ECLI:NL:TGDKG:2018:186 kamer voor gerechtsdeurwaarders Amsterdam 634236

ECLI: ECLI:NL:TGDKG:2018:186
Datum uitspraak: 05-06-2018
Datum publicatie: 04-02-2019
Zaaknummer(s): 634236
Onderwerp: Ambtshandelingen (art. 2 Gdw)
Beslissingen:
Inhoudsindicatie: inbeslagname goederen. Foto's nemen door het raam door de gerechtsdeurwaarder is toegestaan.

KAMER VOOR GERECHTSDEURWAARDERS TE AMSTERDAM

Beslissing van 5 juni 2018 zoals bedoeld in artikel 39, vierde lid, van de Gerechtsdeurwaarderswet inzake de beschikking van 15 augustus 2017 met zaaknummer C/13/619635 DW RK en het daartegen ingestelde verzet met zaaknummer C/13/634236 / DW RK 17/842  ingesteld door:

,

wonende te ,

klaagster,

tegen:

,

gerechtsdeurwaarder te ,

beklaagde.

1. Ontstaan en verloop van de procedure

Bij brief ingekomen op 1 december 2016, heeft klaagster een klacht ingediend tegen beklaagde, hierna: de gerechtsdeurwaarder. Bij verweerschrift, ingekomen op 14 december 2016, heeft de gerechtsdeurwaarder op de klacht gereageerd. Bij beslissing van 15 augustus 2017 heeft de voorzitter de klacht als kennelijk ongegrond afgewezen. Klaagster is een afschrift van de beslissing van de voorzitter toegezonden bij brief van 15 augustus 2017. Bij brief, ingekomen op 16 augustus 2017, heeft klaagster verzet ingesteld tegen de beslissing van de voorzitter. Klaagster heeft meegedeeld niet ter zitting te zullen verschijnen. Het verzetschrift is behandeld ter openbare terechtzitting van 13 april 2018 alwaar de gerechtsdeurwaarder is verschenen. Van de behandeling ter zitting zijn aantekeningen gemaakt. De uitspraak is bepaald op 5 juni 2018.

2. De ontvankelijkheid van het verzet

Klaagster heeft verzet ingesteld binnen veertien dagen na de dag van verzending van een afschrift van voormelde beslissing van de voorzitter, zodat zij in het verzet kan worden ontvangen.

3. De feiten

Uitgegaan wordt van de volgende feiten en omstandigheden:

-          klaagster is op 28 januari 2014 door de strafrechter veroordeeld tot het betalen van een schadevergoeding van €, te vermeerderen met de wettelijke rente vanaf 18 januari 2013 tot aan de dag van de algehele voldoening;

-          dit vonnis is op 11 juli 2016 betekend aan klaagster;

-          op 4 oktober 2016 heeft de gerechtsdeurwaarder beslag gelegd op roerende zaken van klaagster.

4. De oorspronkelijke klacht

Klaagster beklaagt zich er samengevat over dat de gerechtsdeurwaarder zonder haar toestemming aan de achterkant van haar huis is gekomen, zich niet heeft gelegitimeerd en foto’s heeft gemaakt door het raam. De gerechtsdeurwaarder heeft gedreigd de gehele inboedel en de honden in beslag te nemen. Deze spullen zijn niet van haar maar van haar vriend. De gerechtsdeurwaarder heeft een grote mond opgezet. Hij heeft niet gereageerd op e-mailberichten en pogingen tot telefonisch contact. Daarnaast heeft hij de voordeur beschadigd door een brief er op te plakken. Na dit gebeuren heeft klaagster gezondheidsklachten gekregen.

5. De beslissing van de voorzitter

5.1 De voorzitter heeft als volgt op de klacht overwogen:

4.1 Op grond van artikel 34 lid 1 van de Gerechtsdeurwaarderswet zijn gerechtsdeurwaarders, waarnemend gerechtsdeurwaarders, toegevoegd gerechtsdeurwaarders, kandidaat -gerechtsdeurwaarders en degene die is toegevoegd in het kader van de stageverplichting bij de in artikel 25, eerste lid bedoelde opleiding, onderworpen aan tuchtrechtspraak ter zake van enig handelen of nalaten in strijd met enige bij of krachtens deze wet gegeven bepaling en ter zake van enig handelen of nalaten dat een behoorlijk gerechtsdeurwaarder niet betaamt. Ter beoordeling staat of de handelwijze van de gerechtsdeurwaarder een tuchtrechtelijk verwijtbare gedraging in de zin van dit artikel oplevert.

