ECLI:NL:TNORARL:2017:31 Kamer voor het notariaat Arnhem-Leeuwarden C/05/312151 KL RK 16/139

ECLI: ECLI:NL:TNORARL:2017:31
Datum uitspraak: 06-06-2017
Datum publicatie: 04-08-2017
Zaaknummer(s): C/05/312151 KL RK 16/139
Onderwerp:
  • Personen- en Familierecht
  • Personen- en Familierecht
Beslissingen: Klacht ongegrond
Inhoudsindicatie:   Uit de feiten en omstandigheden blijkt de betrokkenheid van de medeklagers bij deze klacht van klaagster. De medeklagers zijn een dochter en schoonzoon van klaagster en zij treden in deze procedure ook op als haar gemachtigden. Genoemde betrokkenheid brengt echter op zichzelf geen zelfstandig klachtrecht met zich.   Enkele onderdelen van de klacht van klaagster zijn buiten de vervaltermijn ingediend.  

KAMER VOOR HET NOTARIAAT IN HET RESSORT ARNHEM-LEEUWARDEN                              

Kenmerk: C/05/312151 / KL RK 16/139

Beslissing van de kamer voor het notariaat op de klacht van

[ …], wonende te […],

gemachtigden en (mede)klagers: […] en […] , wonende te […],

tegen

[…],

notaris te […],

gemachtigde: mr. M. van der Pool, advocaat te Amsterdam.

Partijen worden hierna klaagster, medeklagers en notaris genoemd.

1. Het verloop van de procedure

1.1  Het verloop van de procedure blijkt uit

-       de klachtbrief, met bijlagen, van 24 november 2016, bij de kamer binnengekomen op 25 november 2016

-       een brief van de gemachtigden en medeklagers van klaagster van 4 december 2016

-       het verweer, met bijlagen, van de notaris van 30 januari 2017

-       een brief, met bijlage, van de notaris van 14 maart 2017

-       een email van klaagster van 27 maart 2017 met bijlagen.

1.2  De klachtzaak is ter zitting van 29 maart 2017 behandeld. Klaagster is niet in persoon verschenen, maar heeft zich doen vertegenwoordigen door haar gemachtigden, tevens medeklagers. De notaris is in persoon verschenen tezamen met haar gemachtigde.

2. De feiten

2.1 Klaagster heeft twee dochters en een zoon. Mevrouw [ A ], gemachtigde en medeklaagster in de onderhavige klachtprocedure (hierna ook: [ A ]), is de oudste dochter. Mevrouw [ B ] (hierna ook: [ B ]) is de jongste dochter.

2.2 Klaagster heeft op 10 juli 2012 bij de notaris een notariële volmacht ondertekend. Eveneens op 10 juli 2012 is door de notaris het testament van klaagster gepasseerd.

2.3 Met de volmacht van 10 juli 2012 is [ B ] aangesteld tot algemeen gevolmachtigde van klaagster. Aan de gevolmachtigde is onder meer volmacht gegeven om bankrekeningen te openen en te voeren en bedragen te storten en op te nemen. Ook is volmacht gegeven om registergoederen te verkrijgen, te verkopen, te ruilen en te leveren.

2.4 De woning van klaagster te […] is in 2015 verkocht en de levering is door de notaris verzorgd. Daarbij is gebruik gemaakt van de volmacht aan [ B ]. De verkoopopbrengst van de woning is naar een bankrekening van klaagster overgemaakt.

2.5 Op 30 augustus 2016 hebben klaagster en de medeklagers het kantoor van de notaris bezocht. Tijdens dat bezoek is aangegeven dat de volmacht van 10 juli 2012 zou moeten worden ingetrokken. De notaris heeft meegedeeld dat zij geen gevolg kan geven aan het verzoek.

2.6 Bij email van 13 oktober 2016 is de notaris geïnformeerd over het intrekken van de volmacht tijdens een kortgeding procedure op 10 oktober 2016 bij de rechtbank Noord-Nederland. Na ontvangst van het proces-verbaal van de zitting heeft de notaris op 14 oktober 2016 een aantekening van intrekking op de volmacht vermeld.

2.7 Conform het vermelde in het proces-verbaal van 10 oktober 2016 is overgegaan tot het benoemen van een professioneel bewindvoerder over de financiën van klaagster. Medeklaagster, dochter [ A ], en de zoon van klaagster zijn benoemd tot mentor over klaagster.

