 596.2006 ingesteld door:

[     ],

wonende te [     ],

klager,

gemachtigde: [     ],

tegen:

[     ],

gerechtsdeurwaarder te [     ],

beklaagde.

1. Verloop van de procedure

Bij beschikking van 28 november 2006 (zaaknummer 442.2006) heeft de voorzitter van de kamer voor gerechtsdeurwaarders (hierna: de voorzitter) beslist op een door klager tegen beklaagde ingediende klacht.

Bij brief van 4 december 2006 is klager een afschrift van de beslissing van de voorzitter toegezonden.

Bij brief ingekomen op 20 december 2006 heeft klager tegen de beslissing van de voorzitter verzet ingesteld.

Het verzetschrift is behandeld ter openbare terechtzitting van 24 april 2007 alwaar klager en namens de gerechtdeurwaarder [     ] zijn verschenen.

Van de behandeling ter zitting is afzonderlijk proces-verbaal opgemaakt.

De uitspraak is bepaald op 12 juni 2007.

2. De gronden van het verzet

Klager heeft verkort samengevat opnieuw bezwaar gemaakt tegen het versturen van de bewuste brief. Volgens hem is het de bedoeling van een dergelijke brief om paniek op te wekken. Klager vindt dat klachtwaardig.

3. De ontvankelijkheid van het verzet

Klager heeft het verzet tegen voormelde beslissing van de voorzitter niet ingesteld binnen veertien dagen na de dag van verzending van een afschrift van voormelde beslissing van de voorzitter, zodat hij in zijn verzet niet kan worden ontvangen.

BESLISSING:

De Kamer voor Gerechtsdeurwaarders:

-        verklaart klager niet-ontvankelijk in zijn verzet.

Aldus gegeven door mr. R.G. Kemmers, plaatsvervangend-voorzitter, mr. G.H.I.J. Hage en N.J.M. Tijhuis (plaatsvervangend) leden, en uitgesproken ter openbare terechtzitting van 12 juni 2007 in tegenwoordigheid van de secretaris.

Coll.:

Ingevolge het bepaalde in artikel 39 lid 4 van de Gerechtsdeurwaarderswet staat tegen deze beslissing geen rechtsmiddel open.