ECLI:NL:TADRSHE:2018:175 Raad van Discipline 's-Hertogenbosch 18-127/DB/ZWB

ECLI: ECLI:NL:TADRSHE:2018:175
Datum uitspraak: 03-12-2018
Datum publicatie: 05-12-2018
Zaaknummer(s): 18-127/DB/ZWB
Onderwerp: Tuchtprocesrecht, subonderwerp: Hoger beroep niet mogelijk
Beslissingen:
Inhoudsindicatie: Verzettermijn gaat in de dag na de dag waarop deze door de raad is verzonden. Verzet niet binnen 30 dagen ingediend. Geen verschoonbare reden. Verzet niet-ontvankelijk

Beslissing van de Raad van Discipline in het ressort  ‘s-Hertogenbosch

van 3 december 2018

in de zaak 18-127/DB/ZWB

naar aanleiding van het verzet tegen de beslissing van de voorzitter van de raad van discipline van 18 april 2018 inzake de klacht van:

klager

tegen:

verweerder

1          Verloop van de procedure

1.1      Bij brief aan de raad van 14 februari 2018 met kenmerk K17-144, door de raad per e-mail ontvangen op 14 februari 2018, heeft de deken van de Orde van Advocaten in het arrondissement Zeeland-West-Brabant de klacht ter kennis van de raad gebracht.

1.2      Bij beslissing van 18 april 2018 heeft de (plaatsvervangend) voorzitter van de raad (hierna: de voorzitter) met toepassing van artikel 46g lid 1 aanhef en sub a Advocatenwet klager niet-ontvankelijk verklaard, welke beslissing op   19 april 2018 per gewone en per aangetekende post is verzonden aan klager. Beide zendingen zijn door de raad retour ontvangen met daarop de mededeling van Post.nl “geweigerd”.

1.3      De griffier van de raad heeft per email van 14 mei 2018 klager omtrent deze retourzending bericht en voormelde beslissing van de voorzitter per e-mail van 14 mei 2018 nogmaals aan klager toegezonden. Klager heeft per email van 31 mei 2018 het volgende aan de raad geschreven: “Excuses voor mijn late reactie. Uw bericht werd geplaatst in de box ongewenst reclame’. Daarnaast is het zo dat ik tussentijds verhuisd ben.” Klager heeft in zijn email van 31 mei 2018 zijn nieuwe adresgegevens aan de griffie van de raad doorgegeven. Klager heeft per e-mail van 4 juni 2018 aan de raad bericht zich niet te kunnen en willen verenigen met de beslissing van de voorzitter en op grond van artikel 46 h lid 1 Advocatenwet binnen 30 dagen schriftelijk verzet te zullen doen.  Klager heeft bij brief van 11 juni 2018 door de raad per telefax ontvangen op 18 juni 2018, verzet ingesteld tegen de beslissing van de voorzitter.

1.4      Het verzet is behandeld ter zitting van de raad van 22 oktober 2018 in aanwezigheid van verweerder. Klager is ter zitting van de raad niet verschenen.

1.5      De raad heeft kennisgenomen van de beslissing van de voorzitter waarvan verzet en van de stukken waarop de beslissing blijkens de tekst daarvan is gegeven, alsmede van het verzetschrift van klager.

2          FEITEN en klacht

2.1      Voor een weergave van de vaststaande feiten en de omschrijving van de klacht verwijst de raad naar de beslissing van de voorzitter.

3          VERZET

De gronden van het verzet houden, zakelijk weergegeven, het volgende in:

Klager kan zich niet verenigen met het oordeel van de voorzitter omtrent de aan deze voorgelegde klachten. Klager was tijdens de echtscheidingsprocedure psychisch en fysiek ziek en heeft zich dus niet kunnen verweren. Verweerder wist dat. Daarom is klager het niet eens met het standpunt van verweerder. Klager heeft destijds ook zijn ongenoegen over het terugtrekken van verweerder kenbaar gemaakt bij de kantoorgenoot van verweerder. Klager reageerde minder snel dan gebruikelijk in het maatschappelijk verkeer vanwege zijn psychische problemen.

4          BEOORDELING

4.1      Ingevolge het bepaalde in de artikelen 46 j en 46 h van de Advocatenwet stond voor klager de mogelijkheid open om binnen dertig dagen na verzending van het afschrift van de beslissing van de voorzitter hiertegen verzet te doen bij de Raad van Discipline.

4.2      De beslissing van de voorzitter is op 19 april 2018 per gewone en per aangetekende post aan het bij de raad bekende adres van klager verzonden. De griffier van de raad heeft de mogelijkheid van verzet en de termijn waarbinnen het verzet moest zijn ingediend onder de beslissing aan klager medegedeeld. Klager had tot uiterlijk 19 mei 2018 de gelegenheid om verzet in te stellen tegen voormelde beslissing van de voorzitter. De griffie van de raad heeft de op 19 april 2018 per gewone en per aangetekende post verzonden brief van de griffier van 19 april 2018 retour ontvangen met de mededeling “geweigerd”. De griffier heeft de beslissing van de voorzitter op 14 mei 2018 voor de goede orde nogmaals per email aan klager verzonden. De verzending van 14 mei 2018 laat evenwel onverlet dat de verzettermijn reeds was ingegaan op 20 april 2018 en eindigde op 19 mei 2018. Bepalend is de dag waarop de beslissing is verzonden, welke datum van verzending onderaan de beslissing stond vermeld. Dat de per gewone en per aangetekende post verzonden brief van 19 april 2018 klager niet heeft bereikt wegens diens verhuizing maakt dit niet anders. Nu klager zijn gewijzigde adresgegevens niet tijdig aan de griffie van de raad heeft doorgegeven -klager heeft pas per email van 31 mei 2018 zijn nieuwe adresgegevens aan de griffie van de raad doorgegeven- komt dit voor risico van klager. Dit geldt eveneens voor de stelling van klager dat de email van de griffier van 14 mei 2018 vreemd is aangeleverd en in zijn postbus ‘ongewenste mail’ terecht is gekomen. Nu klager pas op 4 juni 2018 heeft bericht zich niet te kunnen verenigen met de beslissing van de voorzitter van 18 april 2018 en de raad pas op 12 juni 2018 een verzetschrift van klager heeft ontvangen, heeft klager niet tijdig verzet gedaan. Nu klager voorts geen concrete feiten en omstandigheden heeft aangevoerd, waaruit blijkt dat de overschrijding van de termijn verschoonbaar is, zal de raad het verzet niet-ontvankelijk verklaren.

BESLISSING

De raad van discipline:

verklaart het verzet niet-ontvankelijk.

Aldus beslist door mr. M.M.T. Coenegracht , voorzitter, mrs. N.M. Lindhout-Schot en A.A.M. Schutte , leden, bijgestaan door mr. I.J.M. Huysmans-van Opstal als griffier en uitgesproken in het openbaar op 3 december 2018.

Griffier                                                                      Voorzitter