ECLI:NL:TGZREIN:2019:84 Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Eindhoven 19109

ECLI: ECLI:NL:TGZREIN:2019:84
Datum uitspraak: 18-12-2019
Datum publicatie: 18-12-2019
Zaaknummer(s): 19109
Onderwerp: Grensoverschrijdend gedrag
Beslissingen: Gegrond, gedeeltelijke ontzegging
Inhoudsindicatie: De verpleegkundige is gedurende een paar maanden een persoonlijke grensoverschrijdend relatie aangegaan met een aan zijn zorg toevertrouwde patiënte. Verweerder wist hij dat het een kwetsbare patiënte betrof. Ondanks het feit dat verweerder wist dat wat hij deed niet kon en mocht, bood hij daar geen weerstand tegen en heeft hij de contacten met patiënte voortgezet. Hij heeft latere contacten niet gemeld en is er niet uit zichzelf mee gestopt. Schorsing van de aan de inschrijving in het register verbonden bevoegdheden voor de duur van één jaar.

Uitspraak: 18 december 2019

 

HET REGIONAAL TUCHTCOLLEGE VOOR DE GEZONDHEIDSZORG

TE EINDHOVEN

heeft het volgende overwogen en beslist omtrent de op 21 mei 2019 binnengekomen klacht van:

[A]

gevestigd te [B]

klaagster

gemachtigde mr. H.J. Hangelbroek te ‘s-Gravenhage

tegen:

[C]

verpleegkundige

destijds werkzaam te [D]

verweerder

gemachtigde B.M.A. Harmeling te Etten-Leur

1. Het verloop van de procedure

Het college heeft kennisgenomen van:

-       het klaagschrift;

-       de volmacht ontvangen van klaagster op 1 augustus 2019;

-       het verweerschrift;

-       de brief van verweerder ontvangen op 6 november 2019.

Partijen hebben geen gebruik gemaakt van het aangeboden mondelinge vooronderzoek.

De klacht is ter openbare zitting van 8 november 2019 behandeld. Partijen waren aanwezig. Klaagster werd vertegenwoordigd door haar gemachtigde. Verweerders gemachtigde was met bericht afwezig.

2. De feiten

Het gaat in deze zaak om het volgende.

Verweerder is sociaal psychiatrisch verpleegkundige en was tot 29 januari 2019 werkzaam bij klaagster. Op 30 augustus 2018 is verweerder buiten werktijd gaan wandelen met een patiënte die bij hem in behandeling was. Hij heeft die dag met haar gezoend. Verweerder heeft dit gemeld bij klaagster en spijt betoond. Op 10 oktober 2019 heeft hij daarvoor een officiële waarschuwing gekregen. Verder zijn er gesprekken geweest met verweerder, is er een verbetertraject gestart en zijn er afspraken gemaakt met verweerder. Een van de afspraken was dat verweerder de behandeling van patiënte zou staken. Tijdens die gesprekken met klaagster heeft verweerder niet aangegeven dat hij nog contact had met patiënte. Op 28 januari 2019 ontving klaagster een e-mail van de partner van patiënte. Daaruit bleek dat de privécontacten tussen verweerder en patiënte nog steeds voortduurden. In een gesprek met het management van klaagster bevestigde verweerder dat de contacten hadden voortgeduurd. Verweerder is hierop op staande voet ontslagen.

3. Het standpunt van klaagster en de klacht

Verweerder wordt verweten dat hij een persoonlijke grensoverschrijdende relatie is aangegaan met een aan zijn zorg toevertrouwde patiënte en dat hij de eerder gemaakte afspraken hieromtrent heeft geschonden.

4. Het standpunt van verweerder

Verweerder neemt de verantwoordelijkheid voor zijn handelen. Hij ziet dat hij geen juiste distantie heeft gehouden en veel te veel ingezogen is geraakt in een hulpverleningsrelatie en niet heeft weten te handelen om dit te keren. Hij is verliefd geworden op patiënte en heeft daarom zijn privécontacten met haar voortgezet. Hij weet dat het door hem vertoonde gedrag niet mag en nooit mag. Vanwege hetgeen hem nu na 38 jaar werkzaam te zijn geweest in de hulpverlening is overkomen, is verweerder vroegtijdig met pensioen gegaan.

5. De overwegingen van het college

Het college acht de klacht gegrond gelet op de feiten zoals hierboven weergegeven en die ook door verweerder worden erkend. Het gedrag van verweerder is zonder meer als grensoverschrijdend te bestempelen. Het college neemt verweerder kwalijk dat hij, ondanks het feit dat hij wist dat wat hij deed niet kon en mocht, daar geen weerstand tegen heeft geboden en de contacten met patiënte heeft voortgezet. Hij heeft deze latere contacten niet gemeld aan klaagster en is er niet uit zichzelf mee gestopt. Daarmee staat vast dat verweerder de afspraken die hij met klaagster heeft gemaakt geschonden heeft.

De maatregel

Gelet op de aard van de verweten gedragingen, te weten grensoverschrijdend gedrag jegens een patiënte, is de maatregel van schorsing op zijn plaats. Daarbij houdt het college er enerzijds rekening mee dat de gedragingen van verweerder zich over een aantal maanden hebben uitgestrekt en niet uit zichzelf zijn gestopt. Daarenboven wist hij dat het een kwetsbare patiënte betrof. Anderzijds houdt het college rekening met het feit dat verweerder het laakbare van zijn handelen inziet en op staande voet is ontslagen.

Om redenen, aan het algemeen belang ontleend, zal deze beslissing worden gepubliceerd.

6. De beslissing

Het college:

-       verklaart de klacht gegrond;

-       schorst de bevoegdheid van verweerder om de aan de inschrijving in het register  verbonden bevoegdheden uit te oefenen voor de duur van één jaar;

-       bepaalt dat deze beslissing nadat deze onherroepelijk is geworden in geanonimiseerde vorm in de Nederlandse Staatscourant zal worden bekendgemaakt en ter publicatie zal worden aangeboden aan het Tijdschrift Nursing.

Aldus beslist door P.P.M. van Reijsen als voorzitter, E.C.M. de Klerk als lid-jurist,

A. Petiet, M. IJzerman en G.P. Haas als leden-beroepsgenoten, in aanwezigheid van

K. Hoebers-Provoost als secretaris en uitgesproken op 18 december 2019 in aanwezigheid van de secretaris.