3. De klacht en het verweer

3.1 De klacht valt uiteen in de volgende onderdelen.

1. De volmacht van 10 juli 2012. Klaagster verwijt de notaris dat de volmacht te uitgebreid is. In ieder geval is de volmacht uitgebreider dan nodig voor een normaal beheer van geld en goederen. Ook bevat de volmacht ten onrechte de bepaling dat intrekking alleen bij de notaris kan plaatsvinden. Volgens klaagster zijn er extra hindernissen opgeworpen waardoor er naar haar mening sprake is van misleiding.

2. De omvang van de volmacht. Klaagster stelt zich op het standpunt dat de volmacht zodanig ruim is opgesteld dat daarmee onvoldoende acht is geslagen op haar belangen. Ook noemt klaagster dat de notaris niet heeft geïnformeerd naar het financieel beheer door [ B ]. Daarnaast noemt klaagster een aantal zaken die zien op de wijze waarop [ B ] van de volmacht gebruik heeft gemaakt en wijst klaagster op ongewenste gevolgen in combinatie met het opgemaakte testament.

3. Klaagster stelt zich op het standpunt dat het testament van 10 juli 2012 nietig is. Ook hier wijst klaagster op de combinatie met de door de volmacht mogelijk gemaakte keuzes. Klaagster noemt kwijting van giften en de gekozen executeur-testamentair.

4. Verkoop woning in 2015. Naar de mening van klaagster is de notaris ten tijde van de verkoop van de woning van klaagster in 2015 niet opgekomen voor haar belangen. De notaris heeft niet gereageerd op een email van [ A ] met de vraag om geïnformeerd te worden over een eventuele verkoop/levering.

5. De belangen van klaagster in augustus 2016. Volgens klaagster heeft [ B ] in 2016 opnieuw misbruik gemaakt van de volmacht. Daarna heeft klaagster, tezamen met  [ A ] en haar echtgenoot, de notaris op 30 augustus 2016 bezocht. Zij heeft de notaris gevraagd op de volmacht de aantekening te plaatsen dat deze is ingetrokken. De notaris heeft geweigerd dat te doen. Klaagster geeft aan dat zij vanwege de spanningen de namen van haar dochters door elkaar heeft gehaald. De notaris heeft dit volgens klaagster ten onrechte aangegrepen door te verklaren dat klaagster in de war was en dat om die reden geen gevolg kon worden gegeven aan haar verzoek.

6. De belangen van klaagster in september 2016. In september 2016 is door de advocaat van klaagster aangegeven dat de volmacht door klaagster is ingetrokken op 9 september 2016. Op het verzoek aan de notaris om dit op de volmacht te vermelden is de notaris niet ingegaan. Volgens klaagster heeft de notaris daarmee partijdig gehandeld. Ook heeft de hulpweigering er toe geleid dat klaagster al ongeveer € 8.000,= aan kosten voor een advocaat heeft moeten maken.

7. Klaagster geeft aan dat zij op verzoek van [ B ] veel documenten heeft getekend. Zij wilde in oktober 2016 weten welke stukken in het bijzijn van de notaris zijn getekend. In verband hiermee heeft zij al die stukken bij de notaris opgevraagd. Klaagster geeft aan dat de notaris geen gevolg geeft aan haar verzoeken. Zij wijst daarbij op telefonische verzoeken of emailberichten van 14, 16, 17 en 18 oktober 2016. Het van de notaris ontvangen stuk bij email van 20 oktober 2016 was al in het bezit van klaagster. Op een email van 4 november 2016 heeft de notaris niet gereageerd.

8. Communicatie. Volgens klaagster is bij de notaris sprake van onbehoorlijk communiceren. Klaagster geeft in dit verband aan dat de berichten over het niet afgeven van de stukken variëren. Eerst zou dat per email kunnen, maar later weer niet. Ook zou de notaris afwezig zijn tot 18 oktober 2016, terwijl ze toch op 14 oktober 2016 een aantekening op de volmacht plaatst. Ook weet men niet wanneer de notaris er wel of niet is en wordt door de notaris niet gereageerd op email.

3.2 De medeklagers scharen zich achter de klacht van klaagster en verzoeken de kamer deze klacht tevens als een door hun ingediende klacht te beschouwen.

3.3 Op het verweer van de notaris zal de kamer hierna, voor zover dat nodig is voor de beoordeling van de klacht, nader ingaan.

