ECLI:NL:TNORSHE:2018:7 Kamer voor het notariaat 's-Hertogenbosch SHE/2017/88

ECLI: ECLI:NL:TNORSHE:2018:7
Datum uitspraak: 16-04-2018
Datum publicatie: 05-07-2018
Zaaknummer(s): SHE/2017/88
Onderwerp: Overig
Beslissingen:
Inhoudsindicatie: Bepaalde nevenbetrekkingen van de notaris staan niet in het Register notariaat vermeld. Klager verzoekt de KNB om de notaris hier over aan te spreken. Notaris heeft (schijn van) samenwerking laten ontstaan (in strijd met artikel 4, zevende lid, van de Verordening interdisciplinaire samenwerking 2015) alsmede een nevenbetrekking niet doorgegeven waartoe hij gelet op artikel 11 Wna wel gehouden was. Waarschuwing.

Klachtnummer : SHE/2017/88

Datum uitspraak : 16 april 2018

KAMER VOOR HET NOTARIAAT IN HET RESSORT ’s-HERTOGENBOSCH

De kamer voor het notariaat neemt de volgende beslissing naar aanleiding van de klacht van:

de heer [bestuurder] , handelend in zijn hoedanigheid als bestuurder en aandeelhouder van [klager] B.V.,

en

de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid [klager] B.V. ,

gevestigd te […],

hierna in het enkelvoud aan te duiden als klager,

tegen

notaris de heer mr. [naam notaris] (hierna: de notaris),

gevestigd in […],

(gemachtigde: mr. [advocaat notaris]).

1. De procedure

1.1. Klager heeft op 13 augustus 2017 een brief (met bijlagen) verstuurd aan de Koninklijke Notariële Beroepsorganisatie (hierna: KNB). In deze brief maakt klager er melding van dat, zijns inziens, bepaalde nevenbetrekkingen van de notaris niet in het Register notariaat staan vermeld. Klager verzoekt de KNB om de notaris hier over aan te spreken.

1.2. De KNB heeft deze brief van klager aangemerkt als een klacht gericht tegen de notaris en doorgestuurd naar de kamer voor het notariaat (hierna: de kamer).

1.3. De notaris heeft een verweerschrift (met bijlagen) ingediend, waarna de (plaatsvervangend) voorzitter heeft bepaald dat de klacht ter zitting van de kamer moet worden behandeld.

1.4. De klacht is behandeld ter zitting van 19 februari 2018. Klager en de notaris zijn in persoon verschenen.

1.5. Na afloop van de zitting is de notaris in de gelegenheid gesteld om stukken in het geding te brengen. Op 26 februari 2018 heeft de notaris een e-mailcorrespondentie met de KNB van 1 december 2016 overgelegd waaruit volgt dat hij melding heeft gemaakt van het tijdelijk verhuren van een deel van zijn bedrijfspand aan een advocaat in afwachting van eigen huisvesting. Vervolgens heeft klager op deze stukken op 28 februari 2018 gereageerd.

2. De klacht

2.1. Klager stelt dat er op het kantooradres van de notaris een advocatenkantoor is gevestigd en hij vraagt zich af of de notaris de KNB daarvan op de hoogte heeft gesteld (klachtonderdeel 1). Klager stelt voorts dat twee samenwerkingsverbanden die de notaris is aangegaan niet in het Register notariaat staan vermeld. Klager maakt hier in zijn brief aan de KNB melding van en verzoekt de KNB de notaris hierover aan te spreken. Klager stelt dat de notaris een nauwe samenwerking is aangegaan met mr. [advocaat notaris], dit gelet op het feit dat de notaris als betrokken consultant staat vermeld op de website van [Z] (klachtonderdeel 2). Daarnaast stelt klager dat de notaris een samenwerking is aangegaan met EuregioLaw. EuregioLaw bestaat uit specialisten op het gebied van fiscalisten, notariaat en juridische coaching uit Nederland en Duitsland waar alle professionele disciplines samenkomen (klachtonderdeel 3). Beide nevenbetrekkingen staan niet vermeld in het Register notariaat. Klager meent deze twee samenwerkingsverbanden onder de aandacht van de KNB te moeten brengen en hij verzoekt de KNB om de notaris hierover aan te spreken.

