ECLI:NL:TNORARL:2015:13 Kamer voor het notariaat Arnhem-Leeuwarden AL/2014/122
ECLI: | ECLI:NL:TNORARL:2015:13 |
---|---|
Datum uitspraak: | 27-03-2015 |
Datum publicatie: | 30-07-2015 |
Zaaknummer(s): | AL/2014/122 |
Onderwerp: | Personen- en Familierecht |
Beslissingen: | Klacht gegrond met waarschuwing |
Inhoudsindicatie: | Onjuiste adressering, omvang opdracht Excuus en creditering van de nota neemt niet weg dat onjuiste adressering (van een persoonlijk document als een concept-testament) wordt aangemerkt als een ernstige onzorgvuldigheid en tuchtrechtelijk verwijtbaar is. Ten deze geldt dat de notaris zich gezien het uitdrukkelijk verzoek van klager extra rekenschap had behoren te geven van het juist vermelden van de geadresseerde en het controleren van de juiste adressering. Dit klachtonderdeel is dan ook gegrond. Vanwege de eerder genoemde omstandigheden (erkenning, excuus, credit-nota) ziet de kamer echter geen aanleiding ter zake van deze gegrondverklaring een andere maatregel dan een waarschuwing op te leggen. Voor zover de klacht ziet op de advisering over de uitsluitingsclausule geldt dat klager de vraag aan de notaris in zeer algemene bewoordingen gesteld. De kamer volgt het verweer van de notaris dat hij hierin geen reden heeft gelezen klager op een meer gedetailleerd niveau te adviseren. De klacht dat het advies van de notaris onvolledig is treft daarom geen doel. Klachtonderdeel ongegrond. |
KAMER VOOR HET NOTARIAAT IN HET RESSORT
ARNHEM-LEEUWARDEN
Kenmerk: AL/2014/122
Beslissing van de kamer voor het notariaat op de klacht van
[…]
wonende te […]
tegen
mr. […]
notaris te […]
Partijen worden hierna verder aangeduid als klager en de notaris.
1. Het verloop van de procedure
1.1 Het verloop van de procedure blijkt uit:
- de brief van klager van 25 september 2014 ingekomen bij de kamer voor het notariaat in het ressort Arnhem - Leeuwarden (verder: de kamer) op 1 oktober 2014;
- de brief van de notaris van 23 oktober 2014 ingekomen bij de kamer op 24 oktober 2014;
1.2 De klacht is ter zitting van 4 februari 2015 behandeld. Klager en de notaris zijn in persoon verschenen. De notaris heeft zich bij de behandeling laten vergezellen door zijn kantoorgenoot mr. […].
2. De feiten
2.1 In oktober 2011 heeft klager zich tot het kantoor van de notaris gewend met het verzoek zijn testament te wijzigen. Klager wilde een wijziging van zijn testament in verband met zijn in die tijd lopende echtscheidingsprocedure.
Vaststaat dat klager deze bedoeling ook met zoveel woorden met de behandelend kandidaat-notaris, mevrouw mr. […] (hierna: de kandidaat-notaris), heeft besproken. Vast staat voorts dat klager uitdrukkelijk gevraagd heeft het concept-testament niet naar zijn GBA-adres maar naar zijn verblijf adres te sturen.
2.2 Bij brief van 6 oktober 2011 is het concept-testament echter toch aan klagers GBA-adres gestuurd. Bovendien is het concept geadresseerd aan klager en zijn toenmalige echtgenote, thans de ex-echtgenote van klager (hierna: de ex-echtgenote). De ex-echtgenote heeft het concept ontvangen.
2.3 Na ontdekking van deze fout heeft de notaris mede namens de kandidaat-notaris excuses aan klager aangeboden en is het concept alsnog naar het verblijf-adres van klager gestuurd. Het testament is op 14 november 2011 gepasseerd.
2.4 Voor het opstellen en passeren van het gewijzigde testament is een nota gestuurd aan klager. In verband met de gemaakte fouten is deze nota nadien door de notaris gecrediteerd.
2.5 Op 11 juli 2013 heeft klager per e-mail opnieuw contact opgenomen met de notaris met het verzoek een offerte uit te brengen voor een wijziging in het testament van klager. Bij gelegenheid van dit verzoek heeft klager de notaris tevens om advies gevraagd over de uitleg van de uitsluitingsclausule in het testament van de vader van klager.
2.6 De notaris heeft per e-mail van 11 juli 2013 op de hierboven onder 2.5 genoemde e-mail van klager gereageerd.
3. Het standpunt
3.1 Klager stelt zich op het standpunt dat de kandidaat-notaris, althans de notaris onder wiens verantwoordelijkheid de kandidaat-notaris werkte, bij de werkzaamheden voorafgaand en na afloop van het passeren van het testament in 2011 niet de vereiste zorgvuldigheid in acht heeft genomen.
