ECLI:NL:TNORAMS:2015:10 Kamer voor het notariaat Amsterdam 578090/NT 14-77 OJ
ECLI: | ECLI:NL:TNORAMS:2015:10 |
---|---|
Datum uitspraak: | 23-04-2015 |
Datum publicatie: | 30-04-2015 |
Zaaknummer(s): | 578090/NT 14-77 OJ |
Onderwerp: | Personen- en Familierecht |
Beslissingen: | Klacht niet-ontvankelijk |
Inhoudsindicatie: | De kamer stelt voorop dat wanneer aan de vereisten van artikel 99 van de Wet op het notarisambt is voldaan, niet snel geoordeeld mag worden dat klager zijn klachtrecht heeft verloren. Onder de bijzondere omstandigheden van dit geval oordeelt de kamer, gelet op de feiten, in het bijzonder die onder 2.t en 2.u van de beslissing, dat klager moet worden geacht afstand te hebben gedaan van zijn recht om te klagen, zodat hij in zijn klacht niet-ontvankelijk moet worden verklaard. |
KAMER VOOR HET NOTARIAAT IN HET RESSORT AMSTERDAM
Beslissing van 23 april 2015 in de klacht met nummer 578090/NT 14-77 OJ van:
- [naam klager],
wonende te [plaats],
klager;
- [naam klaagster],
wonende te [plaats],
klaagster ,
tegen:
[naam notaris],
notaris te [vestigingsplaats],
de notaris.
1. Het verloop van de procedure
De kamer is uitgegaan van de volgende stukken:
- klaagschrift van 14 december 2014;
- verweerschrift met bijlagen van 12 januari 2015.
Bij de mondelinge behandeling van de klacht op 5 maart 2015 zijn klagers (klaagster bijgestaan door haar echtgenoot, [naam]), en de notaris, vergezeld door [de kandidaat-notaris] verschenen. Partijen hebben het woord gevoerd.
Uitspraak is bepaald op heden.
2. De feiten
De kamer gaat uit van de volgende voor de beoordeling van de klacht van belang zijnde feiten en omstandigheden:
- Op 12 maart 2013 is [naam erflater] (hierna: erflater) overleden. Op dezelfde dag heeft een (achter)nichtje van erflater telefonisch contact opgenomen met de notaris met de vraag een dossier aan te maken in afwachting van een opdracht tot boedelbehandeling.
- Enkele maanden daarna heeft [naam], de enige (toen nog) in leven zijnde zuster van erflater zich samen met een ander (achter)nichtje ([naam]) gewend tot het notariskantoor.
- Op 19 september 2013 heeft de notaris klager en de 31 andere (tot dan getraceerde) erfgenamen geschreven dat hem door [de zuster van erflater] en [de achternicht van erflater] is verzocht om de nalatenschap van erflater af te wikkelen. In deze brief informeert de notaris de erfgenamen over de gevolgen van de erfopvolging etc, alsmede over het door de notaris gehanteerde vaste uurtarief van € 195,- exclusief btw en leges/kosten. Het dossier werd behandeld door [de kandidaat-notaris], kandidaat-notaris (hierna: de kandidaat-notaris). Bijgesloten waren boedelvolmachten met het verzoek in geval van akkoord te retourneren. Deze zijn van alle 32 erfgenamen, met inbegrip van klager en klaagster, zonder commentaar retour ontvangen.
- Op 20 maart 2014 heeft [naam], medewerkster van het notariskantoor (hierna: [de medewerkster]), klager per e-mailbericht op de hoogte gesteld van de stand van zaken in de afwikkeling van de nalatenschap. In het bericht heeft zij ten aanzien van de ‘tussentijdse declaratie’ geschreven: “Teneinde de kosten voor de verrichte werkzaamheden inzichtelijk te houden, heb ik aan de hand van de bijgesloten urenregistratie een tussendeclaratie opgemaakt en bijgevoegd. Hieruit kunt u onder meer opmaken welke werkzaamheden er door ons in de afgelopen maanden zijn verricht en welke tijd daaraan door ons kantoor is besteed. Deze kosten worden voldaan ten laste van het saldo van de nalatenschap. Hierover kan ik echter pas beschikken eerst nadat ik van alle erfgenamen zijn/haar akkoord hiervoor heb ontvangen. Mag ik u derhalve vriendelijk verzoeken mij per kerende mail te bevestigen dat u instemt met de bijgevoegde tussendeclaratie? Tot het moment dat de aanslagen voor de inkomsten en erf-belasting zijn opgelegd en voldaan, zullen er door ons niet veel werkzaamheden in het onderhavige dossier hoeven te worden verricht. Na oplegging en voldoening van de aanslag zal er tot slot nog door mij een eind-rekening en verantwoording worden gemaakt, waarna de nalatenschap definitief kan worden verdeeld. Hiervoor zal ik te zijner tijd nog een akte opmaken en deze ter goedkeuring aan alle erfgenamen toesturen.”
