ECLI:NL:RBAMS:2007:YB0160 kamer voor gerechtsdeurwaarders Amsterdam 2007.80

ECLI: ECLI:NL:RBAMS:2007:YB0160
Datum uitspraak: 10-07-2007
Datum publicatie: 20-04-2009
Zaaknummer(s): 2007.80
Onderwerp: Ambtshandelingen (art. 2 Gdw)
Beslissingen: Schorsing
Inhoudsindicatie: Ondanks herhaalde verzoeken niet reageren op verzoek om informatie van collega gerechtsdeurwaarder. Niet tijdig afgdragen derdengeleden. Het ging om afdracht van geinde achterstallige verzekeringspremies waardoor derden langer onverzekerd bleven. Kantoor telefonisch onbereikbaar. Klachten gegrond, twee maanden schorsing opgelegd.  

Kamer voor Gerechtsdeurwaarders te Amsterdam

Beslissing van 10 juli 2007 als bedoeld in artikel 43 van de Gerechtsdeurwaarderswet in de zaak met nummer 80.2007 van:

[     ],

gerechtsdeurwaarder te [     ] ,

klager,

tegen:

[     ],

gerechtsdeurwaarder te [     ],

beklaagde,

gemachtigde mr. [     ]

Verloop van de procedure

Bij brief met bijlagen van 1 februari 2007 heeft klager een klacht ingediend tegen beklaagde, hierna de gerechtsdeurwaarder.

Bij brief van 14 februari 2007 heeft de gerechtsdeurwaarder een verweerschrift ingediend.

De klacht is behandeld ter zitting van 19 juni 2007 alwaar de gerechtsdeurwaarder en zijn gemachtigde zijn verschenen.

Van de behandeling ter zitting is afzonderlijk proces-verbaal opgemaakt.

De uitspraak is bepaald op 10 juli 2007.

1. De feiten

Uitgegaan wordt van de volgende feiten en omstandigheden:

a)      Klager en de gerechtsdeurwaarder doen zaken met elkaar. Klager heeft de gerechtsdeurwaarder medio 2004, 2005 en 2006 zaken in behandeling gegeven om ambtshandelingen te verrichten bestaande uit het uitbrengen van dagvaardingen, betekenen van vonnissen, het leggen van beslagen en gelden uit executie handelingen te incasseren.

b)      Klager heeft in twaalf zaken een overzicht van de stand van zaken in chronologische volgorde overgelegd.

c)      De gerechtsdeurwaarder heeft de zaken op 2 februari 2007 met klager afgewikkeld.

2. De klacht

Klager verwijt de gerechtsdeurwaarder gelden in zowel geheel als gedeeltelijk door hem geincasseerde zaken niet af te dragen. Ook verzuimt de gerechtsdeurwaarder in diverse zaken te berichten over de stand van zaken. In elf van de twaalf zaken betreft het vorderingen van een verzekeringsmaatschappij. De verzekeraar schort de verzekering op gedurende de periode dat de verzekerde niet betaald heeft. Op het moment dat de debiteur heeft voldaan dat wil zeggen wanneer klager de gelden heeft overgedragen aan de verzekeraar, is de debiteur weer verzekerd. Zeker in één geval heeft de debiteur betaald en verwacht weer verzekerd te zijn. Zolang het geld niet is afgedragen, is dat niet het geval waardoor grote risico’s ontstaan met ernstige financiële gevolgen. De gerechtsdeurwaarder geeft niet thuis en antwoordt niet op vragen over de stand van zaken. Dit past een gerechtsdeurwaarder niet en is in strijd met de gedragsregels. De betalende debiteur en ook de verzekeraar mogen van een gerechtsdeurwaarder verwachten dat hij de ontvangen gelden afdraagt. Ook de verzekeraar heeft zich al beklaagd over het feit dat de gelden die de gerechtsdeurwaarder onder zich heeft nog niet zijn afgedragen. Het gedrag van de gerechtsdeurwaarder werpt een smet op het vertrouwen dat de verzekeraar in klager heeft voor de behandeling van de zaken. Klager mag er toch op vertrouwen dat een gerechtsdeurwaarder aan zijn verplichtingen voldoet. Ook het feit dat het kantoor voor de buitenwereld niet te bereiken is acht klager schandalig. Van diverse andere collega-gerechtsdeurwaarders hoort klager dezelfde verhalen over de gerechtsdeurwaarder.

3 Het verweer van de gerechtsdeurwaarder

De gerechtsdeurwaarder heeft de klachten erkend. Hij heeft aangevoerd dat hij wegens dringende redenen een personeelslid heeft moeten ontslaan en dat niet direct vervangend personeel voorhanden was. Hierdoor is een administratieve achterstand ontstaan. Het ontslagen personeelslid heeft behandeling van ontvangen brieven en afhandeling van zaken achterwege gelaten. Interne procedures waren op dat moment niet afdoende om tot signalering daarvan te geraken. De gerechtsdeurwaarder erkent verantwoordelijk te zijn voor het handelen van een ex-werknemer. De procedures op kantoor zijn inmiddels aangepast en aangescherpt. De werkwijze met betrekking tot berichtgeving omtrent de stand van zaken is verbeterd. Klanten worden indien daarom wordt verzocht direct geïnformeerd. De bereikbaarheid van zijn kantoor is enige tijd slecht geweest vanwege een storing in de telefooncentrale. Direct na ontdekking daarvan is de storing gerepareerd en enkele weken later is de centrale na een nieuwe storing geheel vervangen, aldus de gerechtsdeurwaarder.

