ECLI:NL:RBAMS:2007:YB0132 kamer voor gerechtsdeurwaarders Amsterdam 2006.452verzet

ECLI: ECLI:NL:RBAMS:2007:YB0132
Datum uitspraak: 10-04-2007
Datum publicatie: 17-02-2009
Zaaknummer(s): 2006.452verzet
Onderwerp: Ambtshandelingen (art. 2 Gdw)
Beslissingen:
Inhoudsindicatie: Gerechtsdeurwaarder overleden. Verzet niet-ontvankelijk.

Kamer voor Gerechtsdeurwaarders te Amsterdam

Beschikking van 10 april 2007 zoals bedoeld in artikel 43 van de Gerechtsdeurwaarderswet inzake het verzet in de zaak met nummer 452.2006 ingesteld door:

[     ],

wonende te [     ],

klager,

tegen:

[     ],

oud-gerechtsdeurwaarder te [     ],

beklaagde,

.

1. Verloop van de procedure

Bij beschikking van 12 september 2006 (zaaknummer 184.2006) heeft de voorzitter van de kamer voor gerechtsdeurwaarders (hierna: de voorzitter) beslist op een door klager tegen beklaagde ingediende klacht.

Bij brief van 18 september 2006 is klager een afschrift van de beslissing van de voorzitter toegezonden.

Op 28 september 2006 heeft klager tegen de beslissing van de voorzitter verzet ingesteld.

Het verzetschrift is behandeld ter openbare terechtzitting van 27 februari  2007.

Klager is niet verschenen.

Van de behandeling ter zitting is afzonderlijk proces-verbaal opgemaakt.

De uitspraak is bepaald op 10 april 2007.

2. De gronden van het verzet

Voor de gronden van het verzet wordt verwezen naar het verzetschrift van klager.

3. De ontvankelijkheid van het verzet

Klager heeft het verzet tegen voormelde beslissing van de voorzitter ingesteld binnen veertien dagen na de dag van verzending van een afschrift van voormelde beslissing van de voorzitter, zodat hij in zijn verzet kan worden ontvangen.

4. De beoordeling van de gronden van het verzet

4.1 Gebleken is dat beklaagde is overleden.

4.2 Het verzet is daarom niet-ontvankelijk.

BESLISSING:

De Kamer voor Gerechtsdeurwaarders:

-        verklaart klager niet-ontvankelijk in zijn verzet.

Aldus gegeven door mr. M.M. Beins, plaatsvervangend-voorzitter, mr. R.G. Kemmers, en  J.P.J.J. Timmermans (plaatsvervangend) leden, en uitgesproken ter openbare terechtzitting van 10 april 2007 in tegenwoordigheid van de secretaris.

Coll.:

Ingevolge het bepaalde in artikel 39 lid 4 van de Gerechtsdeurwaarderswet staat tegen deze beslissing geen rechtsmiddel open.