- Tijdens een persoonlijk gesprek op 15 mei 2014 tussen de kandidaat-notaris met klager en [X] heeft de kandidaat-notaris een vermindering van € 400,- exclusief btw op het tarief van de tussendeclaratie gegeven.
- Op 1 juli 2014 heeft de kandidaat-notaris de erven geschreven dat de nalatenschap definitief kon worden afgewikkeld, waarbij zij een ontwerp van de boedelbeschrijving zond alsmede haar einddeclaratie (“hierin zit tevens verwerkt de tijd die nodig zal zijn voor het passeren van de akte, de uitbetaling van de gelden aan alle erfgenamen, alsmede de nazorg van het dossier” ), met het verzoek haar te berichten of zij akkoord gingen met de inhoud van de stukken.
- Op 1 augustus 2014 heeft de notaris op het notariskantoor in aanwezigheid van kandidaat-notaris [naam], met klager (en [X]) gesproken, om de kritiek van klager op de declaratie te bespreken.
- In een brief van 19 augustus 2014 hebben de notaris en de kandidaat-notaris klager naar aanleiding van de bespreking op 1 augustus 2014 hun bevindingen gezonden, met daarin tevens een voorstel (geldend tot 22 augustus 2014) tot vermindering van het honorarium van € 300,- exclusief btw plus voldoening van een rentevergoeding ad € 98,14.
- Op 27 augustus 2014 heeft de notaris een reactie van klager ontvangen op de brief van 19 augustus 2014.
- In een e-mailbericht van 28 augustus 2014 heeft de notaris wederom een reductie aangeboden op zijn honorarium van € 425,- exclusief btw, onder de voorwaarde dat alle erfgenamen uiterlijk 5 september 2014 te 17:00 uur instemden met de volledige afwikkeling van de nalatenschap plus declaratie.
- Op 28 augustus 2014 heeft klager de kandidaat-notaris in een e-mailbericht laten weten: “Zojuist heb ik het mailbericht van [de notaris] gelezen. Het resultaat hiervan toegepast op uw “einddeclaratie” (..) ziet er als volgt uit: (..) Totaal te betalen € 5.256,11. Graag krijg ik van u bevestigd dat dit uw definitieve einddeclaratie is, voordat wij een besluit gaan nemen.”
- De kandidaat-notaris heeft daarop klager in een e-mailbericht bevestigd dat zijn berekening juist was, maar hem wel geattendeerd op de in het e-mailbericht van 27 augustus 2014 genoemde voorwaarde.
- In een e-mailbericht van 1 september 2014 heeft klager aan de kandidaat-notaris voorgesteld om de einddeclaratie nader te corrigeren tot een bedrag van € 4.489,27. Indien zij daarmee niet akkoord ging voor 5 september 2015 dan zou hij zich wenden tot de Geschillencommissie notariaat.
- Op 8 september 2014 heeft klager de kandidaat-notaris gemeld dat hij het geschil zou voorleggen aan de Geschillencommissie Notariaat.
- Op 9 september 2014 heeft [de medewerkster] aan de erven in een e-mailbericht de stand van zaken in de nalatenschap geschetst, alsmede van het met klager gerezen geschil. Uit het bericht blijkt dat 23 van de 32 erfgenamen, onder wie klaagster, zich inmiddels akkoord hadden verklaard met de conceptakte van boedelbeschrijving en met de einddeclaratie van de notaris.
- Op 17 september 2014 heeft klager in een e-mailbericht aan de kandidaat-notaris geschreven: “Nog altijd heeft niet iedereen zich akkoord verklaard met de door u voorgelegde einddeclaratie en inmiddels rest ons niets anders dan het geschil voorleggen aan de geschillencommissie van de KNB. Hiermede is een eerste begin gemaakt. Ik zal mij inzetten voor het verkrijgen van ieders akkoord en bij deze verzoek ik u mede namens alle erfgenamen na ontvangst van de nog ontbrekende akkoordbevindingen over te gaan tot het passeren van de akte conform het ontwerp dat is toegezonden dd. 1 juli jl. en daarna tot verdeling over te gaan.”
- Op 24 september 2014 is de akte van verdeling gepasseerd.
