ECLI:NL:TNORARL:2019:65 Kamer voor het notariaat Arnhem-Leeuwarden C/05/358999 KL RK 19-118

ECLI: ECLI:NL:TNORARL:2019:65
Datum uitspraak: 20-12-2019
Datum publicatie: 03-01-2020
Zaaknummer(s): C/05/358999 KL RK 19-118
Onderwerp: Personen- en Familierecht
Beslissingen: Klacht niet-ontvankelijk
Inhoudsindicatie: Klagers stellen dat de notaris een volmacht heeft opgesteld waarbij vader volmacht heeft verleend aan [ A ]. Vader was echter niet wilsbekwaam om een dergelijke volmacht op te stellen. Klagers verwijten de notaris dat hij zijn zorgplicht heeft geschonden doordat hij het belang van vader niet voorop heeft gesteld.   De notaris stelt dat hij vanwege zijn geheimhoudingsplicht klagers niet kan informeren over hetgeen vader al dan niet bij hem zou hebben geregeld.   De kamer kan niet vaststellen of sprake is van een door de notaris opgestelde volmacht. Voor zover er al sprake zou zijn van een door de notaris opgemaakte volmacht, dan is de kamer van oordeel dat klagers hierbij niet als belanghebbende kunnen worden aangemerkt. Daarom zal de kamer de klacht niet-ontvankelijk verklaren.    

KAMER VOOR HET NOTARIAAT IN HET RESSORT ARNHEM-LEEUWARDEN

Kenmerk:        C/05/358999 / KL RK 19-118

beslissing van de kamer voor het notariaat

op de klacht van

1 [ naam klager] ,

wonende in [ woonplaats klager ],

klager,

2. [ naam klaagster ] ,

wonende in [ woonplaats klaagster ],

klaagster,

klager en klaagster hierna tezamen te noemen: klagers,

tegen

[ naam notaris ],

notaris in [ vestigingsplaats notaris ],

hierna te noemen: de notaris.

1.         Het verloop van de procedure

1.1.      Het verloop van de procedure blijkt uit:

-          de klacht, met bijlagen, ingekomen op 13 september 2019;

-          het verweer van de notaris, ingekomen op 11 oktober 2019;

-          de brief, met bijlage, van klagers, ingekomen op 11 oktober 2019;

-          de brief van de notaris, ingekomen op 22 oktober 2019;

-          de brief van de notaris, ingekomen op 11 november 2019.

1.2.      De klachtzaak is op de zitting van 11 december 2019 behandeld. Zowel klagers als de notaris zijn naar de zitting gekomen. Allen hebben het woord gevoerd, de notaris aan de hand van door hem overgelegde pleitaantekeningen.

2.         De feiten

2.1.      De heer [ naam vader ] (hierna: vader) is geboren op 14 april 1933. Zijn vrouw is overleden. Vader heeft vijf kinderen: [ A ], [ B ], [ C ], [ klager ] (klager) en [ klaagster ] (klaagster).

2.2.      Vader is in mei 2019 verhuisd naar een zorginstelling.

2.3.      Op 14 juni 2019 heeft [ Y ], arts, een verklaring afgegeven waarin staat dat zij vader niet wilsbekwaam acht om een algehele volmacht te ondertekenen.

2.4.      Op 19 augustus 2019 heeft klager per e-mail aan (het kantoor van) de notaris gevraagd of (het kantoor van) de notaris betrokken was bij het verzorgen van een volmacht van vader ten behoeve van [ A ]. Dezelfde dag heeft (een medewerker van) de notaris geantwoord dat zij gebonden zijn aan de wettelijke geheimhoudingsplicht.

2.5.      Nadien is er nog diverse malen per e-mail contact geweest tussen partijen, maar dit heeft partijen niet nader tot elkaar gebracht.