4. De beoordeling

4.1 Ingevolge artikel 93 lid 1 van de Wet op het notarisambt (hierna: Wna) zijn notarissen, toegevoegd notarissen en kandidaat-notarissen aan het tuchtrecht onderworpen ter zake van handelen of nalaten in strijd met hetzij enige bij of krachtens deze wet gegeven bepaling, hetzij met de zorg die zij behoren te betrachten ten opzichte van degenen te wier behoeve zij optreden en ter zake van handelen of nalaten dat een behoorlijk notaris, toegevoegd notaris of kandidaat-notaris niet betaamt. De kamer dient derhalve te onderzoeken of de handelwijze van de notaris een verwijtbare gedraging in de zin van dit artikel oplevert.

4.2 In artikel 99 lid 15 Wna is bepaald dat een klacht slechts kan worden ingediend gedurende drie jaren na de dag waarop de tot klacht gerechtigde van het handelen of nalaten van een notaris, toegevoegd notaris of kandidaat-notaris dat tot tuchtrechtelijke maatregelen aanleiding kan geven kennis heeft genomen.

De ontvankelijkheid van (de klacht van) de medeklagers

4.3 De medeklagers hebben bij brief van 4 december 2016 aangegeven dat zij zich aansluiten bij de klacht van klaagster. De klachtbrief van 24 november 2016 is als bijlage bijgevoegd.

4.4 Uit de feiten en omstandigheden blijkt de betrokkenheid van de medeklagers bij deze klacht van klaagster. De medeklagers zijn een dochter en schoonzoon van klaagster en zij treden in deze procedure ook op als haar gemachtigden. Genoemde betrokkenheid brengt echter op zichzelf geen zelfstandig klachtrecht met zich. Van belang is dat het hier aan de orde gestelde testament van 10 juli 2012 geen opengevallen testament betreft. Om die reden kunnen anderen dan de testatrice (in dit geval is dat klaagster) hier niet over klagen. Voor zover het gaat om de volmacht van 10 juli 2012 is van belang dat de medeklagers daarbij geen partij zijn. Ook de overige klachtonderdelen zien niet op handelingen of zaken waarbij de medeklagers partij waren. Gelet op het voorgaande zal de kamer de medeklagers niet ontvankelijk verklaren in hun klacht van 4 december 2016.

De ontvankelijkheid (in algemene zin) van de klacht van klaagster

4.5 Uit het door en namens klaagster gestelde en de daarbij overgelegde stukken blijkt dat klaagster geleidelijk aan meer begeleiding en/of verzorging nodig heeft en krijgt. In dat verband kan de vraag worden gesteld of klaagster wel wilde dat de klacht namens haar zou worden ingediend. De kamer overweegt dat hoewel de wilsbekwaamheid van klaagster ten aanzien hiervan wellicht niet geheel duidelijk is, het van belang is dat er   inmiddels een professionele bewindvoerder is aangesteld en dat er twee mentoren zijn benoemd die allen geen aanleiding hebben gezien om de klacht van klaagster in te trekken. De klacht zal derhalve als een door klaagster ingediende klacht worden beoordeeld.

De ontvankelijkheid van de klachtonderdelen 1, 2 en 3 van de klacht van klaagster.

4.6 Uit het op deze punten niet weersproken verweer van de notaris blijkt dat klaagster ten behoeve van de volmacht en het testament op 28 juni 2012 in persoon bij de notaris op kantoor is geweest. Daarbij zijn haar wensen en beweegredenen doorgenomen. Na een daarop gevolgd telefonisch overleg met klaagster zijn haar de ontwerpen van de akten op 3 juli 2012 toegezonden. Vervolgens is klaagster op 10 juli 2012 in persoon bij de notaris verschenen voor het passeren van de volmacht en het testament.

4.7 Het voorgaande brengt met zich dat de vervaltermijn van artikel 99 lid 15 Wna op 10 juli 2012 een aanvang heeft genomen. Van omstandigheden op grond waarvan dat in het onderhavige geval anders zou zijn is niet gebleken. De omstandigheid dat klaagster van mening lijkt te zijn dat enige tijd later niet juist is gehandeld door de gevolmachtigde maakt dit niet anders.

4.8 Het voorgaande leidt tot de slotsom dat de door de kamer op 25 november 2016 ontvangen klacht, voor zover het de onderdelen 1, 2 en 3 betreft, buiten de vervaltermijn, te rekenen vanaf 10 juli 2012, van drie jaren is ingediend. De kamer zal dan ook de klacht voor zover het deze onderdelen betreft niet ontvankelijk verklaren.

