ECLI:NL:TGZRAMS:2013:6 Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Amsterdam 2012/106T

ECLI: ECLI:NL:TGZRAMS:2013:6
Datum uitspraak: 09-07-2013
Datum publicatie: 09-07-2013
Zaaknummer(s): 2012/106T
Onderwerp: Overige klachten
Beslissingen: Niet-ontvankelijk
Inhoudsindicatie: Klaagster verwijt de tandarts, die bij haar in dienst was, oncollegiaal gedrag. De tandarts heeft ten onrechte meldingen gedaan over de praktijken van klaagster bij de Nationale Zorgautoriteit en de Inspectie voor de Gezondheidszorg. Daarbij verwijt klaagster de tandarts dat zij haar in een negatief daglicht heeft gesteld , computervredebreuk en schending van beroeps- en bedrijfsgeheim heeft gepleegd. Bovendien zou de tandarts valselijke declaraties hebben opgesteld. Niet-ontvankelijk.

REGIONAAL TUCHTCOLLEGE VOOR DE GEZONDHEIDSZORG

TE AMSTERDAM

Het college heeft het volgende overwogen en beslist omtrent de op 13 maart 2012 en 10 april 2012 binnengekomen klachten van:

de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid

A ,

gevestigd te B,

k l a a g s t e r,

en/of

C,

(voorheen) werkzaam te B,

k l a g e r,

tegen

D,

tandarts,

wonende te E,

destijds werkzaam te B,

v e r w e e r s t e r,

gemachtigde mr. J. Koekkoek, advocaat te Haarlem.

1. Het verloop van de procedure

Het college heeft kennisgenomen van:

-                     de klaagschriften met bijlagen;

-                     het aanvullende klaagschrift met bijlagen;

-                     het verweerschrift met bijlagen;

-                     de correspondentie betreffende het vooronderzoek;

-                     het proces-verbaal van de terechtzitting van 29 januari 2013;

-                     de brief van klager van 17 april 2013 met bijlagen;

-                     de brieven van 24 en 26 april 2013 van de gemachtigde van verweerster, met bijlagen;

-                     de brief van 4 juni 2013 van F, curator van A.

De klachten zijn op 14 mei 2013 ter openbare terechtzitting behandeld. Aanwezig waren de heer C en mr. Koekkoek. Verweerster was afwezig met bericht van verhindering.

2. De overwegingen van het college

2.1 In de brief van 4 juni 2013 heeft de curator van de op 27 november 2012 gefailleerde vennootschap A te kennen gegeven de klachtprocedure niet over te nemen. Het college zal de behandeling van de klacht staken, omdat niet is gebleken dat de behandeling, om redenen aan het algemeen belang ontleend, moet worden voortgezet en evenmin is gebleken dat verweerster voortzetting van de behandeling verlangt.

2.2 Voor zover C in de onderhavige zaak ook als klager moet worden beschouwd, zal hij in zijn klacht niet-ontvankelijk worden verklaard. Zijn klacht bevat een groot aantal, grotendeels buiten het tuchtrecht vallende verwijten richting verweerster, die hun oorsprong hebben in de voormalige samenwerking tussen A en verweerster. C heeft niet aannemelijk weten te maken waarom hij als klachtgerechtigde in de zin van artikel 65 van de Wet op de beroepen in de individuele gezondheidszorg dient te worden aangemerkt. De omstandigheid dat hij ten tijde van de samenwerking bestuurder van A was, is daarvoor in ieder geval onvoldoende.

3. De beslissing

Het Regionaal Tuchtcollege:

-bepaalt dat de behandeling van de klacht van A zal worden gestaakt;

- verklaart C in zijn klacht niet-ontvankelijk.

Aldus gewezen op 14 mei 2013 door:

mr. E.A. Messer, voorzitter,

H.C. van Renswoude, E.M.J. Muller en M.M.L.F. Smulders, leden-beroepsgenoten,

mr. Q.R.M. Falger, lid-jurist,

mr. S.S. van Gijn, als secretaris,

en in het openbaar uitgesproken ter terechtzitting van 9 juli 2013 door de voorzitter in aanwezigheid van de secretaris.

w.g. E.A. Messer, voorzitter

w.g. S.S. Van Gijn, secretaris