2.2. De notaris heeft gemotiveerd verweer gevoerd tegen de klacht. De notaris heeft zich op het standpunt gesteld dat klager geen redelijk belang heeft als bedoeld in artikel 99, eerste lid, van de Wna en dat er sprake is van misbruik van klachtrecht. De notaris acht het enkel navragen bij de Kamer van Koophandel welke bedrijven op het adres [adres] te [plaats] gevestigd zijn, onvoldoende basis om een klacht in te dienen. De klacht kan dan ook niet anders gezien en beoordeeld worden in de trant van ‘ik gooi alles wat ik kan vinden omtrent de notaris in een klacht en de Kamer zoekt het daar maar uit’. Dat is misbruik van klachtrecht. Zonder redelijke onderbouwing en enkel een kale opmerking dient de klacht niet ontvankelijk worden verklaard, aldus de notaris.

Subsidiair stelt de notaris dat hij eigenaar is van het pand [adres] te [plaats] en dat hij daar praktijk voert maar niet de volledige ruimte van het pand nodig heeft en daarom ruimte verhuurd aan derden, te weten twee advocaten. Advocaten kennen soortgelijke normen en voorschriften om intern te waarborgen dat geheimhouding goed geregeld is. De notaris en de advocaten zijn geen samenwerking aangegaan en werken volstrekt gescheiden. Ook naar buiten toe is geen aanwijzing te vinden. Op het pand staat enkel en alleen een bord Notariaat [plaats] zonder enige aanwijzing dat er een advocaat gevestigd is. De notaris heeft de verhuur aan advocatenkantoren destijds voorgelegd aan de KNB voor advies en die maakten geen bezwaar. Ten bewijze hiervan heeft de notaris de onder punt 1.5 genoemde e-mailcorrespondentie overgelegd.

Ten aanzien van de gestelde samenwerking met [Z] zegt de notaris dat de website van mr. [advocaat notaris] hem, de notaris, niet regardeert en dat als mr. [advocaat notaris] in zijn advisering aan het MKB, behoefte heeft aan expertise door derden, mr. [advocaat notaris] deze inschakelt en dit eenieder kan zijn waarvan de klant aangeeft wie hij als deskundige wenst te benaderen. Als mr. [advocaat notaris] iemand zou verwijzen naar de notaris dan is het aan betrokkene zelf om contact met de notaris op te nemen en zaken met de notaris te bespreken. De notaris stelt dat hij geheel zelfstandig werkt en niet afhankelijk is van of een samenwerkingsverband heeft met mr. [advocaat notaris].

Ten aanzien van de EESV EuregioLaw stelt de notaris, ter zitting, dat dit een vereniging is en geen vennootschap, dat hij zich niet meer kan herinneren of hij daar een bestuursfunctie vervult of heeft vervuld.

3. De beoordeling

3.1. Op grond van artikel 93 van de Wet op het notarisambt (hierna: Wna) zijn notarissen aan het tuchtrecht onderworpen. De kamer dient de handelwijze van de notaris te toetsen aan de in dat wetsartikel omschreven tuchtnorm.

3.2. Ingevolge artikel 99, eerste lid, van de Wna kunnen klachten tegen notarissen, toegevoegd notarissen en kandidaat-notarissen, schriftelijk en met redenen omkleed, door een ieder met enig redelijk belang worden ingediend bij de kamer.