4.2 Dit is niet het geval. Hiertoe dient het volgende. Op grond van het bepaalde in artikel 444 van het Wetboek van Burgerlijke Rechtsvordering heeft een gerechtsdeurwaarder ter inbeslagneming toegang tot elke plaats, voor zover dat redelijkerwijs voor de invulling van zijn taak noodzakelijk is. Uit het opgemaakte proces-verbaal van beslaglegging blijkt dat de gerechtsdeurwaarder zich heeft gelegitimeerd. Hij heeft toegang tot de woning van klaagster gevraagd, hetgeen zij heeft geweigerd. De gerechtsdeurwaarder is daarop niet in de woning geweest, maar heeft door het raam foto’s gemaakt van de in beslag te nemen goederen. Het maken van foto’s van de beslagen zaken is niet tuchtrechtelijk laakbaar. Vervolgens heeft de gerechtsdeurwaarder een brief op de voordeur geplakt. De gerechtsdeurwaarder heeft de door klager gestelde schade gemotiveerd bestreden. Nu door klaagster niet nader wordt toegelicht welke schade door toedoen van de gerechtsdeurwaarder is veroorzaakt kan op dit punt niets worden vastgesteld.

4.3 Voorts heeft klaagster zich beklaagd over de bejegening door de gerechtsdeurwaarder en het niet reageren op telefonisch contact en e-mailberichten. Uit de door de gerechtsdeurwaarder overgelegde e-mailberichten blijkt dat hij wel heeft gereageerd en wel op 4 oktober 2016 en 10 oktober 2016. De gerechtsdeurwaarder heeft daarbij de partner van klaagster uitgenodigd aan te tonen dat de in beslag genomen roerende zaken hem in eigendom toebehoren. Hierop is niet gereageerd door klaagster of haar partner. Ten aanzien van de bejegening merkt de voorzitter op de klacht daarover niet nader is onderbouwd, zodat deze geen aanknopingspunten biedt voor een verdere beoordeling.

5.2 Op grond hiervan heeft de voorzitter de klacht als kennelijk ongegrond afgewezen.

6. De gronden van het verzet

In verzet heeft klaagster aangevoerd dat de gerechtsdeurwaarder zich niet heeft gelegitimeerd en hij zonder klaagsters toestemming zich achter het huis heeft begeven. De gerechtsdeurwaarder had geen toestemming om achter het huis foto’s te nemen. Klaagster heeft hem wel vijf maal verzocht de plaats te verlaten. Zij kreeg een grote mond van de gerechtsdeurwaarder. De verf van de voordeur is beschadigd door de sticker die de gerechtsdeurwaarder op de deur heeft geplakt. Klaagster heeft gezondheidsklachten gekregen door het optreden van de gerechtsdeurwaarder.

7. De beoordeling van de gronden van het verzet

7.1 Het verzet kan naar het oordeel van de Kamer niet slagen. Het onderzoek in verzet heeft naar het oordeel van de Kamer niet geleid tot vaststelling van andere feiten dan wel tot andere beschouwingen en gevolgtrekkingen dan die vervat in de beslissing van de voorzitter waarmee de Kamer zich verenigt. De Kamer acht de beslissing van de voorzitter daarom juist en de door klaagster aangevoerde gronden geven geen aanleiding de motivering van de beslissing aan te passen.

7.2 Op grond van het voorgaande wordt beslist als volgt.

BESLISSING:

De Kamer voor Gerechtsdeurwaarders:

-       verklaart het verzet ongegrond.

Aldus gegeven door mr. W.M. de Vries, plaatsvervangend-voorzitter,

mr. E. Diepraam en mr. J.N. Reijn, leden, uitgesproken ter openbare terechtzitting van 5 juni 2018, in tegenwoordigheid van de secretaris.

Tegen deze beslissing staat op grond van het bepaalde in artikel 39, lid 4 van de Gerechtsdeurwaarderswet geen rechtsmiddel open.