ECLI:NL:RBAMS:2007:YB0086 kamer voor gerechtsdeurwaarders Amsterdam 2006.236

ECLI: ECLI:NL:RBAMS:2007:YB0086
Datum uitspraak: 16-01-2007
Datum publicatie: 17-02-2009
Zaaknummer(s): 2006.236
Onderwerp: Ambtshandelingen (art. 2 Gdw)
Beslissingen:
Inhoudsindicatie: Verstrekken persoonsgegevens aan advocaat ten behoeve van een door deze in te dienen faillissementsrekest.

Kamer voor Gerechtsdeurwaarders te Amsterdam

Beschikking van 16 januari 2007 als bedoeld in artikel 43 van de Gerechtsdeurwaarderswet in de zaak met nummer 232.2006 van:

[     ],

wonende te [     ],

klager,

gemachtigde mr. A. Rodrigues Gonzáles,

tegen:

[     ],

gerechtsdeurwaarder te [     ],

beklaagde.

Verloop van de procedure

Bij brief met bijlagen van 18 mei 2006 heeft klager een klacht ingediend tegen beklaagde, hierna de gerechtsdeurwaarder.

Bij aangehechte brief met bijlagen van 13 juni 2006 heeft de gerechtsdeurwaarder op de klacht gereageerd.

De klacht is behandeld ter zitting van 28 november 2006 alwaar klager, zijn gemachtigde en de gerechtsdeurwaarder zijn verschenen.

Van de behandeling ter zitting is afzonderlijk proces-verbaal opgemaakt.

De uitspraak is bepaald op 16 januari 2007.

1. De feiten

Uitgegaan wordt van de volgende feiten en omstandigheden.

a)      De gerechtsdeurwaarder heeft bij brief van 20 juli 2005 de gemeente [     ] in verband met aan hem opgedragen ambtelijke werkzaamheden verzocht het adres van klager in onderzoek te nemen omdat klager ingeschreven stond bij zijn vader in [     ] terwijl hij woonachtig was in [     ].

b)      De gerechtsdeurwaarder heeft vervolgens het uittreksel uit de Gemeentelijke Basisadministratie met de adresgegevens van klager verstrekt aan een advocaat ten behoeve van de indiening van een faillissementsrekest.

2. De klacht

Klager verwijt de gerechtsdeurwaarder, kort samengevat, dat deze het uittreksel uit de GBA aan de advocaat heeft verstrekt. Klager heeft bij de gemeente [     ] bezwaar gemaakt tegen de verstrekking van zijn persoonsgegevens aan de advocaat en de gemeente heeft de aanvraag van de advocaat afgewezen, omdat de belangen bij geheimhouding van klager zwaarder werden geoordeeld. De gerechtsdeurwaarder heeft hierdoor in strijd gehandeld met artikel 88 van de Wet gemeentelijke basisadministratie, omdat hij als gerechtigde geen voorafgaande schriftelijke toestemming van de gemeente heeft verkregen.

3. Het verweer van de gerechtsdeurwaarder

De gerechtsdeurwaarder heeft de klacht gemotiveerd bestreden. Het adres van klager was bij de advocaat uit hoofde van de op het kantoor van de gerechtsdeurwaarder lopende executiezaak al geruime tijd bekend. De advocaat was in de lopende executiezaak bezig om het faillissement van klager aan te vragen. De rechtbank neemt daarbij geen genoegen met online GBA informatie, welke al aanwezig was. Volgens de gerechtsdeurwaarder heeft hij de informatie niet aan derden verschaft, omdat de rechtbank niet als onbevoegde derde kan worden beschouwd.

4. Beoordeling van de klacht

4.1 Ingevolge artikel 2 van de Gedragscode gerechtsdeurwaarders ter bescherming van persoonsgegevens (Stcr, 18 februari 2004) dient de verwerking van persoonsgegevens door de gerechtsdeurwaarder te geschieden ten behoeve van door de gerechtsdeurwaarder uit te oefenen ambtelijke taken of niet-ambtelijke werkzaamheden.

4.2 De onderhavige persoonsgegevens zijn door de gerechtsdeurwaarder evenwel niet aangewend ten behoeve van door hem zelf uit te oefenen ambtelijke taken of niet-ambtelijke werkzaamheden, maar verstrekt aan de advocaat ten behoeve van een door deze te verrichten handeling (de indiening van het faillissementsrekest) , waaraan de gerechtsdeurwaarder verder geen deel had. Daarom heeft de gerechtsdeurwaarder onjuist gehandeld.

4.3 Daarbij doet niet ter zake dat het adres van klager bij de advocaat al bekend was, dat de aanvraag van het faillissement paste in het kader van de executie van een vonnis, dat de rechtbank jegens de advocaat geen genoegen nam met online GBA informatie, dat de rechtbank niet als onbevoegde derde kan worden aangemerkt en dat de informatie niet aan anderen is verschaft.

4.4 Wel zou bijvoorbeeld anders kunnen worden geoordeeld als aan de gerechtsdeurwaarder was opgedragen klager per exploit op te roepen voor de behandeling van het rekest, maar die situatie heeft zich niet voorgedaan.

5. Op grond van het voorgaande dient de klacht dan ook gegrond te worden verklaard. De Kamer acht geen termen aanwezig tot het opleggen van een maatregel over te gaan. In dit verband is wel van belang dat klager niet is geschaad nu zijn gegevens niet op straat zijn komen te liggen maar slechts zijn gebruikt voor het voeren van een procedure bij de rechtbank.

6. Op grond van het voorgaande wordt beslist als volgt.

BESLISSING

De Kamer voor Gerechtsdeurwaarders:

-        verklaart de klacht gegrond;

-        laat het opleggen van een maatregel achterwege.

Aldus gegeven door mr. S.G. Ellerbroek, voorzitter, mr. M.M. Beins en M.J-M.L. Baudoin, (plaatsvervangend) leden, en uitgesproken ter openbare terechtzitting van 16 januari 2007 in tegenwoordigheid van de secretaris.

Coll.:

Tegen deze beslissing kan binnen dertig dagen na dagtekening van verzending van het afschrift van de beslissing hoger beroep worden ingesteld bij het Gerechtshof te Amsterdam, Postbus 1312, 1000 BH Amsterdam.