ECLI:NL:TGDKG:2017:223 kamer voor gerechtsdeurwaarders Amsterdam 543.2017

ECLI: ECLI:NL:TGDKG:2017:223
Datum uitspraak: 24-10-2017
Datum publicatie: 05-03-2018
Zaaknummer(s): 543.2017
Onderwerp: KBvG
Beslissingen: Geldboete
Inhoudsindicatie: Onvoldoende studiepunten behaald. Klacht gegrond. Geldboete opgelegd conform de door het Gerechtshof vastgestelde norm.

Beslissing van 24 oktober 2017 zoals bedoeld in artikel 43 van de Gerechtsdeurwaarderswet inzake de klacht met nummer C/13/629468 / DW RK 17/543 ingesteld door:

[…],

gevestigd te […],

klaagster,

gemachtigde: […],

tegen:

[…],

gerechtsdeurwaarder te […],

beklaagde,

gemachtigde: […].

Ontstaan en loop van de procedure

Bij brief met bijlagen, ingekomen op 26 mei 2017, heeft klaagster een klacht ingediend tegen beklaagde, hierna: de gerechtsdeurwaarder. Bij verweerschrift, ingekomen op 1 augustus 2017, heeft de gerechtsdeurwaarder op de klacht gereageerd. De klacht is behandeld ter openbare terechtzitting van 12 september 2017 alwaar de gemachtigde van klaagster en de gerechtsdeurwaarder (en diens gemachtigde) zijn verschenen. Van de behandeling ter zitting zijn aantekeningen gemaakt. De uitspraak is bepaald op 24 oktober 2017.

1. De feiten

Uitgegaan wordt van de volgende feiten en omstandigheden:

- De Verordening bevordering vakbekwaamheid KBvG verplicht ieder lid zich bij te scholen. Aan deze verplichting is voldaan als een lid binnen een aaneensluitende periode van twee kalenderjaren, in dit geval de periode 2015-2016, minimaal 30 opleidingspunten heeft behaald.

- In januari 2017 is de gerechtsdeurwaarder door klaagster op de hoogte gesteld dat hij over de periode 2015-2016 te weinig PE-punten heeft gehaald.

- Bij e-mail van 4 januari 2017 heeft de gerechtsdeurwaarder een verklaring voor het tekort aan PE-punten gegeven en verzocht om de punten in te halen.

- Bij brief van 8 februari 2017 heeft klaagster het verzoek van de gerechtsdeurwaarder afgewezen.

2. De klacht

Klaagster verwijt de gerechtsdeurwaarder zich niet te hebben gehouden aan de uit de Verordening bevordering vakbekwaamheid KBvG voortvloeiende verplichting om het benodigde aantal PE-punten (30) voor het jaar 2015-2016 te behalen.

3. Het verweer van de gerechtsdeurwaarder

De gerechtsdeurwaarder heeft de klacht niet weersproken, maar heeft wel de omstandigheden belicht waaronder de tekortkoming heeft plaatsgevonden. Voor zover van belang wordt hierna op zijn reactie ingegaan.

4. De beoordeling van de klacht

4.1 Op grond van artikel 34 lid 1 van de Gerechtsdeurwaarderswet zijn gerechtsdeurwaarders, waarnemend gerechtsdeurwaarders, toegevoegd gerechtsdeurwaarders, kandidaat -gerechtsdeurwaarders en degene die is toegevoegd in het kader van de stageverplichting bij de in artikel 25, eerste lid bedoelde opleiding, onderworpen aan tuchtrechtspraak ter zake van enig handelen of nalaten in strijd met enige bij of krachtens deze wet gegeven bepaling en ter zake van enig handelen of nalaten dat een behoorlijk gerechtsdeurwaarder niet betaamt. Ter beoordeling staat of de handelwijze van de gerechtsdeurwaarder een tuchtrechtelijk verwijtbare gedraging in de zin van dit artikel oplevert.

4.2 Vast is komen te staan dat de gerechtsdeurwaarder over de periode 2015-2016

17,5 opleidingspunten te weinig heeft behaald. De Kamer acht de klacht daarom gegrond. De gerechtsdeurwaarder heeft niet voldaan aan zijn wettelijke verplichting. De door de gerechtsdeurwaarder vermelde omstandigheden op grond waarvan niet tijdig aan de verplichting is voldaan, komen voor zijn risico en doen niet af aan de verplichting die de Verordening hem oplegt.

4.3 De Kamer ziet aanleiding tot het opleggen van na te noemen maatregel. Onweersproken is dat gerechtsdeurwaarder in de betreffende periode onvoldoende opleidingspunten heeft behaald. Gelet op de (door klaagster ter zitting aangehaalde) uitspraak van het gerechtshof Amsterdam (ECLI:NL:GHAMS: 2008:BF2209) zal de Kamer de gerechtsdeurwaarder een boete van € 200,00 per niet behaalde punt opleggen.

4.4 Op grond van het voorgaande wordt beslist als volgt.

BESLISSING

De Kamer voor Gerechtsdeurwaarders:

- verklaart de klacht gegrond.

- legt de gerechtsdeurwaarder de maatregel op tot betaling van een geldboete van € 3.500,00 met aanzegging dat de Kamer de ex artikel 43 lid 5 van de gerechtsdeurwaarderswet door haar te bepalen termijn en de wijze waarop de gerechtsdeurwaarder de boete moet voldoen, na het onherroepelijk worden van deze beslissing per aangetekende brief aan de gerechtsdeurwaarder zal mededelen.

Aldus gegeven door mr. L. van Berkum, plaatsvervangend-voorzitter, en mr. E. Diepraam en mr. J.N. Reijn, leden en uitgesproken ter openbare terechtzitting van 24 oktober 2017, in tegenwoordigheid van de secretaris.

Tegen deze beslissing kan binnen dertig dagen na dagtekening van verzending van het afschrift van de beslissing, hoger beroep worden ingesteld bij het gerechtshof Amsterdam, Postbus 1312, 1000 BH Amsterdam.