ECLI:NL:TGDKG:2017:166 kamer voor gerechtsdeurwaarders Amsterdam 685.2016

ECLI: ECLI:NL:TGDKG:2017:166
Datum uitspraak: 06-10-2017
Datum publicatie: 13-10-2017
Zaaknummer(s): 685.2016
Onderwerp: Ambtshandelingen (art. 2 Gdw)
Beslissingen:
Inhoudsindicatie: De gerechtsdeurwaarder heeft zich niet professioneel gedragen door aan klaagster mee te delen in een e-mail: "Dat u het niet zo nauw neemt met de normen en waarden was inmiddels al bekend. Wat u nu doet, slaat natuurlijk nergens op! en: "Hier lusten de honden geen brood van. Treurig." De Kamer acht de klacht over de bejegening gegrond, maar legt geen maatregel op.

KAMER VOOR GERECHTSDEURWAARDERS TE AMSTERDAM

Beslissing van 6 oktober 2017 zoals bedoeld in  artikel 43 van de Gerechtsdeurwaarderswet inzake de klacht met nummer C/13/6111130 / DW RK 16/685 ingesteld door:

[   ],

wonende te [   ],

klaagster,

tegen:

[   ],

gerechtsdeurwaarder te [   ],

beklaagde.

1. Ontstaan en loop van de procedure

Bij brief met bijlagen, ingekomen op 30 juni 2016,  heeft klaagster een klacht ingediend tegen beklaagde, hierna: de gerechtsdeurwaarder. Bij verweerschrift, ingekomen op 26 juli 2016, is door de gerechtsdeurwaarder op de klacht gereageerd. De klacht is behandeld ter openbare terechtzitting van 25  augustus 2017 in aanwezigheid van de gerechtsdeurwaarder (vergezeld door zijn echtgenote). Klaagster is, hoewel behoorlijk opgeroepen, niet verschenen. Van de behandeling zijn aantekeningen gemaakt. De uitspraak is bepaald op  6 oktober 2017.

2. De feiten

2.1 De gerechtsdeurwaarder is belast met de executie van een op 24 november 2015 tegen de vennootschap onder firma [   ] en tegen  klaagster en haar partner als vennoten gewezen vonnis. Dit vonnis is betekend op het woonadres van klaagster en haar partner, waar de vennootschap volgens een uittreksel van de Kamer van Koophandel op 10 december 2015 ingeschreven stond. Vervolgens heeft de gerechtsdeurwaarder executoriaal derdenbeslag gelegd. Het exploot van overbetekening is in persoon aan de partner van klaagster overhandigd.

2.2 Bij e-mail van 28 juni 2016 heeft klaagster aan de gerechtsdeurwaarder laten weten dat een restantbedrag nog niet was betaald, omdat zij het niet eens is met de kosten die de gerechtsdeurwaarder in rekening had gebracht. Daar komt nog bij dat klaagster en haar partner nooit een exploot hebben gekregen. Volgens klaagster zijn er onrechtmatig extra kosten in rekening gebracht. Zij had besloten om daarover een jurist te raadplegen. De gerechtsdeurwaarder heeft daarop per e-mail gereageerd en klaagster onder meer meegedeeld:  “Dat u het niet zo nauw neemt met de normen en waarden was inmiddels al bekend. Wat u nu doet, slaat natuurlijk nergens op!  en: “Hier lusten de honden geen brood van. Treurig.”

3. De klacht

Volgens klaagster heeft de gerechtsdeurwaarder te hoge executiekosten berekend, geen exploot overhandigd en zeer onprofessioneel gereageerd in zijn e-mail.

