ECLI:NL:TGDKG:2017:175 kamer voor gerechtsdeurwaarders Amsterdam 302.2016

ECLI: ECLI:NL:TGDKG:2017:175
Datum uitspraak: 20-10-2017
Datum publicatie: 09-01-2018
Zaaknummer(s): 302.2016
Onderwerp: Ambtshandelingen (art. 2 Gdw)
Beslissingen:
Inhoudsindicatie: Voor het eerst maakt de Kamer de oplegging van een berisping openbaar in het register gerechtsdeurwaarders dat wordt bijgehouden door de KBvG door het opnemen van een link in de beslissing naar dit register. De gerechtsdeurwaarders hebben bij de executie van een vonnis waarbij klagers tot ontruiming en tot betaling  van huurachterstand zijn veroordeeld, geen gebruik gemaakt van de voor de in deze situatie door de KBvG voorgeschreven bijsluiter. In plaats daarvan hebben de gerechtsdeurwaarders een aanplakbiljet op de voordeur van de (voormalige)woning van klagers geplakt met de mededeling dat ontruiming zou plaatsvinden en dat deze kon worden voorkomen door betaling van het verschuldigde. De Kamer acht dat onder de omstandigheden van het geval tuchtrechtelijk laakbaar.  

KAMER VOOR GERECHTSDEURWAARDERS TE AMSTERDAM

Beslissing van 20 oktober 2017 zoals bedoeld in  artikel 43 van de Gerechtsdeurwaarderswet inzake de klacht met nummer C/13/604926 / DW RK 16/302 ingesteld door:

1. [   ],

2. [   ],

wonende te [     ],

klagers,

tegen:

1. [   ],

2. [   ],

3. [   ],

gerechtsdeurwaarders te [   ],

beklaagden.

1. Ontstaan en loop van de procedure

Bij brief, ingekomen op 22 maart 2016, hebben klagers een klacht ingediend tegen beklaagden, hierna: de gerechtsdeurwaarders. Bij aangehechte brief met bijlagen, ingekomen op 24 maart 2016, hebben de gerechtsdeurwaarders op de klacht gereageerd.  De klacht is behandeld ter openbare terechtzitting van 1 september 2017 in aanwezigheid van gerechtsdeurwaarders sub 1 en 2 (mede namens gerechtsdeurwaarder sub 3). Klagers zijn, hoewel behoorlijk opgeroepen, niet verschenen. Van de behandeling ter zitting zijn aantekeningen gemaakt. De uitspraak is bepaald op 20 oktober 2017.

2. Feiten en omstandigheden

Uitgegaan wordt van de volgende feiten en omstandigheden:

-           Op 2 maart 2016 is een vonnis op tegenspraak gewezen ten laste van klagers, waarbij klagers zijn veroordeeld tot ontruiming van hun woning en tot betaling van huurachterstand.

-           Op 10 maart 2016 hebben de gerechtsdeurwaarders de grosse van het vonnis  betekend met gelijktijdig bevel om aan de inhoud te voldoen. Bij de betekening is geen door de KBvG voorgeschreven bijsluiter verstrekt.

-           Op 14 maart 2016 is een aanplakbiljet op de voordeur van de (voormalige) woning van klagers geplakt met de mededeling dat de ontruiming zou plaats­vinden op 23 maart 2016. Tevens is vermeld dat de ontruiming kon worden voorkomen door uiter­lijk 22 maart 2016 een bedrag van € 3.150,68 te vol­doen.

-           Bij brief van 21 maart 2016 hebben de gerechtsdeurwaarders aan klagers meegedeeld dat abusievelijk is meegedeeld dat bij volledige betaling ontruiming kon worden voorkomen. De ontruiming zou sowieso plaatsvinden of er nu betaald werd of niet.

-           Van klagers is geen betaling ontvangen voor of op 22 maart 2016.

3. Klacht

Klagers beklagen verwijten de gerechtsdeurwaar­ders dat deze:

a:         de grosse van het vonnis niet hebben betekend en bewust geen bijsluiter hebben verstrekt met informatie over de mogelijkheid van het instellen van een rechts­mid­del;

b:         een concrete toezegging hebben gedaan dat klagers niet zouden worden ontruimd bij volledige betaling en dat klagers hierop mochten vertrouwen.

