ECLI:NL:TNOKBRE:2010:YC0425 Kamer van toezicht Breda KL 20/2010

ECLI: ECLI:NL:TNOKBRE:2010:YC0425
Datum uitspraak: 18-03-2010
Datum publicatie: 29-03-2010
Zaaknummer(s): KL 20/2010
Onderwerp: Overig
Beslissingen: Klacht gegrond zonder maatregel
Inhoudsindicatie: Evenals in de bij de kamer van toezicht te ’s-Hertogenbosch voorliggende casus het geval was, moet ook de onderhavige in voormelde zin door de notaris gebruikte domeinnaam als strijdig met de hiervoor genoemde beroeps- gedragsregel worden aangemerkt. Ook hier doet zich immers de situatie voor dat het kantoor van de notaris niet het enige kantoor is in de plaats van vestiging van de notaris, in casu [plaatsnaam], zodat het gebruik van die domeinnaam bij het publiek voor verwarring kan zorgen. De kamer volgt dan ook niet de notaris in zijn opvatting dat dit standpunt inmiddels achterhaald zou zijn.   Evenmin doet hieraan af de door notaris opgeworpen omstandigheid dat klager zelf, althans zijn kantoor, gebruik maakt van een soortgelijke domeinnaam ([e-mailadres]). Nog daargelaten dat klager ten aanzien daarvan heeft verklaard dat hij van het   gebruik van die naam zelf nimmer op de hoogte is geweest en dat hij, na het bekend worden daarmee, onmiddellijk dat gebruik heeft laten staken, rechtvaardigt die omstandigheid niet -naar de kamer het ter zake door de notaris gevoerde verweer begrijpt- de daaraan door de notaris verbonden conclusie, dat daarmee klager zijn recht op het indienen van de onderhavige klacht heeft verwerkt.    Daarnaast kan in het gebruik door ook andere notarissen van soortgelijke domeinnamen geen rechtvaardigingsgrond voor het gebruik van de onderhavige domeinnaam worden gevonden. Dit disculpeert de notaris niet.  

KAMER VAN TOEZICHT OVER DE NOTARISSEN EN KANDIDAAT-NOTARISSEN TE [PLAATSNAAM]

Beslissing

op de op 23 december 2009 ingekomen klacht van

notaris mr. [naam]

gevestigd te [plaatsnaam]

verder te noemen klager,

tegen

notaris mr. [naam]

gevestigd te [plaatsnaam]

verder te noemen de notaris

1.      Het verloop van de zaak.

Na het tussen partijen gevoerde schriftelijke debat, wat blijkt uit hun brieven van 15 januari 2010, met bijlagen, 28 januari 2010 en 19 februari 2010, heeft de mondelinge behandeling van de klacht door de kamer plaatsgevonden op 17 maart 2010, waarbij zijn verschenen klager en de notaris, beiden in persoon .

2.      De inhoud van de klachten en het standpunt van klager.

Klager verwijt de notaris dat hij in strijd handelt met artikel 24 van de Verordening beroeps- en gedragsregels door gebruik te maken van de (internet) domeinnaam [e-mailadres].

Klager verwijst naar een uitspraak van de notariskamer van het Gerechtshof Amsterdam van 9 oktober 2004, waarin volgens hem wordt geconcludeerd dat “onder het naar buiten toe optreden van de notaris moet worden verstaan het in het kader van de praktijkuitoefening doen van mededelingen, kennisgevingen of aankondigingen dan wel het zich op ander wijze naar buiten presenteren van de notaris”. Het gebruik van internetadressen valt volgens het hof onder het begrip “naar buiten optreden” en de desbetreffende notaris mocht volgens het Hof niet het internetadres [e-mailadres] [plaatsnaam] gebruiken, omdat zijn kantoor niet het enige kantoor in de agglomeratie Z [plaatsnaam] was.

Klager stelt verder dat hij zijn collega notaris bij brief van 5 november 2009 vriendelijk heeft verzocht het gebruik van de domeinnaam te staken, waarna hij na het uitblijven van een reactie daarop op 19 november 2009 een herinneringsverzoek heeft verstuurd, waarop de notaris heeft gereageerd met de mededeling dat hij overeenkomstig het verzoek van klager de website had gewijzigd.

Omdat echter niets minder waar bleek, heeft hij -klager- de notaris bij brief van 30 november 2009 herhaald en dringend verzocht gevolg te geven aan de naleving van de betreffende beroepsregel met de mededeling dat bij gebreke daarvan een klacht zou volgen.

Bij brief van 11 december 2009 heeft de notaris bericht dat van een belofte om de site uit de lucht te halen geen sprake is geweest en dat verder geen sprake is van strijdigheid met de betreffende beroepsregel.