3.         De klacht en het verweer

3.1.      Klagers hebben hun ‘huisnotaris’ advies gevraagd hoe zij een en ander met betrekking tot de zorg en de financiën van vader kunnen regelen. Die notaris gaf aan dat als vader een volmacht wilde afgeven aan (een van) zijn kinderen, hij een verklaring omtrent de wilsbekwaamheid van vader van een onafhankelijk arts wilde hebben alvorens de volmacht kon worden opgemaakt. Dit advies konden klagers goed begrijpen. Vervolgens heeft mevrouw [ Y ] de wilsbekwaamheid van vader onderzocht en een verklaring afgegeven. Omdat vader volgens de verklaring van mevrouw [ Y ] niet wilsbekwaam kon worden geacht, heeft de ‘huisnotaris’ geen volmacht voor vader opgesteld, aldus klagers.

Klagers stellen dat de notaris wel een volmacht heeft opgesteld waarbij vader volmacht heeft verleend aan [ A ]. Vader was echter niet wilsbekwaam om een dergelijke volmacht op te stellen. Klagers verwijten de notaris dat hij zijn zorgplicht heeft geschonden doordat hij het belang van vader niet voorop heeft gesteld.

3.2.      De notaris stelt dat hij vanwege zijn geheimhoudingsplicht klagers niet kan informeren over hetgeen vader al dan niet bij hem zou hebben geregeld.

4.         De beoordeling

4.1.      Alvorens de klacht van klagers inhoudelijk kan worden beoordeeld, dient de kamer eerst te beoordelen of de klacht ontvankelijk is.

4.2.      In artikel 99 lid 1 van de Wet op het notarisambt (hierna: Wna) staat dat klachten kunnen worden ingediend door een ieder die daarbij enig redelijk belang heeft. De kamer dient daarom te onderzoeken of klagers een belang hebben.

4.3.      Klagers stellen dat vader heeft verklaard dat hij bij de notaris een volmacht heeft laten opstellen. De notaris heeft in zijn verweer aangevoerd dat hij dit vanwege zijn geheimhoudingsplicht noch kan ontkennen noch kan bevestigen. De kamer kan daarom niet vaststellen of sprake is van een door de notaris opgestelde volmacht.

4.4.      Voor zover er al sprake zou zijn van een door de notaris opgemaakte volmacht, dan is de kamer van oordeel dat klagers hierbij niet als belanghebbende kunnen worden aangemerkt. Klagers staan buiten een eventuele rechtsverhouding tussen vader en [ A ].

4.5.      In lijn met de uitspraak van het Gerechtshof Amsterdam van 16 april 2019 (ECLI:NL:GHAMS:2019:1383) komt de kamer tot het oordeel dat het enkele feit dat sprake is van een zorgrelatie tussen vader en klagers onvoldoende is om te kunnen worden aangemerkt als belanghebbende. Het feit dat een kind zich emotioneel verbonden voelt met zijn of haar vader, is - hoe belangrijk en invoelbaar ook - onvoldoende om een rechtstreeks of afgeleid belang vast te kunnen stellen. Een andere directe of indirecte betrokkenheid van klagers die aangemerkt zou kunnen worden als een belang van klagers in de zin van artikel 99 lid 1 Wna is naar het oordeel van de kamer niet c.q. onvoldoende aangetoond. Daarom zal de kamer de klacht niet-ontvankelijk verklaren.

4.6.      Omdat klagers niet kunnen worden aangemerkt als belanghebbende bij de vermeende volmacht, heeft de notaris zich terecht beroepen op zijn geheimhoudingsplicht.

 5.         De beslissing

De kamer voor het notariaat in het ressort Arnhem-Leeuwarden

-          verklaart de klacht niet-ontvankelijk.

Deze beslissing is gegeven door mr. M.J.C. van Leeuwen, voorzitter, mr. D.E.M.J. Eggels en mr. F. Drost, leden, en in tegenwoordigheid van mr. K.K.H. Wagemaker, secretaris, door de voorzitter in het openbaar uitgesproken op 20 december 2019.

De secretaris

De voorzitter

Tegen deze beslissing van de kamer voor het notariaat kunnen partijen binnen dertig dagen na de datum van verzending van deze beslissing hoger beroep instellen bij het gerechtshof Amsterdam, Postbus 1312, 1000 BH Amsterdam.