Het handelen van de notaris. De klachtonderdelen 4 tot en met 8

4.9 Klachtonderdeel 4 ziet op de verkoop van de woning in 2015. Naar het oordeel van de kamer is niet gebleken dat de notaris ter zake van de levering van de woning van klaagster in 2015 onoorbaar heeft gehandeld. De notaris heeft onweersproken verduidelijkt dat is gehandeld op basis van de volmacht. Naar het oordeel van de kamer bestond er voor de notaris geen belemmering om aan de levering mee te werken. In dit verband is niet onbelangrijk dat de opbrengst van de woning naar een bankrekening van klaagster zelf is overgemaakt. Voor zover is gewezen op een email van [ A ] met een vraag aan de notaris over de verkoop/levering brengt dat geen wijziging in het voorgaande. Terecht heeft de notaris er op gewezen dat haar geheimhoudingsplicht daaraan in de weg stond. De kamer zal derhalve dit onderdeel van de klacht ongegrond verklaren.

4.10 De klachtonderdelen 5 en 6 zien op de weigering van de notaris om mee te werken aan de intrekking van de volmacht. In dit verband heeft de notaris verduidelijkt dat zij in september 2016 met klaagster heeft gesproken en daarbij heeft moeten constateren dat klaagster in de war was. De notaris heeft klaagster onder vier ogen gesproken en daarbij waargenomen dat klaagster niet meer wist met welke dochter zij bij de notaris was verschenen. Zij heeft geconcludeerd dat klaagster niet in staat leek haar wil te bepalen en om die reden heeft zij het verzoek om intrekking van de volmacht niet ingewilligd. Met haar verwijzing naar het Stappenplan Beoordeling Wilsbekwaamheid en de daarbij aangehaalde indicatoren heeft de notaris dit naar het oordeel van de kamer afdoende gemotiveerd. Dat het verzoek van klaagster daarna door een advocaat is herhaald brengt daar geen wijziging in. Dat geldt ook voor het gestelde dat misbruik is gemaakt van de volmacht. Immers, de notaris kan daar niet over oordelen en zij stond alleen voor de vraag of klaagster op dat moment wilsbekwaam was. Voor het overige ziet de kamer geen aanleiding om te twijfelen aan de mededeling van de notaris dat zij klaagster en haar gemachtigden voor het intrekken van de volmacht heeft verwezen naar de rechtbank en daarbij heeft gewezen op de mogelijkheid om onder bewindstelling aan te vragen. Hoewel het beter was geweest als de notaris dit in een brief aan klaagster en haar gemachtigden zou hebben herhaald, acht de kamer het niet klachtwaardig dat de notaris dit heeft nagelaten. De kamer zal dan ook deze onderdelen van de klacht ongegrond verklaren.

4.11 De klachtonderdelen 7 en 8 zien op de gestelde weigering om stukken af te geven en de communicatie daarover. Naar het oordeel van de kamer is ook in dit verband niet gebleken van klachtwaardig handelen. De notaris heeft uitgelegd dat zij vanwege de door haar geconstateerde geestelijke gesteldheid van klaagster de nodige voorzichtigheid diende te betrachten bij het afgeven van stukken aan klaagster. Daarnaast is toegelicht dat er geen andere door klaagster getekende stukken zijn dan de volmacht en het testament van 10 juli 2012. Bij de levering van de woning is gebruik gemaakt van de volmacht. Aldus is niet gebleken dat de notaris niet of niet voldoende heeft meegewerkt aan het beantwoorden van de vragen/verzoeken van klaagster. De kamer zal ook deze onderdelen van de klacht ongegrond verklaren.

4.12 Gelet op het voorgaande wordt als volgt beslist.

5. De beslissing

De kamer voor het notariaat in het ressort Arnhem-Leeuwarden

-          verklaart de medeklagers niet ontvankelijk in hun klacht;

-          verklaart de klacht van klaagster, voor zover het gaat om de onderdelen 1 tot en met 3, niet ontvankelijk;

-          verklaart de klacht van klaagster voor het overige ongegrond.

Deze beslissing is gegeven door mr. M.C.J. Heessels, voorzitter, mr. A.W. Drijver, mr. E.J. Oostrik, mr. M.J.C. van Leeuwen en A. Roesink-Kragt, en in tegenwoordigheid van G.J. Doeleman, secretaris, door de voorzitter in het openbaar uitgesproken op 6 juni 2017.

de secretaris                                                            de voorzitter

Tegen deze beslissing van de kamer voor het notariaat kunnen partijen binnen dertig dagen na de datum van verzending van deze beslissing hoger beroep instellen bij het gerechtshof Amsterdam.

Postadres, postbus 1312, 1000 BH Amsterdam.