Beslissing klacht notaris mr.                                  pagina 2

[naam]/notaris mr. [naam]

Klager meent op grond daarvan dat de notaris er blijk van geeft dat hij handhaving van

de beroepsregel niet hoog in het vaandel heeft staan en waar de notaris in zijn brief erop wijst dat zijn website te bezoeken is onder bijvoorbeeld [e-mailadres], dit misleidend is, omdat men nog steeds via [e-mailadres] op die site terecht komt.

Klager stelt derhalve dat de notaris willens en wetens weigert zich aan de notariële beroepsregel te houden.

3.       Het standpunt van de notaris

De notaris stelt zich in de eerste plaats op het standpunt dat klager door het overleggen van incomplete correspondentie een onjuiste voorlichting over de kwestie geeft.

In tegenstelling tot hetgeen klager aanvoert heeft hij -de notaris- wel degelijk bij brief van 10 november 2009 op de brief van klager van 5 november 2009 gereageerd. In die reactie heeft hij klager aangegeven dat hij twijfelt aan diens opgegeven bedoeling en motieven, nu het kantoor van klager zelf de domeinnaam [e-mailadres] op soortgelijke wijze in gebruik heeft. Daarbij komt nog dat het kantoor van klager nog op tal van andere sites ([e-mailadres], [e-mailadres], [e-mailadres], l[e-mailadres] ) vermeld staat als notaris in meerdere plaatsen zoals [plaatsnaam], [plaatsnaam], [plaatsnaam], [plaatsnaam], [plaatsnaam], [plaatsnaam], [plaatsnaam] en [plaatsnaam].

Volgens klager spelen er dan ook andere redenen/belangen voor de klacht, zodat de grondslag aan de klacht ontvalt en deze reeds om die reden ongegrond is.

Daarnaast voert de notaris aan dat hij wel degelijk gevolg heeft gegeven aan het verzoek van klager om het gebruik van de betreffende domeinnaam op zijn website te staken. Op zijn website zijn tekstuele aanpassingen gedaan, zodat thans daarop als titel wordt aangegeven “[naam] notariskantoor”. Er wordt op de site niet meer gesproken over [e-mailadres] en deze domeinnaam vormt alleen nog een link naar zijn website, die ook bijvoorbeeld te bereiken is onder [e-mailadres].

Verder stelt de notaris dat de door klager uit de door hem bedoelde uitspraak van het gerechtshof Amsterdam geëxtraheerde reden van zijn verzoek betreft, dat er “door bedoeld naar buiten optreden van een notaris verwarring bij het publiek zou kunnen ontstaan”.

Deze situatie doet zich volgens de notaris in de onderhavige situatie niet voor, nu zijn kantoor zich nergens voorstelt als enige notaris in [plaatsnaam\, maar als [naam] notariskantoor, terwijl de domeinnaam evenmin als handelsnaam wordt gebruikt. Enige onduidelijkheid daarover bij het publiek is dan ook uitgesloten.

De notaris betwijfelt voorts dat het publiek na het zien van de domeinnaam en/of een bezoek aan zijn site de indruk zou hebben dat hij de enige notaris is in [plaatsnaam]. Misschien dat dit in 2003 ten tijde van de uitspraak van het hof nog verdedigbaar zou zijn geweest, maar heden ten dage niet meer. Daar komt bij dat ook andere notarissen op een gelijke wijze naar buiten toe optreden. De notaris geeft daarvoor een opsomming van  soortgelijke door die notarissen gebruikte domeinnamen.

Voorts stelt de notaris dat van een in voormelde uitspraakbedoelde combinatie van website en emailadres in zijn geval geen sprake is, nu zijn emailadres luidt: [e-mailadres].

Beslissing klacht notaris mr.                                  pagina 3

[naam]/notaris mr. [naam]

Tenslotte voert de notaris aan dat in de uitspraak van het hof wordt gesproken over de domeinnaam [e-mailadres] [plaatsnaam], welke naam naar zijn inzicht een bredere betekenis heeft -namelijk het hele notariaat in de plaats Z-, dan de door hem gebruikte domeinnaam, die immers alleen aangeeft dat het om een notaris in [plaatsnaam] gaat. Omdat hij aan die kwalificatie voldoet is van verwarring bij het publiek dan ook geen sprake. Verder heeft de notaris over de website nog overleg gevoerd met de KNB, die tegenover de door klager gewraakte handelwijze, het gebruik van domeinnamen, niet afwijzend staat.

