ECLI:NL:TNOKARN:2013:YC0936 Kamer van toezicht Arnhem 07.831/2012/22A
ECLI: | ECLI:NL:TNOKARN:2013:YC0936 |
---|---|
Datum uitspraak: | 22-03-2013 |
Datum publicatie: | 08-04-2013 |
Zaaknummer(s): | 07.831/2012/22A |
Onderwerp: | Overig |
Beslissingen: | Klacht gegrond met berisping |
Inhoudsindicatie: | De notaris heeft gedurende drie periodes te weinig opleidingspunten in het kader van de permanente educatie behaald. De Kamer legt de maatregel van berisping op. |
KAMER VAN TOEZICHT OVER DE NOTARISSEN EN KANDIDAAT-
NOTARISSEN TE ARNHEM
Kenmerk: 07.831/2012/22A
Beslissing van de Kamer van Toezicht te Arnhem op de klacht van
Koninklijke Notariële Beroepsorganisatie,
kantoorhoudende te Den Haag,
gemachtigde: mr. W.J. Geselschap,
hierna te noemen: KNB,
tegen
[…],
notaris te […].
1. De procedure
Het verloop van de procedure blijkt uit:
- de brief van KNB van 7 september 2012, waarin de klacht tegen
de notaris is neergelegd;
- de faxbrief van de notaris van 15 oktober 2012;
- de mondelinge behandeling op 8 februari 2013, waarbij mr. Geselschap
voornoemd en de notaris zijn verschenen;
- de pleitaantekeningen van KNB.
2. De feiten
2.1 De notaris heeft ten behoeve van de permanente educatie over het tijdvak 2010-2011 28 studiepunten behaald.
2.2 De notaris heeft over het tijdvak 2008-2009 eveneens minder dan het voorgeschreven aantal studiepunten behaald. De Kamer heeft de notaris bij brief van 28 oktober 2010 verzocht om het geconstateerde tekort aan opleidingspunten in te halen. Tengevolge van de inhaalverplichting had de notaris over de periode 2010-2011 62 studiepunten moeten behalen.
2.3 Ook over het tijdvak 2006-2007 heeft de notaris minder dan het voorgeschreven aantal studiepunten behaald. De Kamer heeft de notaris bij brief van 13 februari 2009 verzocht om het geconstateerde tekort aan opleidingspunten in te halen.
2.4 De notaris heeft over het lopende tijdvak (2012-2013) tot de mondelinge behandeling 33 studiepunten behaald.
2.5. De notaris heeft in de periodes dat hij het verplichte aantal studiepunten niet haalde geen contact opgenomen met de KNB.
3. De klacht en het verweer
3.1 De handelwijze van de notaris is naar de mening van de KNB tuchtrechtelijk laakbaar.
3.2 De notaris voert gemotiveerd verweer, dat hierna, voor zover van belang onder de beoordeling zal worden behandeld.
4. De beoordeling van de klacht
4.1 Ingevolge artikel 98 lid 1 Wet op het notarisambt (Wna) zijn notarissen en kandidaat-notarissen aan het tuchtrecht onderworpen ter zake van enig handelen of nalaten in strijd met hetzij enige bij of krachtens deze wet gegeven bepaling of een op deze wet berustende verordening, hetzij de zorg die zij als notarissen behoren te betrachten ten opzichte van degenen te wier behoeve zij optreden en ter zake van enig handelen of nalaten dat een behoorlijk notaris niet betaamt. De Kamer dient derhalve te onderzoeken of de handelwijze van de notaris een verwijtbare gedraging in de zin van dit artikel oplevert.
4.2 De notaris is gehouden, gelet op artikel 1 en artikel 2 lid 2 Verordening bevordering vakbekwaamheid en artikel 5 lid 1 Reglement bevordering vakbekwaamheid, om voldoende opleidingspunten te behalen. Per twee kalenderjaren dient een notaris 40 opleidingspunten te behalen. Op grond van de verordening, in combinatie met de door de Kamer opgelegde inhaalverplichting (als gevolg van het feit dat de notaris ook in het tijdvak 2008-2009 te weinig punten had behaald), had de notaris in de periode 2010-2011 daarom 62 opleidingspunten moeten behalen. Hij heeft er 28 behaald.
Aan de verplichting tot het behalen van voldoende opleidingspunten heeft de notaris naar onweersproken is gesteld over gemelde drie tijdvakken, namelijk 2006-2007, 2008-2009, 2010-2011, niet voldaan, hetgeen naar het oordeel van de Kamer met zich brengt dat de notaris de tuchtnorm van artikel 98 lid 1 Wna heeft overtreden.
Het verweer van de notaris dat hij gezondheidsklachten had en zich gedwongen voelde voorrang te geven aan het passeren van akten levert geen grond op om van de verplichting de opleidingspunten te behalen ontslagen te zijn. Het had op de weg van de notaris gelegen tijdig in overleg te treden met de KNB wanneer zijn persoonlijke omstandigheden hem verhinderden aan zijn verplichting te voldoen. Dit heeft de notaris nagelaten. De Kamer acht aldus de handelwijze van de notaris laakbaar.
4.3 De Kamer neemt in aanmerking het feit dat de notaris zowel in de periode 2006-2007 als in de periodes 2008-2009 en 2010-2011 te weinig opleidingspunten heeft behaald. Hij heeft dus ook niet voldaan aan de verplichting om opleidingspunten in te halen. Tevens heeft hij niet weersproken dat hij herhaaldelijk niet heeft gereageerd op brieven van KNB inzake het behalen van te weinig opleidingspunten. De Kamer constateert dat de handelwijze van de notaris al gedurende langere tijd voorduurt, dat hij zowel door de KNB als door de Kamer is gewezen op de verplichting en dat hij op geen enkele wijze heeft getoond overtuigd te zijn van de ernst van de zaak. Zijn handelwijze is niet in overeenstemming met zijn verklaring dat hij waarde hecht aan het volgen van cursussen. De Kamer acht de handelwijze van de notaris dermate laakbaar dat de Kamer de maatregel van berisping passend en geboden acht.
5. De beslissing
De Kamer van Toezicht acht de klacht gegrond en
legt hem de maatregel van berisping op.
Deze beslissing is gegeven door mr. L.A. van Son, plv. voorzitter, Mrs. A.J.V. Tierolff, T.K. Lekkerkerker, D.T. Boks en A.A.H.M. Derks plv. leden, en in tegenwoordigheid van mr. C. van Schelven, secretaris, uitgesproken in het openbaar op 22 maart 2013
De secretaris De plv. voorzitter