Desondanks zijn de gerechtsdeurwaarders direct tot aanplakking overgegaan en hebben zij de ontruiming aangezegd.

4. Verweer

4.1 De gerechtsdeurwaarders hebben de klacht gemotiveerd weersproken. In verband met betalingsachterstanden zijn tegen klagers in totaal acht rechtszaken gevoerd. Zij hebben ook een “tweede kans overeenkomst” ondertekend op 6 mei 2015 waarbij een laatste kans is geboden om niet te worden ontruimd onder voorwaarde dat de achterstand betaald werd en de nieuwe huur voortaan tijdig zou worden voldaan. Klagers waren er dus van op de hoogte dat bij een nieuwe veroordeling tot betaling van huurachterstand en tot ontruiming, deze ontruiming daadwerkelijk zou plaatsvinden. Wel is namens de gerechtsdeurwaarders per abuis meegedeeld dat bij betaling van de huurachterstand niet ontruimd zou worden. Deze verkeerde mededeling is echter ruim voor de geplande ontruiming per exploot rechtgezet.   

4.2 Ter zitting hebben de gerechtsdeurwaarders hieraan toegevoegd dat zij bij betekeningen geen gebruik maken van een bijsluiter die door de KBvG is opgesteld, omdat die in hun ogen te uitgebreid is. Ook geldt, volgens hen, geen verplichting tot het gebruik van een dergelijke bijsluiter. De gerechtsdeurwaarders zijn doende met het ontwikkelen van een eigen bijsluiter. Deze is echter nog niet gereed. De ervaring is dat veel mensen de post niet lezen. Daarom  is gekozen voor aanplakking van een biljet op de voordeur met de tekst “let op, u wordt ontruimd” en met vermelding van de datum van ontruiming en de contactgegevens van het kantoor van de gerechtsdeurwaarder. Die tekst is zichtbaar voor eenieder. Op het biljet is een formulier aangebracht. Dit wordt voornamelijk gedaan bij schuldenaren met wie geen contact is verkregen. Volgens de gerechtsdeurwaarders ontvangen zij veel positieve reacties over deze wijze van informeren en behalen zij daar goede resultaten mee. De gerechtsdeurwaarders gebruiken deze methode alleen als er een privé toegangsdeur is of bijvoorbeeld als de brievenbus vol zit.

5. Beoordeling van de klacht

5.1. Indien een klacht is ingediend tegen een gerechtsdeur­waarderskantoor dient te worden vastgesteld tegen welke gerechtsdeurwaarder(s) van dat kantoor de klacht zich richt. In eerdere jurisprudentie oordeelde het Gerechtshof Amsterdam dat het in zo’n geval niet aan dat kantoor is toegestaan zelf een - willekeurige - gerechtsdeur­waar­der naar voren te schuiven die de tuchtrechtelijke verantwoordelijkheid op zich neemt. Bij klachten tegen een samenwer­kings­verband dient de tuchtrechter zelf te onderzoeken tegen welke gerechtsdeurwaarder(s) van het samenwerkingsverband de klacht zich richt (ECLI:NL:GHAMS:2014:3696). Uit het verweer blijkt dat alle aan het kantoor verbonden gerechtsdeurwaarder verantwoordelijk zijn voor het handelen waarover wordt geklaagd. Om die reden worden alle aan het gerechtsdeurwaarderskantoor verbonden gerechtsdeurwaarders als beklaagde aangemerkt. Hiermee is in de aanhef van deze beslissing rekening gehouden.

5.2.Op grond van artikel 34 lid 1 van de Gerechtsdeurwaarderswet zijn gerechtsdeurwaarders, waarnemend gerechtsdeurwaarders, toegevoegd gerechtsdeurwaarders, kandidaat -gerechtsdeurwaarders en degene die is toegevoegd in het kader van de stageverplichting bij de in artikel 25, eerste lid bedoelde opleiding, onderworpen aan tuchtrechtspraak ter zake van enig handelen of nalaten in strijd met enige bij of krachtens deze wet gegeven bepaling en ter zake van enig handelen of nalaten dat een behoorlijk gerechtsdeurwaarder niet betaamt. Ter beoordeling staat of de handelwijze van de gerechtsdeurwaarders een tuchtrechtelijk verwijtbare gedraging in de zin van dit artikel oplevert.