Gelet op het klaagschrift en de daarop ter zitting door klager gegeven toelichting zijn de verschillende klachtonderdelen, met instemming van klager, vastgesteld als hierna te melden.
Nu de notaris te kennen heeft gegeven dat het handelen c.q nalaten van de kandidaat-notaris aan hem toegerekend moet worden, wordt hier verder uitsluitend gesproken over het handelen c.q nalaten van de notaris.
Klachtonderdeel a)
Klager verwijt de notaris dat hij het concept-testament niet alleen naar het verkeerde adres heeft gestuurd, maar ook ten onrechte mede ter attentie van klagers ex-echtgenote heeft geadresseerd, terwijl klager uitdrukkelijk had verzocht het concept-testament op het daarvoor opgegeven adres aan hem te sturen.
Klachtonderdeel b)
Daarnaast verwijt klager de notaris dat hij, ondanks zijn toezegging het onjuist geadresseerde concept terug te gaan halen, feitelijk niet naar het bedoelde onjuiste adres toe is gegaan om het onjuist geadresseerde concept daadwerkelijk terug te halen.
Klachtonderdeel c)
Tenslotte verwijt klager de notaris dat hij geen zorgvuldige want onvolledige reactie heeft gegeven op een vervolgvraag van klager over een uitsluitingsclausule in het testament van de vader (zie hiervoor onder 2.5) van klager.
3.2 De notaris heeft de klacht van klager gemotiveerd betwist en stelt zich op het standpunt dat klager niet in zijn klacht ontvangen kan worden dan wel dat de klacht ongegrond moet worden verklaard.
3.3 De overige door klagers en door de notaris ter onderbouwing van hun standpunt gestelde feiten en omstandigheden, voor zover voor de beoordeling van deze klacht van belang, komen hierna aan de orde.
4. De beoordeling
4.1 Ingevolge artikel 93, eerste lid, van de Wet op het notarisambt (Wna) zijn notarissen, toegevoegd notarissen en kandidaat-notarissen aan tuchtrechtspraak onderworpen ter zake van handelen of nalaten in strijd met hetzij enige bij of krachtens deze wet gegeven bepaling, hetzij met de zorg die zij als notaris, toegevoegd notaris of kandidaat-notaris behoren te betrachten ten opzichte van degenen te wier behoeve zij optreden en ter zake van handelen of nalaten dat een behoorlijk notaris, toegevoegd notaris of kandidaat-notaris niet betaamt.
4.2 Klachtonderdeel a)
Voor zover de klacht ziet op de onjuiste adressering van het concept-testament, overweegt de kamer als volgt.
4.2.1 Ter zitting heeft de notaris allereerst aangevoerd dat hij het zeer betreurt dat het concept testament eind 2011 naar het verkeerde adres is gestuurd en bovendien onjuist was geadresseerd.
De omstandigheid dat de fouten niet door de notaris zelf, maar door zijn kandidaat-notaris gemaakt zijn, neemt niet weg dat de notaris zelf voor de gevolgen van deze fouten instaat.
De notaris heeft ter zitting een verklaring gegeven hoe kon gebeuren dat het concept ondanks het verzoek van klager naar een verkeerd adres is gestuurd. Dit kon gebeuren omdat juist in de periode waarin het testament van klager verstuurd werd, een nieuw software-pakket in gebruik genomen is. Dit pakket ondersteunt het opstellen van brieven, waarbij de namen van gehuwde cliënten bij de adressering van brieven automatisch aan elkaar worden gekoppeld met hun laatst bekende adres volgens de GBA-registratie. Zo kon het gebeuren dat het voor klager bestemde concept tevens aan zijn ex-echtgenote gericht werd, op het adres waar op dat moment niet klager, maar zijn ex-echtgenote verbleef.
De notaris benadrukt dat dit geen excuus is voor de gemaakte fout. De notaris erkent dat de onjuistheid in de adressering opgemerkt en hersteld had moeten worden. Van de gemaakte fout is geleerd en daarom is een extra waarborg in de procedure ingebouwd.
Voor de onjuiste adressering heeft de notaris destijds uitdrukkelijk excuses aan klager aangeboden. De nota voor het testament is bovendien gecrediteerd.
Uit het feit dat klager nadien met vervolg vragen contact opnam met zijn kantoor heeft de notaris afgeleid dat klager de gemaakte excuses aanvaard heeft. Het bevreemdt de notaris dan ook dat klager daarover alsnog een klacht indient.
