ECLI:NL:TGZRSGR:2016:10 Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Den Haag 2015-020
ECLI: | ECLI:NL:TGZRSGR:2016:10 |
---|---|
Datum uitspraak: | 26-01-2016 |
Datum publicatie: | 26-01-2016 |
Zaaknummer(s): | 2015-020 |
Onderwerp: | Onjuiste behandeling/verkeerde diagnose |
Beslissingen: | |
Inhoudsindicatie: | Klaagster verwijt de tandarts dat hij haar niet heeft willen doorverwijzen naar een kaakchirurg voor een moeilijke extractie van het rondom zwaar ontstoken element 27, geen nazorg heeft verleend en rekeningen heeft nagestuurd zonder enig overleg vooraf. Door de extractie is een antrumperforatie ontstaan. De tandarts heeft gemotiveerd verweer gevoerd. Met betrekking tot het eerste klachtonderdeel is het College van oordeel dat niet is gebleken dat de tandarts geweigerd heeft klaagster door te sturen naar een kaakchirurg, de keuze voor verweerder is het resultaat van overleg geweest. Ongegrond. Met betrekking tot de extractie van element 27 overweegt het College dat er sprake was een tandheelkundige indicatie om de kies te verwijderen en een ontsteking aan een kies een extractie niet in de weg staat. Op de behandeling door de tandarts van de complicatie (antrumperforatie) heeft het College geen aanmerkingen. Ongegrond. De nazorg op korte termijn was voldoende geregeld. Ongegrond. De tandarts had mogelijk iets meer inlevingsvermogen mogen betrachten jegens klaagster toen zij zich onwel voelde worden maar deze situatie is niet dusdanig ernstig, dat de tandarts daarvan een tuchtrechtelijk verwijt kan worden gemaakt. Ongegrond. In een tuchtprocedure is het niet mogelijk op een vordering tot schadevergoeding te beslissen. Wijst de klacht in al haar onderdelen af. |
Datum uitspraak: 26 januari 2016
Het Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg te Den Haag heeft de volgende beslissing gegeven inzake de klacht van:
A ,
wonende te B,
klaagster,
tegen:
C , tandarts,
werkzaam te B,
verweerder.
1. Het verloop van de procedure
1.1 Het verloop van de procedure blijkt uit:
- het klaagschrift met drie bijlagen, ontvangen op 15 januari 2015
- de brief van klaagster van 22 januari 2015
- het verweerschrift met twee bijlagen
- de repliek met twee bijlagen
- de dupliek met één bijlage (CD-rom).
1.2 De partijen hebben afgezien van de mogelijkheid om in het vooronderzoek mondeling te worden gehoord.
1.3 De mondelinge behandeling door het College heeft plaatsgevonden ter openbare terechtzitting van 1 december 2015. De partijen zijn verschenen en hebben hun standpunten mondeling toegelicht.
2. De feiten
2.1 Klaagster, geboren in 1962, was eind 2014 op zoek naar een nieuwe tandarts voor haarzelf en haar zoon en bezocht om die reden op 13 november 2014 de praktijk van verweerder. Zij had toen een orthopantomogram en twee bitewings bij zich, die haar vorige tandarts recent (2014) had gemaakt van het gebit van klaagster.
2.2. Op 22 november 2014 heeft klaagster de praktijk gebeld vanwege pijnklachten aan/bij element 27.
2.3 Op 24 november 2014 heeft verweerder element 27 geëxtraheerd, waarbij een antrumperforatie is ontstaan. De wond is daarna primair gesloten.
2.4. Op 26 november 2014 was een afspraak voor een nacontrole gepland. Klaagster heeft deze afspraak afgebeld en aan de assistente van verweerder medegedeeld dat zij niet tevreden was, zich uit de praktijk wilde uitschrijven en naar een andere tandarts zou gaan.
2.5 Op 8 december 2014 heeft klaagster bij de assistente van verweerder haar tandheelkundig dossier opgevraagd en aangegeven dat zij naar een nieuwe tandarts zou vertrekken.
3. De klacht
3.1 Klaagster verwijt verweerder zakelijk weergegeven:
1. dat hij klaagster op 24 november 2014 niet heeft willen doorverwijzen naar een kaakchirurg voor extractie van element 27 zoals gevraagd, maar zelf element 27 heeft geëxtraheerd;
2. dat hij element 27 heeft getrokken ondanks dat er ontstekingen in de mond waren. Dat bleek uit het feit, dat tijdens de verdoving pus uit de insteekopening van de naald kwam;
3. dat hij is doorgegaan met de behandeling, terwijl er tot twee keer toe te horen was dat het bot brak;
4. dat hij direct na de behandeling onvoldoende nazorg heeft verleend in de vorm antibiotica, pijnstillers en gaasjes. Dit vanwege het feit dat er een grote wond c.q. gat was ontstaan in de kaak, er een open verbinding was met de bijholtes en er sprake was van een ontsteking in de mond;
5. dat hij facturen heeft nagestuurd, zonder enig overleg vooraf.
3.2 Klaagster stelt dat zij als gevolg van de behandeling - samengevat – onnodige pijn en andere klachten en kosten heeft gehad.
Klaagster eist financiële vergoeding voor herstel van haar gebit door een specialist en daarnaast ook vergoeding van alle bijkomende materiële en immateriële kosten.
4. Het standpunt van verweerder
Verweerder heeft de klachten en de daaraan ten grondslag gelegde stellingen bestreden. Voor zover nodig wordt daarop hieronder ingegaan.
5. De beoordeling
5.1 Ter zitting heeft klaagster desgevraagd aangegeven, dat haar klacht ziet op de tandheelkundige behandeling en niet op de financiële afhandeling. Daarmee vervalt klachtonderdeel 3.1 punt 5.
