ECLI:NL:RBAMS:2007:YB0117 kamer voor gerechtsdeurwaarders Amsterdam 2006.480verzet

ECLI: ECLI:NL:RBAMS:2007:YB0117
Datum uitspraak: 13-03-2007
Datum publicatie: 17-02-2009
Zaaknummer(s): 2006.480verzet
Onderwerp: Incassotraject
Beslissingen:
Inhoudsindicatie: Incassokosten. De voorzitter acht de klacht kennelijk- ongegrond. De Kamer is het met de voorzitter eens en verklaart het verzet ongegrond

Kamer voor Gerechtsdeurwaarders te Amsterdam

Beschikking van 13 maart 2007 zoals bedoeld in artikel 43 van de Gerechtsdeurwaarderswet inzake het verzet in de zaak met nummer 480.2006 ingesteld door:

[     ],

wonende te [     ],

klager,

tegen:

[     ],

gerechtsdeurwaarder te [     ],

beklaagde.

1. Verloop van de procedure

Bij beschikking van 16 mei 2006 (zaaknummer 75.2006) heeft de voorzitter van de kamer voor gerechtsdeurwaarders (hierna: de voorzitter) beslist op een door klager tegen beklaagde ingediende klacht. Bij brief van 22 mei 2006 is klager een afschrift van de beslissing van de voorzitter toegezonden. Op 2 juni 2006 heeft klager tegen de beslissing van de voorzitter verzet ingesteld. Het verzetschrift is behandeld ter openbare terechtzitting van 30 januari  2007 alwaar de gerechtsdeurwaarder is verschenen. Van de behandeling ter zitting is afzonderlijk proces-verbaal opgemaakt. De uitspraak is bepaald op 13 maart 2007.

2. De gronden van het verzet

In verzet heeft klager samengevat nogmaals aangevoerd dat hij de hoofdsom heeft betaald voor hij door de gerechtsdeurwaarder tot betaling is gesommeerd. Hij blijft van mening dat er onnodige incassodruk is uitgeoefend.

3. De ontvankelijkheid van het verzet

Klager heeft het verzet tegen voormelde beslissing van de voorzitter ingesteld binnen veertien dagen na de dag van verzending van een afschrift van voormelde beslissing van de voorzitter, zodat hij in zijn verzet kan worden ontvangen.

4. De beoordeling van de gronden van het verzet

4.1 In zijn inleidende klacht heeft klager de gerechtsdeurwaarder onder andere verweten dat hij de buitengerechtelijke incassokosten onverschuldigd heeft betaald, als gevolg van onnodige incassodruk door de gerechtsdeurwaarder. Hij verzoekt de gerechtsdeurwaarder te veroordelen tot terugbetaling hiervan.

4.2 De gerechtsdeurwaarder heeft verklaard dat hij niets heeft toe te voegen aan zijn verweer naar aanleiding van de klacht.

4.3 Ook uit het verzetschrift blijkt dat klager de hoofdsom pas heeft betaald nadat de vordering reeds aan de gerechtsdeurwaarder uit handen is gegeven. 

4.4 De door klager in verzet aangevoerde gronden werpen dan ook naar het oordeel van de Kamer geen nieuw licht op de beslissing van de voorzitter. De Kamer acht de beslissing van de voorzitter juist en de door klager aangevoerde gronden, die neerkomen op een herhaling van zijn inleidende klacht, geven evenmin aanleiding de motivering van de beslissing aan te passen. 

4.5 De onderhavige procedure leent zich niet voor toekenning van schadevergoeding, zo daartoe al aanleiding zou zijn.

4.6 Op grond van het voorgaande wordt beslist als volgt.

BESLISSING:

De Kamer voor Gerechtsdeurwaarders:

-        verklaart het verzet ongegrond.

Aldus gegeven door mr. M.M. Beins, plaatsvervangend-voorzitter, mr. H.C. Hoogeveen, en N.J.M. Tijhuis (plaatsvervangend) leden, en uitgesproken ter openbare terechtzitting van 13 maart 2007 in tegenwoordigheid van de secretaris.

Coll.:

Ingevolge het bepaalde in artikel 39 lid 4 van de Gerechtsdeurwaarderswet staat tegen deze beslissing geen rechtsmiddel open.