ECLI:NL:RBAMS:2007:YB0161 kamer voor gerechtsdeurwaarders Amsterdam 2007.60

ECLI: ECLI:NL:RBAMS:2007:YB0161
Datum uitspraak: 10-07-2007
Datum publicatie: 20-04-2009
Zaaknummer(s): 2007.60
Onderwerp: Ambtshandelingen (art. 2 Gdw)
Beslissingen:
Inhoudsindicatie: Overweging met betrekking tot wie de klacht is gericht. Klacht over het in rekening brengen afwikkelingskosten. Naar het oordeel van de Kamer betrof het niet enkel een losse opdracht tot het verrichten van een ambtshandeling. In dat geval staat het vrij afwikkelingskosten te bedingen. Klacht ongegrond.

Kamer voor Gerechtsdeurwaarders te Amsterdam

Beschikking van 10 juli 2007 als bedoeld in artikel 43 van de Gerechtsdeurwaarderswet in de zaak met nummer 60.2007 van:

[     ],

wonende te [     ],

klager,

tegen:

[     ],

[     ],

[     ],

[     ],

gerechtsdeurwaarders te [     ],

beklaagden.

Verloop van de procedure

Bij brief met bijlagen van 22 januari 2007 heeft klaagster een klacht ingediend tegen het kantoor van beklaagden, hierna de gerechtsdeurwaarders.

Bij brief van 31 januari 2007 hebben de gerechtsdeurwaarders een verweerschrift ingediend.

Bij brief van 18 april 2007 heeft klaagster een reactie gegeven op het verweer van de gerechtsdeurwaarders en heeft zij medegedeeld niet ter zitting aanwezig te zullen zijn.

Bij brief van 20 april 2007 is de reactie van klaagster naar de gerechtsdeurwaarders verzonden.

De klacht is behandeld ter zitting van 19 juni 2007 alwaar niemand is verschenen.

Van de behandeling ter zitting is proces-verbaal opgemaakt.

De uitspraak is bepaald op 10 juli 2007.

1. De feiten

Uitgegaan wordt van de volgende feiten en omstandigheden.

a)       Bij brief van 8 mei 2006 heeft de advocaat van klaagster aan de gerechtsdeurwaarders onder meer geschreven:”Bijgaand zend ik u ter betekening en bevel, de grosse van de uitspraak van het gerechtshof  [     ] van 2 mei 2006 met het verzoek de uitspraak te betekenen aan de heer [     ].(.....) Ik heb bijgevoegd een berekening van de achterstallige alimentatie en berekening van de indexering. Betaling dient plaats te vinden op de derdenrekening van mijn kantoor met nummer (.....) Wanneer [     ] niet binnen de gestelde termijn betaalt moet beslag gelegd worden op zijn bankrekening. (.....).”

b)      Bij brief van 9 mei 2006 hebben de gerechtsdeurwaarders de opdracht bevestigd onder toekenning van een dossiernummer. Zij hebben daarbij vermeld dat op alle opdrachten hun algemene voorwaarden van toepassing zijn.

c)      De gerechtsdeurwaarders hebben verzuimd in het exploot van betekening op te nemen dat betaling diende plaats te vinden op de rekening van de advocaat van klaagster.

d)      De ex-echtgenoot van klaagster heeft de hoofdsom voldaan door betaling aan het kantoor van de gerechtsdeurwaarders.

e)      Op 23 mei 2006 hebben de gerechtsdeurwaarders hun eindafrekening aan de advocaat gestuurd. Daarbij zijn op een geïncasseerd bedrag van € 11.190,94 naast de kosten van betekening ook € 742,71 aan kosten voor honorarium inclusief BTW in mindering gebracht.

f)        De advocaat van klaagster heeft hiertegen bij brief van 19 september 2006 geprotesteerd, omdat volgens hem slechts opdracht was gegeven tot het uitbrengen van een exploot van betekening en bevel met de vermelding in het exploot dat betaald moest worden op zijn derdenrekening.