5.2 Klachtonderdeel 1
Verweerder heeft klaagster niet willen doorverwijzen naar een kaakchirurg voor extractie van element 27 zoals gevraagd, maar heeft zelf element 27 geëxtraheerd .
Uit de brief van 9 januari 2015, welke brief klaagster bij haar klaagschrift heeft overgelegd, blijkt dat op 24 november 2014 tussen klaagster en verweerder is overlegd over wie de kiesextractie van element 27 zou gaan doen; verweerder of een kaakchirurg.
Het is het College ter zitting duidelijk geworden dat klaagster weliswaar om verwijzing naar een kaakchirurg heeft gevraagd, maar dat zij zich door verweerder heeft laten overtuigen van het feit hij bevoegd en voldoende bekwaam was om zelf de extractie uit te voeren. Klaarblijkelijk heeft klaagster in eerste instantie onvoldoende tegengeluid laten horen en/of heeft verweerder mogelijke signalen dat klaagster behandeling door een kaakchirurg prefereerde, niet opgepikt. Hoe het ook zij, klaagster is in de behandelstoel van verweerder gaan zitten en heeft zich door hem laten behandelen. Daargelaten dat een tandarts bevoegd en bekwaam moet worden geacht een kies te extraheren, is het College niet gebleken dat verweerder geweigerd heeft klaagster door te verwijzen naar een kaakchirurg. De keuze voor verweerder is het resultaat van overleg geweest. Dit klachtonderdeel dient dan ook te worden afgewezen.
5.3 Klachtonderdelen 2 en 3
Verweerder heeft de kies getrokken ondanks dat er ontstekingen in de mond waren (klachtonderdeel 2) en verweerder is doorgegaan met de behandeling, terwijl er tot twee keer toe te horen was dat het bot brak (klachtonderdeel3).
De klachtonderdelen 2 en 3 zien op de behandeling door verweerder op 24 november 2014. Naar het oordeel van het College blijkt uit de röntgenfoto van element 27 duidelijk dat er een tandheelkundige indicatie was voor extractie van element 27. Het feit dat sprake was van een ontsteking aan deze kies staat een extractie niet in de weg.
De geluiden die waren te horen bij de extractie waren geen aanwijzing voor verweerder om te stoppen met de extractie; een eenmaal ingezette extractie dient in de regel te worden afgemaakt, waarna een eventuele complicatie vervolgens naar bevind van zaken dient te worden behandeld.
Op de behandeling door verweerder van de complicatie (antrumperforatie) heeft het College geen aanmerkingen. Verweerder heeft dit adequaat opgelost.
Gezien het vorenstaande dienen beide klachtonderdelen te worden afgewezen.
5.4 Klachtonderdeel 4
Verweerder heeft direct na de behandeling onvoldoende nazorg verleend in de vorm antibiotica, pijnstillers en gaasjes.
Voor het voorschrijven van antibiotica was naar het oordeel van het College geen indicatie; de veroorzaker van de ontsteking was immers geëxtraheerd. Pijnstilling direct na de behandeling was ook niet nodig omdat de mond nog plaatselijk verdoofd was. Een gaasje op de wond lag niet voor de hand omdat de wond immers primair was gesloten.
Daarnaast was een controleafspraak voor 2 dagen na de behandeling afgesproken, waarmee de nazorg op korte termijn naar het oordeel van het College voldoende was geregeld. Dit klachtonderdeel dient daarmee eveneens te worden afgewezen.
Het College kan zich echter voorstellen dat klaagster wat meer inlevingsvermogen van verweerder had verwacht toen zij zich in een lege wachtkamer zonder een toeziend assistente onwel voelde worden. Ter zitting liet verweerder weten dat hij zich er niet van bewust was dat klaagster nog in de wachtkamer zat en dat de balie onbemand was. Deze situatie is uiteraard te betreuren, maar is niet zodanig ernstig, dat verweerder daarvan een tuchtrechtelijk verwijt valt te maken.
5.5 De conclusie is dat verweerder met betrekking tot de klacht geen verwijt zoals bedoeld in artikel 47, eerste lid onder a, van de Wet op de beroepen in de individuele gezondheidszorg kan worden gemaakt. De klacht zal dan ook als ongegrond worden afgewezen.
5.6 In een tuchtprocedure is het niet mogelijk op een vordering tot schadevergoeding te beslissen.
6. De beslissing
Het Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg te Den Haag beslist als volgt:
wijst de klacht af.
Deze beslissing is gegeven door mr. A.E.B. ter Heide, voorzitter, mr. H. Uhlenbroek, lid-jurist, M.M.L.F. Smulders, H.W. Luk, J.M.W. Croes, leden-tandartsen, bijgestaan door mr. A.F. de Kok, secretaris en uitgesproken in het openbaar op 26 januari 2016.
voorzitter secretaris
Tegen deze beslissing kan binnen zes weken na de dag van verzending van het afschrift ervan schriftelijk hoger beroep worden ingesteld bij het Centrale Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg door:
a. de klager en/of klaagster, voor zover de klacht is afgewezen, of voor zover hij/zij
niet-ontvankelijk is verklaard;
b. degene over wie is geklaagd;
c. de hoofdinspecteur of de regionale inspecteur van het Staatstoezicht op de
volksgezondheid, wie de aangelegenheid uit hoofde van de hem toevertrouwde
belangen aangaat.
Het tot het Centrale Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg gerichte beroepschrift wordt ingezonden bij de secretaris van het Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg te Den Haag, door wie het binnen de beroepstermijn moet zijn ontvangen.