5.3  Mede gelet op de ter zitting door de gerechtsdeurwaarders gegeven toelichting, die niet is weersproken, wordt vastgesteld dat het vonnis is betekend. Voorts is onderbouwd dat klagers tijdig op de hoogte zijn gesteld dat zij aan de per abuis gedane mededeling dat ontruiming nog kon worden voorkomen geen rechten konden ontlenen. Overigens hebben klagers geen enkele betaling gedaan ter voorkoming van een eventuele ontruiming. Dit deel van de klacht is ongegrond.

5.4 De Kamer deelt het standpunt van de gerechtsdeurwaarders ten aanzien het gebruik van de bijsluiter niet. Het gebruik van door de KBvG voorgeschreven bijsluiters is niet vrijblijvend maar maakt onderdeel uit van de regelgeving die voor gerechtsdeurwaarders van toepassing is. De verplichting vloeit voort uit de artikelen 7 en 20 van de Verordening KBvG Normen voor Kwaliteit en uit artikel 7 van het Reglement KBvG Normen voor Kwaliteit. Het is een gerechtsdeurwaarder toegestaan om van deze “best practice” af te wijken, als hij daarbij gemotiveerd kan onderbouwen en beargumenteerd kan aangeven op welke manier hij toch aan de kwaliteitsnormen voldoet. De argumentatie van de gerechtsdeurwaarders om - in ieder geval in deze situatie - geen gebruik te maken van de voorschreven bijsluiter overtuigt de Kamer niet. De gerechtsdeurwaarders maken thans geen gebruik van de door de KBvG voorgeschreven bijsluiter bij de aanzegging van de ontruiming maar hebben ook nog geen eigen alternatief ontwikkeld. Kortom er wordt geen gebruik gemaakt van enige bijsluiter waarin de door de KBvG voorgeschreven informatie is opgenomen. Daarentegen blijkt dat zij hebben gekozen om een ontruimingsaankondiging aan te plakken met informatie die voor iedereen leesbaar is. Deze praktijk vormt geen goed alternatief voor de best practice van informatieverstrekking, schaadt onnodig de privacy van betrokkenen en is daarmee volstrekt in strijd met artikel 5 van de Verordening beroeps- en gedragsregels gerechtsdeurwaarders. Bovendien bestond met klagers wel degelijk contact, zodat aanplakking in dit geval ook niet strookt met hetgeen de gerechtsdeurwaarders stellen als beleid te hanteren.

5.5 De Kamer acht het onderdeel van de klacht over het niet gebruikmaken van een bijsluiter gegrond. De Kamer acht dat, in combinatie met de door de gerechtsdeurwaarders gekozen alternatieve methode van aanplakking, een zodanig ernstige gedraging dat zij aanleiding ziet na te melden maatregel openbaar te maken op basis van artikel 43 vierde lid van de Gerechtsdeurwaarderswet. De Kamer wil hiermee ook naar buiten toe tot uiting brengen dat zij het gedrag van de gerechtsdeurwaarders in dit opzicht niet toelaatbaar acht.

7. Op grond van het vorenstaande wordt beslist als volgt.

BESLISSING                                                               

De Kamer voor gerechtsdeurwaarders:

-        verklaart de klacht gedeeltelijk gegrond;

-        legt voor het gegronde deel van de klacht aan ieder van de gerechtsdeurwaarders de maatregel van berisping op en bepaalt dat deze maatregel wordt openbaar gemaakt in het register gerechtsdeurwaarders, te vinden op http://registergerechtsdeurwaarders.nl .

Aldus gegeven door mr. A.E. de Vos, plaatsvervangend-voorzitter, mr. W.M. de Vries en mr. J. M. Wisseborn,  leden en uitgesproken ter openbare terechtzitting van 20 oktober 2017 in tegenwoordigheid van de secretaris.