g)      Bij brief van 3 oktober 2006 hebben de gerechtsdeurwaarders de advocaat van klaagster onder meer geschreven:”.....Het gehanteerde honorarium, ook wel afwikkelingskosten genoemd, is gebaseerd op de algemene voorwaarden. Onder afwikkelingskosten worden verstaan: de kosten, welke [     ] berekenen voor zijn werkzaamheden ter afwikkeling van zaken, nadat een dagvaarding is uitgebracht, een verzoekschrift is ingediend dan wel een executoriale titel aan hem ter afdoening ter hand is gesteld. Afwikkelingskosten zijn verschuldigd over de ontvangen gelden, los van het feit aan wie betaling heeft plaatsgevonden en wel volgens de formule: 5% over het geïncasseerde bedrag na aftrek van de ambtelijke kosten en verschotten, met een minimum van € 25,00 en een maximum van € 1.995,00. Het gedeclareerde bedrag aan honorarium is gebaseerd op 5% van (€ 11.190,94 - € 81,71=) € 11.109,23 = € 555,46, vanzelfsprekend verhoogd met btw. Het exploot van betekening gaat hierbij. Daarin is –inderdaad in weerwil van uw instructie- opgenomen dat aan ons kantoor betaalt moet worden. Hiervoor is gekozen omdat u instrueerde direct na betekening ook beslag te leggen. Daartoe heb ik zicht nodig op eventuele betaling. Overigens is voor de verschuldigdheid van de afwikkelingskosten, zoals u in de AV kunt opmaken, niet relevant aan wie betaling geschiedt. Daarnaast merk ik op dat de vermelding van de kwaliteitsrekening op ons briefpapier een verplichting is uit de Gerechtsdeurwaarderswet. Al sinds jaar en dag zijn afwikkelingskosten in de deurwaarderswereld niet meer dan gebruikelijk. Ook al sinds jaar en dag wordt hiervoor een forfetair tarief gehanteerd. Ik meen met de hantering van de tarieven eenduidig en transparant te zijn.....”.

2. De klacht

Klaagster verwijt de gerechtsdeurwaarders, kort samengevat, dat deze ten onrechte afwikkelingskosten in rekening hebben gebracht. Er is opdracht gegeven ambtelijke werkzaamheden te verrichten en niet om incassowerkzaamheden te verrichten. Ook is het gehanteerde tarief disproportioneel.

3. Het verweer van de gerechtsdeurwaarders

3.1 De gerechtsdeurwaarders hebben de klacht gemotiveerd bestreden. Zij achten het niet terecht dat indien de klacht zoals in dit geval is gericht tegen het kantoor als zodanig, deze wordt beschouwd te zijn ingediend tegen de gerechtsdeurwaarder die namens het kantoor het verweer voert. In dit geval richt de klacht zich immers tegen medewerkers van het kantoor en/of het door het kantoor gevoerde beleid. Volgens de gerechtsdeurwaarders is het aan klaagster om aan te geven tegen welke gerechtsdeurwaarder de klacht zich richt.

3.2 De gerechtsdeurwaarders achten de klacht voorts niet-ontvankelijk, omdat de opdracht is gegeven door de advocaat en niet door klaagster.

3.3 De afwikkelingskosten zijn verschuldigd op grond van de algemene voorwaarden. De declaratie is zowel met betrekking tot de hoogte als met betrekking tot de aard van de in rekening gebrachte kosten niet in strijd met de tuchtrechtelijke norm. Afwikkelingskosten zijn niet verhaalbaar op de debiteur en prijsafspraken met een opdrachtgever zijn vrij. De gerechtsdeurwaarders hebben in dit verband verwezen naar een uitspraak van de Kamer van 6 juni 2006 (zaaknummer 344.2006). Er is opdracht gegeven tot tenuitvoerlegging van een executoriale titel en niet slechts tot het verrichten van één of meer ambtshandelingen, aldus de gerechtsdeurwaarders.

4. De ontvankelijkheid van de klacht

De klacht is naar het oordeel van de Kamer wel ontvankelijk. Als al niet namens klaagster opdracht is gegeven aan de gerechtsdeurwaarders, dan mag klaagster als belanghebbende worden beschouwd, ook al omdat de kosten voor haar rekening komen.