3.3. De kamer merkt, desgevraagd ter zitting, de brief van klager aan als een klacht dat de notaris door het niet melden van mogelijke nevenbetrekkingen zijn onpartijdigheid of onafhankelijkheid wordt of kan worden beïnvloed dan wel de eer of het aanzien van het ambt wordt of kan worden geschaad, als bedoeld in artikel 11, tweede lid, van de Wna.

3.4. In artikel 17, eerste lid, van de Wna is voorgeschreven dat de notaris zijn ambt in onafhankelijkheid uitoefent en dat hij de belangen van alle bij de rechtshandeling betrokken partijen op onpartijdige wijze en met de grootst mogelijke zorgvuldigheid behartigt. In het tweede lid is bepaald dat de notaris zijn ambt niet mag uitoefenen in dienstbetrekking of in enig ander verband waardoor zijn onafhankelijkheid of onpartijdigheid wordt of kan worden beïnvloed.

3.5. In artikel 18 van de Wna is bepaald dat een notaris een samenwerkingsverband kan aangaan met beoefenaren van een ander beroep, mits daardoor zijn onafhankelijkheid en onpartijdigheid niet wordt beïnvloed. In artikel 2 van de Verordening interdisciplinaire samenwerking 2015 (VIS 2015) is bepaald dat het een notaris niet is geoorloofd -direct, dan wel indirect- een samenwerkingsverband met beoefenaren van een ander beroep te onderhouden dan met -kort gezegd- advocaten en fiscaal juristen of fiscaal economen en octrooigemachtigden. Uit de toelichting bij die bepaling volgt dat een notaris alleen een samenwerking kan aangaan met deze beroepsbeoefenaren aangezien zij academisch gevormd zijn en zijn onderworpen aan een tuchtrecht dat vergelijkbaar is met dat voor notarissen, inclusief een geheimhoudingsplicht. In artikel 4 van die verordening is voorts bepaald dat de notaris -kort gezegd- indien hij een samenwerkingsverband aangaat, moet blijven waken voor zijn onafhankelijkheid en onpartijdigheid en dat hij zijn ambt als notaris naar behoren dient te blijven vervullen. In het zevende lid van artikel 4 is voorts bepaald dat de notaris voorkomt dat ten onrechte de suggestie wordt gewekt dat hij van een samenwerkingsverband deel uitmaakt.

3.6. De uitoefening door een (kandidaat-)notaris van een nevenbetrekking kan door de kamer op grond van artikel 11, tweede lid, van de Wna ongewenst worden verklaard, indien daardoor zijn onpartijdigheid of onafhankelijkheid wordt of kan worden beïnvloed, dan wel de eer of het aanzien van het ambt wordt of kan worden geschaad.

3.7. Naar het oordeel van de kamer is klager ontvankelijk in zijn klacht. Het werk van de notaris in de zaak waarin klager een klacht heeft ingediend, raakt klagers belang direct, zodat ook de publieke kant van diens ambtsbediening hem aangaat.

Klachtonderdeel 1

3.8. Dit klachtonderdeel is ongegrond. Uit hetgeen de notaris ter zitting heeft verklaard alsmede de overgelegde e-mailcorrespondentie tussen de notaris en de KNB volgt naar het oordeel van de kamer genoegzaam dat de notaris melding heeft gemaakt van deze situatie. Klager stelt dat uit het feit dat de advocaten en de notaris in hetzelfde bedrijfspand zitten volgt dat de notaris de schijn van samenwerking heeft gecreëerd, dat is niet voldoende. De kamer ziet zelf geen omstandigheden die zijn klacht ondersteunen. Daarnaast is niet gebleken van enige publicatie die een samenwerking zou suggereren tussen de advocaten en de notaris. Voorts heeft de notaris informatie ingewonnen bij de KNB. De KNB heeft de notaris aangegeven dat hij louter interne waarborgen diende te treffen. De notaris heeft hier –onbetwist- gehoor aangegeven zodat hij voldoende zorgvuldig heeft gehandeld.