- Op 16 oktober 2014 heeft de kandidaat-notaris aan de echtgenoot van klaagster geschreven: “Voor de uitleg van het declaratiegeschil verwijs ik u naar mijn eerdere mails van 9 september jl. en 25 september jl. Voorts meld ik u nog dat wij tot op heden nog geen uitnodiging van de Geschillencommissie hebben ontvangen. Ik adviseer u bij [klager] navraag te doen omtrent de status daarvan.”
- Op 22 oktober 2014 heeft de echtgenoot van klaagster aan de kandidaat-notaris geschreven: “In beide emailberichten waarnaar u verwijst, staat met geen enkel woord vermeld wat de echte reden is waarop [klager] op de valreep een vermindering van uw urendeclaratie met 3 uur en 15 minuten claimt. (..) Deze 3 uur en 15 minuten zijn tevens uitgebreid gesprek geweest (..) op 01-08 met [de notaris] en tevens vastgelegd in het verslag hiervan. Van transparantie in uw declaratie is in deze geen sprake. (…) Ook heeft U het over de Geschillencommissie en dat ik navraag mag gaan doen bij [klager]. Daar heb ik toch geen boodschap aan. IK wil het weten en als er een dispuut is met een andere erfgenaam is dat is dat niet mijn probleem en zeker als blijkt dat er bij een redelijk eenvoudige erfenis een bedrag ad. € 15.345,41 (incl. btw) betaald/verrekend wordt met de erfgenamen wat ongeveer 10% van het totaal bedrag is.(...)”
- Op 7 november 2014 heeft klager (per e-mail) de notaris geschreven dat de Geschillencommissie Notariaat de klacht niet-ontvankelijk heeft verklaard: “Wel hebben wij diverse mogelijkheden om verder te gaan ontvangen, waaruit een ruime keuze te maken is. Wij zullen hiervoor ruim de tijd nemen. Om te beginnen zullen wij een klacht indienen bij de Kamer voor het Notariaat met als bijzondere aandachtspunten; - Het hanteren van één tarief voor alle medewerkers, rijp en groen. - Geen opgave op de verantwoordingslijsten wie welke verrichting heeft gedaan. - Het zelfs declareren van op de lijsten vermelde NIET DECLARABELE POSTEN Dit kan een vervolg krijgen bij de Consumentenbond met gelieerde programma’s als VARA’s Kassa of Radar van TROS/AVRO. (…) U kunt deze gehele gang van zaken voorkomen door ons voorstel van 1 september alsnog te accepteren hetgeen het volgende betekent; U betaalt aan alle erfgenamen de eerder overeengekomen € 450,00 vermeerderd met € 633,75 (3,25 uur ad € 195,00); totaal dus € 1.083,75 excl. BTW vóór uiterlijk 15 november a.s. bij gebreke waarvan dit tegenvoorstel is vervallen en wij ons vrij achten een klacht tegen u bij de Kamer in te dienen (..). Namens de erfgenamen – [klager].”
- De notaris heeft klager op 12 november 2104 gebeld en meegedeeld dat hij klager aansprakelijk zou stellen voor onrechtmatig toegebrachte reputatieschade. Vervolgens heeft de notaris het voorstel van klager in het e-mailbericht van 7 november 2014 geaccepteerd, onder betaling van het daarin vermelde bedrag.
- De boedelbehandeling is volledig voltooid op 13 november 2014, toen de laatste betalingen hebben plaatsgevonden.
3. De klacht
Klagers menen dat de notaris een te hoge declaratie heeft uitgebracht.
Volgens klagers was niet meteen vanaf het begin duidelijk dat de notaris een vast uurtarief van € 195,- exclusief zou rekenen, welk tarief gold voor iedere medewerker van het kantoor, al dan niet gekwalificeerd. Volgens klagers rekenen (4) andere notariskantoren in Noord-Holland lagere uurtarieven, waarbij ook aparte tarieven voor medewerkers gelden. In het dossier van erflater zou het merendeels gaan om secretariële werkzaamheden.
Bovendien werden ook collegiale overlegmomenten meegerekend.
In de brief van 19 september 2013 had de notaris aangeboden dat het aanvaarden van de erfenis kosteloos op het kantoor van de notaris kon plaatsvinden, terwijl dit bij andere notariskantoren tot kosten zou kunnen leiden, aldus klagers, terwijl achteraf elke aanvaarding door de notaris in rekening werd gebracht.
Hoewel de kandidaat-notaris in haar brief van 1 juli 2014 aan de erven had geschreven ‘hierin zit tevens verwerkt de tijd die nodig zal zijn voor het passeren van de akte, de uitbetaling van de gelden aan alle erfgenamen, alsmede de nazorg van het dossier’ werd de declaratie later ten aanzien van die werkzaamheden toch nog uitgebreid met 3 uur en 25 minuten.
