ECLI:NL:TNOKMID:2006:YC0853 Kamer van toezicht Middelburg KvT 3/2006

ECLI: ECLI:NL:TNOKMID:2006:YC0853
Datum uitspraak: 07-04-2006
Datum publicatie: 21-09-2012
Zaaknummer(s): KvT 3/2006
Onderwerp: Personen- en Familierecht
Beslissingen: Klacht ongegrond
Inhoudsindicatie: Voorzittersbeslissing: klacht betreft onzorgvuldig handelen bij de afwikkeling van een nalatenschap. Klaagster heeft niet gereageerd op het verweer van de kandidaat-notaris en de notaris. Klacht kennelijk ongegrond.

KAMER VAN TOEZICHT OVER DE NOTARISSEN EN KANDIDAAT-NOTARISSEN TE MIDDELBURG

Beslissing van de voorzitter van 7 april 2006 in de zaak van

KvT 3/2006 

[klaagster] ,

wonende te Vlissingen,

klaagster,

tegen:

1. [kandidaat-notaris],

kandidaat-notaris te [vestigingsplaats],

2. [notaris],

notaris te [vestigingsplaats],

verweerders.

1. Het verloop van de procedure

Partijen worden verder aangeduid als klaagster respectievelijk de kandidaat-notaris en de notaris.

Klaagster heeft zich bij brief van 26 januari 2006 gewend tot de Kamer van Toezicht te Middelburg, hierna de Kamer, met een klacht tegen de kandidaat-notaris en de notaris. De notaris heeft bij brief van 24 februari 2006 op de klacht gereageerd, de kandidaat-notaris bij brief van 27 februari 2006.

Afschriften van deze brieven zijn verzonden aan klaagster. Klaagster heeft op deze brieven, hoewel daartoe uitdrukkelijk in de gelegenheid gesteld, niet gereageerd.

Door de voorzitter is de klacht in behandeling genomen.

2. De klacht en het verweer

2.1. De klacht betreft het handelen van de kandidaat-notaris en de notaris in strijd met de zorg die een kandidaat-notaris c.q. notaris behoort te betrachten. Zij verwijt de kandidaat-notaris en de notaris onzorgvuldig handelen bij de afwikkeling van de nalatenschap van haar vader, de heer [naam], overleden op 6 april 2004.

Ter onderbouwing van haar stelling voert klaagster het volgende aan:

a. klaagster verwijt de kandidaat-notaris dat zij klaagster niet heeft geïnformeerd omtrent de risico’s van het geven van een opdracht voor de begrafenis en dat zij klaagster niet heeft gewezen op de mogelijkheid om de begrafenis bij de gemeente “aan te vragen”.

Klaagster stelt dat zij en haar broer, enige erfgenamen van hun vader, de nalatenschap beneficiair hebben aanvaard, omdat zij verwachtten dat het saldo negatief zou zijn.

Klaagster heeft opdracht gegeven tot de begrafenis. De kandidaat-notaris heeft tijdens de eerste bespreking op kantoor met betrekking tot de afwikkeling van de nalatenschap aan klaagster meegedeeld dat klaagster en haar broer zich geen zorgen hoefden te maken over de begrafeniskosten omdat die onder de beneficiaire aanvaarding vallen en zij daarvoor nooit aansprakelijk kunnen worden gesteld. Klaagster heeft echter de rekening van de begrafenisondernemer zelf moeten betalen. Als zij dat van tevoren geweten had, had zij nooit opdracht gegeven voor de begrafenis.

b. klaagster verwijt de notaris dat hij de nota’s, die zij in het kader van de afwikkeling van de nalatenschap bij hem heeft ingediend, wel eens heeft laten liggen. Het gevolg was dat schuldeisers aanmaningen hebben verstuurd en incassokosten hebben geclaimd, omdat zij geen bericht ontvingen en er daarom vanuit gingen dat er sprake was betalingsonwil. Zij waren niet op de hoogte van het feit dat de nalatenschap beneficiair was aanvaard. 

Op brieven van de advocaat van klaagster aan de notaris heeft de notaris niet of nauwelijks gereageerd.

De notaris heeft eveneens de nota’s en aanmaningen van de begrafenisondernemer zonder enig commentaar in zijn bezit gehouden. Klaagster heeft er ook om deze reden op vertrouwd dat de begrafeniskosten onder de beneficiaire afwikkeling vallen.

c. De broer van klaagster, die in een psychiatrische inrichting woont, heeft aan klaagster volmacht verleend, zonder dat daarbij een toegewezen bewindvoerder aanwezig was, zoals is vereist. De broer van klaagster heeft de volmacht getekend zonder goed te beseffen wat dit daadwerkelijk inhield. 

d. De afspraken met betrekking tot het verkopen van de bestelbus van de vader van klaagster zijn niet goed verlopen.

2.2. De kandidaat-notaris en de notaris hebben gemotiveerd betwist dat zij niet de zorg hebben betracht die van hen mag worden verwacht. Integendeel, zij zijn van mening dat zij in onderhavige zaak meer hebben gedaan dan van hen in de gegeven omstandigheden kon en mocht worden verwacht. 

3. De beoordeling van de klacht

3.1. De klacht leent zich voor behandeling door de voorzitter gezien het hiernavolgende.

3.2. Met betrekking tot de klacht in alle onderdelen overweegt de voorzitter als volgt. De kandidaat-notaris en de notaris hebben de klacht van klaagster gemotiveerd betwist.

Met name heeft de kandidaat-notaris ook gesteld dat klaagster zelf de opdracht voor de begrafenis reeds had gegeven vóórdat het eerste contact met de kandidaat-notaris plaatsvond.

Klaagster heeft op het verweer van de kandidaat-notaris en de notaris niet gereageerd, hoewel zij daartoe wel in de gelegenheid is gesteld. Nu klaagster de stellingen van de kandidaat-notaris en de notaris niet heeft weersproken gaat de voorzitter uit van de juistheid daarvan. De klacht zal op al deze punten als kennelijk ongegrond worden afgewezen. 

4. De beslissing

De voorzitter van de Kamer van Toezicht over de notarissen en kandidaat-notarissen te Middelburg:

-          wijst de klacht af.

Deze beslissing is gegeven door mr. L.A.M. van Dijke, voorzitter, in tegenwoordigheid van mr. F.A.C.M. Maandag-Leussink, secretaris, en uitgesproken op 7 april 2006.

Tegen deze beslissing is voor klaagster verzet mogelijk door het indienen van een verzetschrift bij de Kamer van Toezicht binnen veertien dagen na dagtekening van de aangetekende brief waarbij deze beslissing aan u is toegezonden.