5. Tegen wie richt zich de klacht

5.1 Het is juist dat het in eerste instantie aan klaagster is kenbaar te maken tegen welke gerechtsdeurwaarder(s) de klacht is gericht. Indien evenwel de handelingen waarop de klacht betrekking heeft zijn verricht door of namens een samenwerkingsverband tussen gerechtsdeurwaarders, en bijvoorbeeld zijn uitgevoerd door personeelsleden die geen (kandidaat-)gerechtsdeurwaarder zijn, is het voor een klager doorgaans niet mogelijk te zien welke van de van dat samenwerkingsverband deel uitmakende gerechtsdeurwaarder(s) daarvoor verantwoordelijk is (zijn) te achten. In zo'n geval kan het samenwerkingsverband niet dienen als schild waarop de klacht moet afstuiten. Veeleer kan van de van het samenwerkingsverband deel uitmakende gerechtsdeurwaarders gevergd worden dat zij opgeven wie volgens hen als de in het betreffende geval als verantwoordelijke gerechtsdeurwaarder(s) is (zijn) aan te merken. Bij gebreke van die opgave kan de Kamer, zonodig via de weg van artikel 34 lid 6 of 40 lid 3 van de Gerechtsdeurwaarderswet, nader onderzoek hieromtrent doen, dan wel kan het er zonder nader onderzoek voor worden gehouden dat alle van het kantoor deel uitmakende gerechtsdeurwaarders (niet: kandidaat-gerechtsdeurwaarders) verantwoordelijk zijn.

5.2 Voor de beantwoording van de vraag wie voor de gewraakte handeling verantwoordelijk kan worden gehouden is op zich niet beslissend wie namens het kantoor de verdediging op zich neemt. Wel kan uit de inhoud van het verweer volgen dat degene die het voert zich verantwoordelijk acht dan wel geacht moet worden verantwoordelijk te zijn..

5.3 In het stadium van de ontvangstbevestiging van een klacht tegen een samenwerkingsverband van gerechtsdeurwaarders kan het secretariaat van de Kamer er voor kiezen de klacht voorlopig gericht te achten tegen alle aan het gerechtsdeurwaarderskantoor verbonden gerechtsdeurwaarders. Daarmee wordt niet vooruitgelopen op de uiteindelijk hierover door de Kamer te nemen beslissing.

5.4 Uit de stukken blijkt niet van bemoeienis van een enkele gerechtsdeurwaarder met dit dossier. Dit is ook niet aangegeven door de gerechtsdeurwaarders. De opdrachtbevestiging en de declaratie zijn kennelijk door een medewerker ondertekend. Nu geen van de van het samenwerkingsverband deel uitmakende gerechtsdeurwaarders zich heeft opgeworpen als beklaagde beschouwt de Kamer de klacht daarom te zijn ingediend tegen alle aan het kantoor te [     ] verbonden gerechtsdeurwaarders.

6. De beoordeling van de klacht

6.1 Naar het oordeel van de Kamer kan uit de brief van de advocaat van klaagster van 8 mei 2006 niet zonder meer worden afgeleid dat het hier slechts een "losse"opdracht tot het verrichten van een ambtshandeling betrof. Het is niet tuchtrechtelijk laakbaar dat de gerechtsdeurwaarders de opdracht ruimer hebben opgevat. Een verdere inhoudelijke beoordeling van dit geschilpunt ligt niet op de weg van de tuchtrechter.

6.2 Het staat gerechtsdeurwaarders in beginsel vrij zijn om afwikkelingskosten te bedingen. Bij de inwerkingtreding van de Gerechtsdeurwaarderswet op 15 juli 2001 zijn met behoud van waarborgen van de schuldenaar de prijsafspraken tussen een opdrachtgever en een gerechtsdeurwaarder vrijgelaten. In deze zaak verschilt klaagster met de gerechtsdeurwaarders van mening over de door de gerechtsdeurwaarders aan klaagster in rekening gebrachte kosten. Het door de gerechtsdeurwaarders ten aanzien daarvan ingenomen en met argumenten onderbouwde standpunt is niet onverdedigbaar, althans niet in strijd met de tuchtrechtelijke norm. Het in rekening gebrachte bedrag is algemeen gebruikelijk en niet excessief. Ook voor wat betreft dit geschilpunt ligt een verdere inhoudelijke beoordeling niet op de weg van de tuchtrechter.

7. Op grond van het voorgaande wordt beslist als volgt.

BESLISSING

De Kamer voor Gerechtsdeurwaarders:

-        verklaart klaagster ontvankelijk in haar klacht;

-        verklaart de klacht ongegrond.

Aldus gegeven door mrs. S.G. Ellerbroek, voorzitter, N.C.H. Blankevoort en A.C.J.J.M. Seuren, (plaatsvervangend) leden, en uitgesproken ter openbare terechtzitting van 10 juli 2007 in tegenwoordigheid van de secretaris.

Tegen deze beslissing kan binnen dertig dagen na dagtekening van verzending van het afschrift van de beslissing hoger beroep worden ingesteld bij het Gerechtshof te Amsterdam, Postbus 1312, 1000 BH Amsterdam.