Ter zitting heeft de gerechtsdeurwaarder tevens aangevoerd dat hem nadien ook is gebleken dat [     ] , die als office-manager op zijn kantoor werkzaam was, niet goed functioneerde. Het voorgaande heeft geleid tot het gedwongen vertrek van [     ] .

4. Beoordeling van de klacht

4.1 Bij de beoordeling van de klacht dient tot uitgangspunt dat van een gerechtsdeurwaarder mag worden verwacht dat deze, op verzoek, zijn opdrachtgever op de hoogte houdt van de werkzaamheden. Vast staat dat dit hier ondanks vele schriftelijke en telefonische verzoeken, niet of nauwelijks is gebeurd. Dat is verwijtbaar in aanmerking genomen dat het verzoeken van een collega-gerechtsdeurwaarder betrof die ernstig verlegen zat om berichtgeving omdat hij zijn cliënt diende te informeren. Eveneens staat vast dat de gerechtsdeurwaarder de door hem ontvangen gelden veel te lang onder zich heeft gehouden en niet heeft gereageerd op vele verzoeken om afdracht daarvan. Dat is in strijd met artikel 7 van de administratieverordening welk artikel bepaalt dat de gerechtsdeurwaarder er onder meer voor zorg dient te dragen dat er maatregelen worden genomen die waarborgen dat het juiste bedrag tijdig aan de rechthebbende wordt uitgekeerd. In het onderhavige geval was dat te meer onaanvaardbaar omdat het de afdracht van achterstallige verzekeringspremies betrof waardoor debiteuren die dachten door betaling weer verzekerd te zijn ernstige financiële risico's hebben gelopen.

Dat die risico's zich niet hebben verwezenlijkt doet aan de ernst van de verweten gedraging niet af.

4.2 Gedurende een periode is bovendien sprake geweest van onbereikbaarheid van het kantoor van de gerechtsdeurwaarder.

4.3 De feiten en omstandigheden die de gerechtsdeurwaarder ter zake van het vorenstaande heeft aangevoerd komen voor zijn rekening en risico. De gerechtsdeurwaarder is immers verantwoordelijk voor een juiste bedrijfsvoering op zijn kantoor en gebreken in interne procedures en de bereikbaarheid van zijn kantoor moeten hem worden aangerekend.

4.4 Met het voorgaande is gegeven dat de gerechtsdeurwaarder heeft gehandeld in strijd met het bepaalde in artikel 4 van de Beroeps en gedragsregels, artikel 7 van de administratieverordening en tevens niet heeft gehandeld als een goed gerechtsdeurwaarder betaamt.

4.5 Door zijn gedragingen heeft de gerechtsdeurwaarder het vertrouwen dat justitiabelen in gerechtsdeurwaarders als publieke ambtenaar mogen hebben geschaad. Ook het aanzien van de beroepsgroep wordt hierdoor geschaad. Een goed georganiseerd kantoor met (voldoende) vakbekwame medewerkers is mede bepalend voor de goede naam van de Nederlandse gerechtsdeurwaarder in het algemeen. Derden kunnen er zo op vertrouwen dat de publieke taak van de gerechtsdeurwaarder bij hem in goede handen is. Dat was hier niet het geval.

4.6 Het voorgaande leidt ertoe dat de klacht naar het oordeel van de Kamer gegrond dient te worden verklaard. De Kamer acht gezien de aard en de ernst van de verweten gedragingen termen aanwezig de gerechtsdeurwaarder de na te melden maatregel op te leggen.

5. Op grond van het voorgaande wordt beslist als volgt.

BESLISSING

De Kamer voor Gerechtsdeurwaarders:

-        verklaart de klacht gegrond;

-        legt de gerechtsdeurwaarder de maatregel van schorsing op voor de duur van twee maanden welke maatregel van kracht wordt op een na onherroepelijk worden van de beslissing per aangetekende brief aan de gerechtsdeurwaarder door de Kamer medegedeelde datum.

Aldus gegeven door mrs. S.G. Ellerbroek, voorzitter, N.C.H. Blankevoort en A.C.J.J.M. Seuren, (plaatsvervangend) leden, en uitgesproken ter openbare terechtzitting van 10 juli 2007 in tegenwoordigheid van de secretaris.

Tegen deze beslissing kan binnen dertig dagen na dagtekening van verzending van het afschrift van de beslissing hoger beroep worden ingesteld bij het Gerechtshof te Amsterdam, Postbus 1312, 1000 BH Amsterdam.