4. Het verweer van de gerechtsdeurwaarder

4.1 De gerechtsdeurwaarder heeft de klacht bestreden. Op verzoek van de beslagene en de partner van klaagster heeft op 1 februari 2016 een gesprek plaatsgevonden. Na afloop van het gesprek is een betalingsregeling getroffen en is het beslag voorlopig opgeschort. De executiekosten zijn conform het BTAG  tarief in rekening gebracht. Het exploot van overbetekening is aan de partner van klaagster in persoon betekend. Dat hij dat niet aan klaagster heeft doorgegeven, kan niet aan de gerechtsdeurwaarder worden verweten. De gerechtsdeurwaarder heeft toegegeven dat zijn reactie in de e-mail iets genuanceerder had kunnen zijn. Hij heeft daarvoor zijn excuses aangeboden. Deze reactie is een gevolg van de in zijn ogen onredelijke houding van klaagster. De gerechtsdeurwaarder is van mening dat hij zich redelijk en soepel heeft opgesteld. Een beslagpoging op roerende zaken is zelfs niet in rekening gebracht. Verder is hij aanwezig geweest bij het urenlange gesprek om de problematiek te bespreken en om een oplossing aan te dragen.

4.2 Ter zitting heeft de gerechtsdeurwaarder hieraan toegevoegd dat de opmerking dom was, maar dat hij er geen afstand van neemt. Hij zit al 40 jaar in het vak en tegen hem is nog nooit een tuchtklacht ingediend.

5. Beoordeling van de klacht

5.1. Op grond van artikel 34 lid 1 van de Gerechtsdeurwaarderswet zijn gerechtsdeurwaarders, waarnemend gerechtsdeurwaarders, toegevoegd gerechtsdeurwaarders, kandidaat -gerechtsdeurwaarders en degene die is toegevoegd in het kader van de stageverplichting bij de in artikel 25, eerste lid bedoelde opleiding, onderworpen aan tuchtrechtspraak ter zake van enig handelen of nalaten in strijd met enige bij of krachtens deze wet gegeven bepaling en ter zake van enig handelen of nalaten dat een behoorlijk gerechtsdeurwaarder niet betaamt. Ter beoordeling staat of de handelwijze van de gerechtsdeurwaarder een tuchtrechtelijk verwijtbare gedraging in de zin van dit artikel oplevert.

5.2 Klaagster heeft niet concreet gemaakt in welk opzicht onjuiste of te hoge kosten zouden zijn berekend. Daarvan is ook niet gebleken. Evenmin is gebleken dat het beslag niet rechtsgeldig is overbetekend.

5.3  De uitlatingen in de e-mail van de gerechtsdeurwaarder zijn niet juist en zijn ook gelet op de context waarin deze zijn gedaan niet te rechtvaardigen.  Naar moet worden aangenomen heeft de gerechtsdeurwaarder zich actief bemoeid met de totstandkoming van de betalingsregeling en de opschorting van het beslag. In haar e-mail verwijt klaagster hem zonder dat zij daarvan iets aannemelijk heeft gemaakt dat hij te hoge kosten in rekening heeft gebracht en het beslag niet heeft overbetekend. De gerechtsdeurwaarder was daardoor kennelijk geïrriteerd.  

5.4 Een gerechtsdeurwaarder moet zich echter onder alle omstandigheden professioneel gedragen. De Kamer acht de klacht daarom gedeeltelijk gegrond. Nu de gerechtsdeurwaarder eenmalig uit zijn slof is geschoten en daarvoor  zijn excuses heeft gemaakt, is er echter geen aanleiding tot het opleggen van een maatregel.

6. Op grond van het vorenstaande wordt beslist als volgt.

BESLISSING                                                               

De Kamer voor gerechtsdeurwaarders:

-                     verklaart  het klachtonderdeel ten aanzien van de bejegening  gegrond;

-                     verklaart de klacht voor het overige ongegrond;

-                     ziet voor het gegronde deel van de klacht van het opleggen van een maatregel af.

Aldus gegeven door mr. W.M. de Vries, plaatsvervangend-voorzitter, mr. A. Sissing en A.M. Maas,  leden en uitgesproken ter openbare terechtzitting van 6 oktober 2017 in tegenwoordigheid van de secretaris.