4.2.2 Klager stelt hiertegenover dat onjuiste adressering in een persoonlijke aangelegenheid als het zenden van een concept testament zeer onzorgvuldig is. Bovendien heeft deze onzorgvuldigheid in de echtscheidingsprocedure zeer verstrekkende gevolgen gehad. Klager vindt de gemaakte excuses daarom, ook vanwege het verloop van zijn verdere contacten met de notaris, onvoldoende.
4.2.3 De kamer overweegt dat de notaris de gemaakte fout zonder meer erkend heeft en daarvoor excuus heeft aangeboden alsmede dat hij de nota aan klager gecrediteerd heeft.
Dit alles kan echter niet wegnemen dat de gemaakte fout moet worden aangemerkt als een ernstige onzorgvuldigheid en tuchtrechtelijk verwijtbaar is. Onjuiste adressering en verzending zijn slordigheden, die een zorgvuldig notaris niet mag maken en zeker niet wanneer de verzending een zo persoonlijk document als een concept-testament betreft.
Ten deze geldt dat de notaris zich gezien het uitdrukkelijk verzoek van klager extra rekenschap had behoren te geven van het juist vermelden van de geadresseerde en het controleren van de juiste adressering.
De klacht is dan ook gegrond. Vanwege de eerder genoemde omstandigheden (erkenning, excuus, creditnota) ziet de kamer echter geen aanleiding ter zake van deze gegrondverklaring een andere maatregel dan een waarschuwing op te leggen.
4.3 Klachtonderdeel b)
Het verwijt dat de notaris, anders dan na ontdekking van de foutieve adressering door zijn kantoor was toegezegd, heeft nagelaten om feitelijk naar bedoeld onjuist adres te gaan om het poststuk terug te halen, beoordeelt de kamer als volgt.
4.3.1 Als niet, of in ieder geval onvoldoende weersproken staat vast dat de notaris destijds bij de ex-echtgenote van klager telefonisch heeft geïnformeerd naar de ontvangst van een onjuist geadresseerd poststuk. De ex-echtgenote heeft daarop laten weten dat zij geen poststuk had ontvangen dat niet voor haar bestemd was.
4.3.2 Onder deze omstandigheden zou het, naar het oordeel van de kamer, geen toegevoegde waarde gehad hebben, wanneer de notaris alsnog naar de ex-echtgenote gegaan zou zijn. Het is immers niet aannemelijk dat de ex-echtgenote na haar mededeling hierover niet te beschikken aan de notaris alsnog het poststuk met het concept gegeven zou hebben. Een bezoek van de notaris aan de ex-echtgenote zou dan ook zinloos zijn geweest. Omdat alleszins begrijpelijk is dat de notaris van een bezoek aan de ex-echtgenote heeft afgezien, is dit onderdeel van de klacht niet gegrond.
4.4 Klachtonderdeel c)
Voor zover de klacht ziet op de reactie van de notaris op de vraag van klager van 11 juli 2013 over de uitsluitingsclausule in het testament van zijn vader, overweegt de kamer als volgt.
Klager heeft de vraag over de uitsluitingsclausule in zeer algemene bewoordingen gesteld. De kamer volgt de notaris dan ook in zijn verweer dat hij in het verzoek geen opdracht gelezen heeft klager in deze kwestie op een meer gedetailleerd niveau te adviseren. De klacht dat het advies van de notaris onvolledig is treft daarom geen doel. Het door de notaris gegeven antwoord is weliswaar in algemene bewoordingen gesteld, maar dit neemt niet weg dat het, gezien de eveneens in algemene bewoordingen door klager gestelde vraag, voldoende zorgvuldig is.
Dit onderdeel van de klacht wordt daarom bij gebrek aan feitelijke grondslag ongegrond verklaard.
5. De beslissing
De kamer voor het notariaat in het ressort Arnhem-Leeuwarden:
- verklaart de klacht op onderdeel a) gegrond en legt terzake de maatregel van waarschuwing op;
- verklaart de klacht op de onderdelen b) en c) ongegrond.
Deze beslissing is gegeven door mr. M.L.J.C. van Emden-Geenen, voorzitter en m rs. L.A. van Son, E.J.M. Kerpen,
W.J. Hordijk en H. Quispel, in tegenwoordigheid van mr. M.J. Derksen, secretaris, uitgesproken in het openbaar op 27 maart 2015.
De secretaris, De voorzitter,
Tegen deze beslissing van de kamer voor het notariaat kunnen partijen binnen dertig dagen na de datum van verzending van deze beslissing hoger beroep instellen bij het gerechtshof te Amsterdam. Postadres, postbus 1312, 1000 BH Amsterdam.