ECLI:NL:TGZRGRO:2014:36 Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Groningen G2014/08

ECLI: ECLI:NL:TGZRGRO:2014:36
Datum uitspraak: 02-09-2014
Datum publicatie: 04-09-2014
Zaaknummer(s): G2014/08
Onderwerp: Niet of te laat komen
Beslissingen: Ongegrond/afwijzing
Inhoudsindicatie: Klacht tegen chirurg. Klager stelt dat hem door een collega van verweerder is toegezegd dat verweerder een bepaalde operatie bij hem zou uitvoeren. Uiteindelijk is de operatie door ander uitgevoerd. Klager verwijt verweerder zich niet aan de afspraak te hebben gehouden dat hij de operatie zou uitvoeren. Niet gebleken is dat een dergelijke afspraak is gemaakt en klager is vóór de operatie al op de hoogte gebracht dat een ander dan hij de operateur zou zijn. Klager heeft hiertegen geen bezwaren geuit. Klacht is ongegrond.

Rep.nr. G2014/08

2 september 2014

Def. 83

REGIONAAL TUCHTCOLLEGE VOOR DE GEZONDHEIDSZORG

TE GRONINGEN

Het College heeft het volgende overwogen over en beslist op de op 6 januari 2014 binnengekomen klacht van:

A,

klager,

wonende te B,

gemachtigde: mr. J.H. Oosting,

tegen

C ,

chirurg te B,

verweerder,

BIG-reg.nr:

gemachtigde: mr. J.C.C. Leemans.


1. Verloop van de procedure

Het College heeft kennisgenomen van de volgende stukken:

- het klaagschrift, met bijlagen, van 2 januari 2014, ingekomen op 6 januari 2014;

- het aangevulde klaagschrift van 30 januari 2014, ingekomen op 3 februari 2014;

- het medisch dossier.

In het kader van het vooronderzoek zijn partijen in de gelegenheid gesteld te worden gehoord. Partijen hebben hiervan geen gebruik gemaakt.

De klacht is behandeld ter openbare zitting van 15 juli 2014. Klager is verschenen vergezeld van zijn gemachtigde en zijn echtgenote. Verweerder is met kennisgeving niet verschenen. Zijn gemachtigde is wel verschenen. De partijen hebben hun standpunten toegelicht aan de hand van pleitnotities.

2. Vaststaande feiten

Voor de beoordeling van de klacht gaat het College uit van de volgende feiten,

die tussen partijen als erkend dan wel enerzijds gesteld en anderzijds niet of onvoldoende betwist vaststaan.

2.1

In 2011 was verweerder als chirurg verbonden aan D een zelfstandig behandelcentrum binnen het E. Dit behandelcentrum is gespecialiseerd in operaties bij patiënten met obesitas. Klager, diabetespatiënt, meldde zich op 24 januari 2011 bij dit centrum voor chirurgische behandeling van zijn morbide obesitas. Vervolgens vond er een preoperatief traject plaats, bestaande uit een voorlichtingsbijeenkomst, een multidisciplinaire screening en een preoperatief gesprek op 8 augustus 2011. Op 18 oktober 2011 is bij klager door F, chirurg in opleiding, een gastric sleeveoperatie operatie (een maagverkleinende operatie) uitgevoerd.

3. De klacht

De klacht luidt – zakelijk weergegeven – als volgt.

Klager stelt dat chirurg G tijdens het preoperatieve gesprek op 8 augustus 2011 met hem had afgesproken dat hij door verweerder zou worden geopereerd. De operatie is echter door een ander uitgevoerd. Klager verwijt verweerder dat hij de operatie, tegen de gemaakte afspraak in, niet zelf heeft uitgevoerd.

4. Het verweer

4.1

Verweerder betwist dat is afgesproken dat hij en niemand anders de operatie zou uitvoeren. Zoals op het preoperatieve formulier en op het opnameformulier wordt vermeld, heeft klager verklaard niet vast te houden aan een van de chirurgen. G, die het gesprek op

8 augustus 2011 met klager voerde, heeft dat een en ander ook zo met klager besproken. Chirurg F, door wie de operatie is uitgevoerd, heeft laten weten dat hij kennis heeft gemaakt met klager voorafgaande aan operatie en dat klager geen bezwaren heeft geuit tegen het feit dat hij, en niet verweerder, de operatie zou uitvoeren.

Nu de door klager gestelde afspraak niet is gemaakt, heeft verweerder niet tuchtrechtelijk verwijtbaar gehandeld door de operatie niet uit te voeren.

5. Beoordeling van de klacht

5.1

Het College overweegt het volgende. Partijen hebben een verschillende lezing over de afspraak die zou zijn gemaakt aangaande de vraag wie de operatie zou gaan uitvoeren. Tegenover de gemotiveerde betwisting door verweerder, die steun vindt in hetgeen de chirurgen F en G - tegen wie klager eveneens een klacht heeft ingediend - hebben laten weten, kan niet worden uitgegaan van de juistheid van de lezing van klager.

Daaruit volgt dat niet kan worden geoordeeld dat verweerder tuchtrechtelijk verwijtbaar heeft gehandeld jegens klager. Het College voegt daaraan ten overvloede toe dat het, mede ter voorkoming van discussies daarover achteraf, aanbeveling verdient dat afspraken zoals hier aan de orde deugdelijker worden vastgelegd in het medisch dossier dan hier is gebeurd. Dit betekent echter niet dat de vastlegging in casu van dien aard was dat hierin de aanwezigheid van een tuchtrechtelijk verwijt besloten ligt.

6. Slotsom

Het voorgaande leidt tot de slotsom dat de klacht ongegrond is.

7. Beslissing

Het Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg te Groningen:

verklaart de klacht ongegrond en wijst deze af.

Aldus op 15 juli 2014 gewezen door:

prof. mr. J.H.M. Willems, voorzitter,

mr. H. van Lokven-van der Meer, lid-jurist,

dr. ir. J.G. Konings, lid-geneeskundige,

drs. W.P. Haanstra, lid-geneeskundige,

dr. I. Dawson, lid-geneeskundige,

bijgestaan door mr. L.C. Commandeur, secretaris,

en in het openbaar uitgesproken op 2 september 2014 door mr. dr. H.L.C. Hermans, voorzitter, in tegenwoordigheid van voornoemde secretaris.

De secretaris: De voorzitter: