ECLI:NL:RBAMS:2007:YB0154 kamer voor gerechtsdeurwaarders Amsterdam 2006.575verzet

ECLI: ECLI:NL:RBAMS:2007:YB0154
Datum uitspraak: 26-06-2007
Datum publicatie: 20-04-2009
Zaaknummer(s): 2006.575verzet
Onderwerp: Ambtshandelingen (art. 2 Gdw)
Beslissingen:
Inhoudsindicatie: Verzet op voorsittersbeslissing. De kamer is het met de beslissing van de voorzitter eens en verklaart het verzet ongegrond.

Kamer voor Gerechtsdeurwaarders te Amsterdam

Beschikking van 26 juni 2007 zoals bedoeld in artikel 43 van de Gerechtsdeurwaarderswet inzake het verzet in de zaak met nummer 575.2006 ingesteld door:

[     ],

wonende te [     ],

klager,

tegen:

[     ],

gerechtsdeurwaarder te [     ],

beklaagde,

en

[     ],

gerechtsdeurwaarders te [     ],

beklaagden,

gemachtigde: mr. [     ].

1. Verloop van de procedure

Bij beschikking van 28 november 2006 (zaaknummer 403.2006) heeft de voorzitter van de Kamer voor gerechtsdeurwaarders (hierna: de voorzitter) beslist op een door klager tegen beklaagde ingediende klacht.

Bij brief van 4 december 2006 is klager een afschrift van de beslissing van de voorzitter toegezonden.

Op 15 december 2006 heeft klager tegen de beslissing van de voorzitter verzet ingesteld.

Het verzetschrift is behandeld ter openbare terechtzitting van 15 mei 2007 alwaar klager, gerechtsdeurwaarder [     ] en de gemachtigde zijn verschenen.

Van de behandeling ter zitting is afzonderlijk proces-verbaal opgemaakt.

De uitspraak is bepaald op 26 juni 2007.

2. De gronden van het verzet

Voor de gronden van het verzet wordt verwezen naar de inhoud van het verzetschrift waarvan een kopie aan deze uitspraak is gehecht.

3. De ontvankelijkheid van het verzet

Klager heeft het verzet tegen voormelde beslissing van de voorzitter ingesteld binnen veertien dagen na de dag van verzending van een afschrift van voormelde beslissing van de voorzitter, zodat hij in zijn verzet kan worden ontvangen.

4. De beoordeling van de gronden van het verzet

4.1 In zijn inleidende klacht heeft klager de gerechtsdeurwaarders onder andere verweten dat zij onrechtmatig beslag hebben gelegd.

4.2 De gerechtsdeurwaarders hebben verwezen naar hun eerdere verweren tegen de klacht.

4.3 Het onderzoek in verzet heeft naar het oordeel van de Kamer niet geleid tot vaststelling van andere feiten dan wel andere beschouwingen en gevolgtrekkingen dat die vervat in de beslissing van de voorzitter, waarmee de Kamer zich verenigt.

4.4 Hetgeen partijen nog naar voren hebben gebracht kan als in het voorgaande reeds behandeld dan wel als in deze procedure niet ter zake dienend buiten beschouwing blijven.

4.5 Op grond van het voorgaande wordt beslist als volgt.

BESLISSING:

De Kamer voor Gerechtsdeurwaarders:

-        verklaart het verzet ongegrond.

Aldus gegeven door mr. S.G. Ellerbroek, voorzitter, mr. R.G. Kemmers, en J.P.J.J. Timmermans (plaatsvervangende) leden, en uitgesproken ter openbare terechtzitting van 26 juni 2007 in tegenwoordigheid van de secretaris.

Coll.:

Ingevolge het bepaalde in artikel 39 lid 4 van de Gerechtsdeurwaarderswet staat tegen deze beslissing geen rechtsmiddel open.