4. Het verweer
Ter zitting heeft de notaris zijn verbazing erover uitgesproken dat het tot een klacht is gekomen, omdat hij (uiteindelijk en met tegenzin) heeft voldaan aan de voorwaarden waaronder geen klacht zou worden ingediend. Klager houdt zich hiermee – overigens niet voor het eerst – niet aan het door hem gegeven woord.
De notaris meent verder dat de klacht onvoldoende duidelijk is om concreet verweer te voeren. Hij meent dat hij en zijn medewerkers steeds integer, onpartijdig en dienstbaar hebben gehandeld en verwijst daartoe naar de correspondentie. Hij wijst erop dat een vast uurtarief van € 195,- ex btw, leges en kosten, was afgesproken, welk tarief beduidend lager is dan zijn gewoonlijke offerte voor boedelwerkzaamheden. De reden daarvoor was gelegen in het grote aantal erfgenamen (32) en de mate van te verwachten administratieve werkzaamheden. De notaris voert verder aan dat hij van alle 32 erfgenamen een volmacht terug heeft gekregen in reactie op zijn brief van 19 september 2013, waardoor zij zich akkoord verklaren met het uurtarief.
De notaris wijst erop dat klagers de betreffende passage in de brief van 19 september 2013 over de boedelvolmachten verkeerd hebben gelezen: in die brief heeft hij slechts gesteld dat op zijn kantoor voor het legaliseren van de handtekeningen onder de aanvaardingsverklaringen geen kosten in rekening zou brengen, terwijl een ander notariskantoor dat mogelijk wel zou doen.
5. De beoordeling
5.1 Ter zitting heeft de notaris verklaard dat hij na het e-mailbericht van klager van 7 november 2014 een bedrag van € 1.102,48 exclusief (€ 1.334,- inclusief) aan de erven heeft terugbetaald. Klager heeft de ontvangst van dat bedrag erkend. De uiteindelijke declaratie bedroeg naar zeggen van de notaris € 11.200,- exclusief btw (hetgeen volgens de notaris neerkomt op een tarief van € 106,- per uur).
5.2 In voornoemd e-mailbericht heeft klager namens alle erfgenamen uitdrukkelijk afstand gedaan van het recht om te klagen indien de notaris het voorstel van klager zou accepteren tot betaling van het in dat bericht genoemde bedrag vóór uiterlijk 15 november 2013. Vast staat dat de notaris aan de in dat e-mailbericht gestelde voorwaarde heeft voldaan. Desondanks hebben klagers toch een klacht ingediend.
5.3 De kamer stelt voorop dat wanneer aan de vereisten van artikel 99 van de Wet op het notarisambt is voldaan, niet snel geoordeeld mag worden dat klager zijn klachtrecht heeft verloren. Onder de bijzondere omstandigheden van dit geval echter moet, gelet op de hiervóór onder 2 genoemde feiten, in het bijzonder die onder 2.t en 2.u, worden geoordeeld dat klager moet worden geacht afstand te hebben gedaan van zijn recht om te klagen, zodat hij in zijn klacht niet-ontvankelijk moet worden verklaard.
5.4 Dat klager stelt dat hij nadat de voorwaarde waaronder hij niet zou klagen was vervuld nadere informatie verkreeg over door andere notarissen gehanteerde tarieven en zich daarom niet aan zijn toezegging om niet te klagen gehouden acht, maakt, wat daar verder van zij, dit niet anders.
5.5 Eenzelfde lot treft klaagster nu – nog ervan afgezien dat zij in het hele voortraject er geen blijk van heeft gegeven het niet eens te zijn met de (financiële kant van de) afwikkeling door de notaris – ter zitting er geen afstand van heeft genomen dat klager zijn onder 2.t bedoelde e-mail namens alle erfgenamen, dus ook namens haar, heeft geschreven.
5.6 Het voorgaande leidt tot de volgende beslissing.
Beslissing
De kamer voor het notariaat:
- verklaart de klacht niet-ontvankelijk.
Deze beslissing is gegeven door mrs. O.J. van Leeuwen, voorzitter, E.R.S.M. Marres,
R.H. Meppelink, E.E. von Wolzogen Kühr en A.J.H.M. Janssen, leden, in tegenwoordigheid van mr. E.B.T. Kienhuis, secretaris, en in het openbaar uitgesproken op 23 april 2015.
Tegen deze beslissing staat hoger beroep open bij het Gerechtshof te Amsterdam (postbus 1312, 1000 BH Amsterdam) binnen 30 dagen na de dag van verzending van de aangetekend verzonden
kennisgeving.