ECLI:NL:TNOKROT:2006:YC0026 Kamer van toezicht Rotterdam 01-06

ECLI: ECLI:NL:TNOKROT:2006:YC0026
Datum uitspraak: 20-07-2006
Datum publicatie: 11-07-2008
Zaaknummer(s): 01-06
Onderwerp: Overig
Beslissingen: Klacht gegrond zonder maatregel
Inhoudsindicatie: Niet naleven van verplichtingen op grond van artikel 24, lid 4 Wna jo. artikel 112, lid 1 Wna om binnen vier maanden na afloop van een boekjaar, de jaarstukken over dat boekjaar bij het Bureau Financieel Toezicht in te dienen.  

Kamer v­an Toezicht over de Notarissen en Kandidaat-notaris­sen te Rotterdam

Reg.nr. 01/06

Beslissing op een klacht als bedoeld in artikel 99 van de Wet op het notarisambt van:

Bureau Financieel Toezicht,

Gevestigd te Utrecht,

hierna te noemen klager,

- tegen -

mr. [naam],

notaris te [plaats],

hierna te noemen de notaris.

1. Het verloop van de procedure

1.1

De Kamer heeft kennis genomen van de volgende stukken:

-       klaagschrift d.d. 9 november 2005;

-       verweerschrift d.d. 24 november 2005;

-       aanvulling op het verweerschrift d.d. 8 februari 2006;

-       pleitnota van de notaris overgelegd ter zitting.

1.2

De mondelinge behandeling van de klacht heeft plaatsgevonden tijdens de vergadering van de Kamer op 15 juni 2006. Daarbij zijn zowel klager, vertegenwoordigd door de heer drs. H.P. Hadewegg Scheffer en de heer M.J. Visch RA, als de notaris, bijgestaan door mr. [naam], verschenen. Partijen hebben hun standpunten ter mondelinge behandeling nader toegelicht.

2.    De feiten

2.1

Ingevolge artikel 110 lid 1 Wna heeft klager een onderzoek ingesteld bij de notaris. Dit onderzoek heeft zich primair gericht op de financiële ontwikkelingen in 2005.

2.2

Uit de interne cijferopstelling van het kantoor van de notaris blijkt een negatieve bewaringspositie per 31 januari 2005, 30 april 2005 en 31 mei 2005 van respectievelijk € 28.711,--, € 9.372,-- en € 13.358,--. In het verleden is vaker sprake geweest van een negatieve bewaringspositie.

3.    De klacht

3.1

In essentie stelt klager dat de notaris klachtwaardig heeft gehandeld doordat de bewaringspositie van de notaris in het jaar 2005 op drie peildata negatief was. Het blijkt dat de negatieve bewaringspositie werd veroorzaakt door een negatieve liquiditeitspositie. Klager heeft er bij de notaris al sinds 2004 op aangedrongen om adequate maatregelen te treffen zodat er in de toekomst bij voortduring sprake is van een positieve bewaringspositie.

4. Standpunt van de notaris

4.1

De notaris erkent en betreurt dat er in het jaar 2005 een aantal malen sprake is geweest van een negatieve bewaringspositie. De negatieve bewaringspositie had voorkomen kunnen worden doordat de notaris het aan hem ter beschikking zijnde rekening-courant krediet van € 22.689,01 had kunnen aanspreken. Door drukte op het kantoor is het bewaken van een positieve bewaringspositie aan de aandacht van de notaris ontsnapt. Inmiddels zijn zowel de bewaringspositie als de liquiditeitspositie al ruim een jaar positief.

4.2

Voorts heeft de notaris maatregelen genomen, waardoor een dreigende negatieve bewaringspositie eerder wordt gesignaleerd, zodat er tijdig maatregelen kunnen worden genomen om een negatieve bewaringspositie te voorkomen. Daarnaast heeft de notaris in januari 2006 aanvullend kapitaal in de maatschap ingebracht teneinde het liquiditeitsprobleem op te heffen.

5. De beoordeling

5.1

Ter beoordeling van de Kamer staat of de notaris heeft gehandeld in strijd met de tuchtnorm als geformuleerd in artikel 98 van de Wna. Een notaris is aan tuchtrechtspraak onderworpen ter zake van enig handelen of nalaten in strijd met hetzij enige bij of krachtens deze wet gegeven bepaling of een op deze wet berustende verordening, hetzij met de zorg die zij als notaris behoort te betrachten ten opzichte van degenen te wier behoeve zij optreedt, alsmede ter zake van enig handelen of nalaten dat een behoorlijk notaris niet betaamt. 

5.2

Vast staat dat op een drietal peildata in 2005 de bewaringspositie van de notaris negatief was. De notaris heeft onvoldoende aandacht gegeven aan het in stand houden van een positieve bewaringspositie en liquiditeitspositie. Aldus heeft de notaris klachtwaardig gehandeld.

5.3

Voorts staat vast dat de notaris inmiddels maatregelen heeft getroffen waardoor de bewaringspositie en liquiditeitspositie inmiddels positief zijn.

5.4

Gelet op hetgeen hiervoor is overwogen oordeelt de Kamer dat de klacht gegrond is. Het handhaven van een positieve bewaringspositie en liquiditeitspositie is een dermate essentiële verplichting van de notaris, dat het niet naleven van deze verplichting het opleggen van een maatregel in beginsel rechtvaardigen. Nu de notaris er blijk van heeft gegeven zich inmiddels terdege bewust te zijn van deze verplichting en maatregelen heeft genomen om hieraan te voldoen alsmede gelet op de sedert een jaar positieve bewaringspositie en liquiditeitspositie, acht de Kamer evenwel geen gronden aanwezig om een maatregel op te leggen.

6.  De beslissing

De Kamer van Toezicht over de Notarissen en Kandidaat-nota­ris­sen te Rotterdam,

verklaart de klacht gegrond zonder oplegging van een maatregel.

Deze beslissing is gegeven op 20 juli 2006 door mrs. F.W.H. van den Emster, R. van der Galiën, J.H.J. Preller, R.G.M. Gores en R. Veenendaal in tegenwoor­digheid van de secretaris, W. Blokland.

Uitgesproken ter openbare vergadering op 20 juli 2006.

De secretaris,                                                      De voorzitter,

W. Blokland                                                       F.W.H. van den Emster

Deze beslissing is verzonden op:

Tegen deze beslissing kan binnen dertig dagen na de dag van verzending hoger beroep worden ingesteld bij het gerechtshof te Amsterdam.