Klachtonderdeel 2

3.9. Klager stelt dat de notaris ten onrechte deze nevenbetrekking niet heeft opgegeven aan het Register notariaat. Ambtshalve overweegt de kamer dat hier echter geen sprake is van een nevenbetrekking maar van het laten ontstaan van (de schijn van) samenwerking. Zo gelezen is dit klachtonderdeel gegrond. De kamer is van oordeel dat de website van [Z] de suggestie wekt dat de notaris met haar, de Group, samenwerkt. De uitleg van de notaris ter zitting heeft weliswaar duidelijk gemaakt dat hij geen verplichtingen jegens mr. [advocaat notaris] of de [Z] heeft, maar dat neemt niet weg dat wel de schijn van samenwerking is ontstaan. Deze schijn had de notaris, gelet op het bepaalde in artikel 4, zevende lid, van de Verordening interdisciplinaire samenwerking 2015 , wel moeten voorkomen. Dat deze website door mr. [advocaat notaris] of de [Z] is opgezet en wordt beheerd doet hier niet aan af, de notaris had kunnen en moeten eisen dat hij van deze website werd afgehaald. De notaris heeft in dit opzicht onvoldoende zorgvuldig gehandeld.

Klachtonderdeel 3

3.10. Klager stelt voorts dat de notaris ten onrechte zijn nevenbetrekking bij de EESV EuregioLaw niet heeft opgegeven aan het Register notariaat. Dit klachtonderdeel is gegrond. De kamer stelt vast dat EuregioLaw een rechtspersoon is in de vorm van een zogenaamde EESV, een Europees economisch samenwerkingsverband. Ter zitting heeft de notaris, desgevraagd, verklaard dat hij niet wist of hij wel of geen bestuursfunctie binnen deze EESV vervult of heeft vervuld. Uit het door klager op 28 februari 2018 overgelegde uittreksel van de Kamer van Koophandel (gedateerd op 19 februari 2018) volgt dat de EESV op het kantooradres van de notaris is gevestigd, dat de notaris een van de leden van deze EESV is alsmede dat hij een van de twee bestuurders is. Dat de notaris hiervan geen weet zou hebben en het ‘zou moeten nakijken’ zoals hij op de zitting heeft gezegd, acht de kamer onaanvaardbaar. De kamer is van oordeel dat de notaris van deze nevenbetrekking, gelet op hetgeen is bepaald in artikel 11 van de Wna, terstond opgave had moeten doen bij de KNB. Dat heeft de notaris nagelaten en daarmee heeft hij onvoldoende zorgvuldig gehandeld.

3.11. Gelet op het voorgaande zal de kamer de klacht wat betreft de onderdelen 2 en 3 gegrond verklaren en is de kamer van oordeel dat de ernst van de verweten gedraging het opleggen van de maatregel van een waarschuwing rechtvaardigt.

4. De beslissing

De kamer voor het notariaat:

- verklaart de klacht met betrekking tot klachtonderdeel 1 ongegrond en met betrekking tot klachtonderdelen 2 en 3 gegrond;

- legt aan de notaris de maatregel van een waarschuwing op.

Deze beslissing is gegeven door mr. P.M. Knaapen, plaatsvervangend voorzitter, mr. J.L.H.M. Snijders, plaatsvervangend rechterlijk lid, mr. L.J.M. Teunissen, notarislid, mr. R.L.G.M. Steegmans, plaatsvervangend notarislid, en mr. G.A.M. van Lith, belastinglid.

Uitgesproken in het openbaar op 16 april 2018 door mr. P.M. Knaapen , plaatsvervangend voorzitter, in tegenwoordigheid van de secretaris.

Hoger beroep tegen deze beslissing is mogelijk door indiening van een verzoekschrift - binnen dertig dagen na dagtekening van het aangetekend schrijven waarbij van deze beslissing is kennis gegeven - bij het gerechtshof in Amsterdam, postadres: postbus 1312, 1000 BH Amsterdam.