4.       De beoordeling en de gronden daarvoor

In deze kwestie ligt de vraag voor of de notaris door gebruik te maken van de domeinnaam/het internetadres “[e-mailadres] “ in strijd handelt met artikel 24, lid 1 van de Verordening beroeps- en gedragsregel (Vbg) en daarmee met de in artikel 98, lid 1 van de Wet op het notarisambt neergelegde tuchtnorm.

Ingevolge genoemde bepaling van de Vbg draagt de notaris bij het naar buiten optreden zorg voor een juiste en volledige presentatie van zijn kantoor. Volgens de daarop gegeven toelichting dient onder naar buiten optreden te worden verstaan: het in het kader van de praktijkuitoefening doen van mededelingen, kennisgeving of aankondigingen dan wel het zich op andere wijze naar buiten presenteren door de notaris of door een samenwerkingsverband als zodanig, door of met toestemming van de notaris of het samenwerkingsverband. Verder moet de notaris zorg dragen voor de juistheid en volledigheid van de vermeldingen wanneer hij als notaris naar buiten optreedt en moet de aanduiding van zijn kantoor met de werkelijkheid overeenstemmen. Zo mag een notariskantoor zich niet “notariskantoor Delft" of notariskantoor Amsterdam” noemen, omdat in die plaatsen meerdere notariskantoren gevestigd zijn.

Bij de beslissing van het gerechtshof Amsterdam, waarop klager zich beroept, heeft het hof zich in hoger beroep verenigd met de beschouwingen en gevolgtrekkingen vervat in de beslissing van de kamer van toezicht te ’s-Hertogenbosch van 20 februari 2003, door die kamer gegeven op een soortgelijke klacht.

De aan die klacht ten grondslag liggende casus is nagenoeg identiek aan die thans voorligt.

Ook deze kamer is van oordeel dat het gebruik van internetadressen valt onder het begrip “naar buiten optreden”, aangezien derden daarmee toegang kunnen verkrijgen tot informatie over het kantoor van een notaris. Dat in het onderhavige geval de betreffende domeinnaam slechts doorlinkt naar de eigen website van de notaris maakt dit niet anders.

Evenals in de bij de kamer van toezicht te ’s-Hertogenbosch voorliggende casus het geval was, moet ook de onderhavige in voormelde zin door de notaris gebruikte domeinnaam als strijdig met de hiervoor genoemde beroeps- gedragsregel worden aangemerkt. Ook hier doet zich immers de situatie voor dat het kantoor van de notaris niet het enige kantoor is in de plaats van vestiging van de notaris, in casu [plaatsnaam], zodat het gebruik van die domeinnaam bij het publiek voor verwarring kan zorgen. De kamer volgt dan ook niet de notaris in zijn opvatting dat dit standpunt inmiddels achterhaald zou zijn.

Evenmin doet hieraan af de door notaris opgeworpen omstandigheid dat klager zelf, althans zijn kantoor, gebruik maakt van een soortgelijke domeinnaam ([e-mailadres]). Nog daargelaten dat klager ten aanzien daarvan heeft verklaard dat hij van het

Beslissing klacht notaris mr.                                  pagina 4

[naam]/notaris mr. [naam]

gebruik van die naam zelf nimmer op de hoogte is geweest en dat hij, na het bekend worden daarmee, onmiddellijk dat gebruik heeft laten staken, rechtvaardigt die omstandigheid niet -naar de kamer het ter zake door de notaris gevoerde verweer begrijpt- de daaraan door de notaris verbonden conclusie, dat daarmee klager zijn recht op het indienen van de onderhavige klacht heeft verwerkt.

Daarnaast kan in het gebruik door ook andere notarissen van soortgelijke domeinnamen geen rechtvaardigingsgrond voor het gebruik van de onderhavige domeinnaam worden gevonden. Dit disculpeert de notaris niet.

Het vorenstaande leidt ertoe dat de klacht gegrond is. De kamer ziet echter in de omstandigheden van het geval geen reden voor het opleggen van een maatregel en zal dit dan ook achterwege laten.

5.       De beslissing

De kamer van toezicht

verklaart de klacht gegrond en bepaalt dat ter zake daarvan geen maatregel wordt opgelegd .

Deze beslissing is gegeven op 18 maart 2010 door mrs. H.C. Naves, voorzitter, C. Wallis, J. Kos, leden, mr. J.C.M. Roelen-Nuijten en drs. M. Scherphof, plaatsvervangend leden, in tegenwoordigheid van A.C.L.M. de Jong, secretaris, en in het openbaar uitgesproken.

--

Tegen deze beslissing kan binnen 30 dagen na de dag van verzending van de brief waarbij de beslissing is toegezonden hoger beroep worden ingesteld bij het Gerechtshof te Amsterdam (Postbus 1312, 1000 BH Amsterdam.