ECLI:NL:TGDKG:2016:78 kamer voor gerechtsdeurwaarders Amsterdam GDW871.2015

ECLI: ECLI:NL:TGDKG:2016:78
Datum uitspraak: 23-08-2016
Datum publicatie: 18-10-2016
Zaaknummer(s): GDW871.2015
Onderwerp: Ambtshandelingen (art. 2 Gdw)
Beslissingen:
Inhoudsindicatie:   Klager verwijt de gerechtsdeurwaarder dat hij de dagvaarding en het vonnis heeft betekend op een verkeerd adres. De kamer overweegt dat nu een verkeerde etage-aanduiding het gevolg is van een vergissing en de gerechtsdeurwaarder de ontstane kosten voor zijn rekening heeft genomen, is niet tuchtrechtelijk laakbaar gehandeld. Klacht ongegrond verklaard.

KAMER VOOR GERECHTSDEURWAARDERS TE AMSTERDAM

Beslissing van 23 augustus 2016 als bedoeld in artikel 43 van de Gerechtsdeurwaarderswet in de zaak met nummer 871.2015 van:

[     ],

wonende te [     ],

klager,

tegen:

[     ],

toegevoegd kandidaat-gerechtsdeurwaarder te [     ],

beklaagde,

gemachtigde [     ].

Ontstaan en loop van de procedure

Bij brief met bijlagen van 1 oktober 2015 heeft klager een klacht ingediend tegen (het kantoor van ) beklaagde, hierna: de gerechtsdeurwaarder.

Bij brief van 28 oktober 2015 heeft de gerechtsdeurwaarder een verweerschrift ingediend.

De klacht is behandeld ter zitting van 7 juni 2016 alwaar klager en de gemachtigde van de gerechtsdeurwaarder zijn verschenen.

Van deze behandeling is proces-verbaal opgemaakt.

De uitspraak is nader bepaald op 23 augustus 2016.

1. De feiten

a)      Klager is bij vonnis van 20 augustus 2015 door de kantonrechter te [     ] veroordeeld tot betaling van een geldsom.

b)      Bij exploot van 4 september 2015 is het vonnis aan klager betekend met bevel aan de inhoud daarvan te voldoen en met aanzegging dat indien niet tijdig aan het gegeven bevel zou worden voldaan verdere maatregelen zouden volgen.

c)      Een afschrift van het exploot van 4 september 2015 is gelaten aan het adres     [     ] 58 I te [     ] en ook de brief waarmee de betalingsregeling aan klager is bevestigd, is gericht aan dat adres.

d)     Blijkens een brief van de gemeente [     ] aan klager van 1 augustus 2007 is klager vanaf die datum woonachtig op het adres [     ] 58 te [     ].

e)      Bij brief van 18 september 2015 is een met klager getroffen betalingsregeling aan hem bevestigd.

f)       Bij brief van 10 november 2015 heeft de gerechtsdeurwaarder klager medegedeeld dat hij naar aanleiding van de klacht van klager heeft kunnen achterhalen waar het mis is gegaan.

2. De klacht

Klager verwijt de gerechtsdeurwaarder dat hij de dagvaarding en het vonnis heeft betekend op een verkeerd adres. Klager staat ingeschreven op het adres [     ] 58 H in [     ]. De gerechtsdeurwaarder heeft klager gedagvaard en vervolgens het tegen klager gewezen verstekvonnis betekend op het adres op het huisnummer 58 I. Nadat klager zich daarover had beklaagd toen hij het vonnis bij toeval vond bovenop de gezamenlijke brievenbus, is een brief met een voorstel voor een betalingsregeling opnieuw naar het verkeerde huisnummer verzonden.    

3. Het verweer van de gerechtsdeurwaarder

De gerechtsdeurwaarder heeft aangevoerd dat in het automatiseringssysteem op zijn kantoor de informatie van de gemeente [     ] onjuist is verwerkt, waardoor de dagvaarding en het vonnis op een verkeerd adres zijn betekend. Aan klager is dit op 10 november 2015 telefonisch meegedeeld en de fout is hersteld. De kosten vanaf het moment van de dagvaarding zijn voor rekening van de gerechtsdeurwaarder genomen. Aan klager zijn excuses aangeboden. In een bijlage bij het verweerschrift heeft de gerechtsdeurwaarder uitgelegd hoe de fout heeft kunnen ontstaan.

4. Beoordeling van de klacht

4.1 De klacht is gericht tegen een gerechtsdeurwaarderskantoor. Een gerechtsdeurwaarderskantoor noch medewerkers van een gerechtsdeurwaarderskantoor kunnen als beklaagden worden aangemerkt. Bij het onderzoek wie als beklaagde kan worden aangemerkt geldt als leidraad de uitspraak van het gerechtshof Amsterdam van 12 augustus 2014 (ECLI:NL:GHAMS:2014:3696). Uit dit arrest volgt dat bij klachten tegen een samenwerkingsverband de tuchtrechter zelf dient te onderzoeken tegen welke gerechtsdeurwaarder(s) van het samenwerkingsverband de klacht zich richt.

4.2 Nu in aanhef vermelde gerechtsdeurwaarder heeft aangevoerd dat het dossier van klager onder zijn verantwoordelijkheid valt, wordt hij als beklaagde wordt aangemerkt. Ter beoordeling staat of er sprake is van tuchtrechtelijk laakbaar handelen in de zin van artikel 34 van de Gerechtsdeurwaarderswet.

4.3 Een gerechtsdeurwaarder die een vergissing begaat of een fout maakt, maakt zich in het algemeen daarmee niet zonder meer schuldig aan handelen of nalaten dat  tuchtrechtelijk dient te worden bestraft. Dit kan anders zijn wanneer de vergissing of fout klaarblijkelijk gevolg is van grote onzorgvuldigheden of van handelen tegen beter weten in. Hiervan is echter niet gebleken.

4.4 Er is sprake van een technische fout waardoor een zoeksleutel binnen het computerprogramma van de gerechtsdeurwaarder is gekoppeld aan een onjuist ingevoerde huisnummertoevoeging (het foutieve I in plaats van het juiste H). Die fout is ontdekt en hersteld. De kosten vanaf het moment van dagvaarding heeft de gerechtsdeurwaarder voor zijn rekening genomen en hij heeft klager excuses aangeboden. De gerechtsdeurwaarder heeft ter zitting ook aangeboden naar de kosten te kijken die volgens klager nog in het dossier stonden vermeld. Klager heeft ter zitting verklaard dat zijn naam niet bij de bel stond. Het ontbreken van een naamboordje zette de gerechtsdeurwaarder dus niet op het spoor dat hij een exploot met een verkeerde etage-aanduiding betekende.

5. Nu een verkeerde etage-aanduiding het gevolg is van een vergissing en de gerechtsdeurwaarder de ontstane kosten voor zijn rekening heeft genomen, is niet van tuchtrechtelijk laakbaar handelen sprake.

BESLISSING

De Kamer voor Gerechtsdeurwaarders:

-        verklaart de klacht ongegrond.

Aldus gegeven door mr. C.W. Inden, voorzitter, en mr. L. van Berkum en M.W. de Ruijter, leden en uitgesproken ter openbare terechtzitting van 23 augustus 2016, in tegenwoordigheid van de secretaris.

Tegen deze beslissing kan binnen dertig dagen na dagtekening van verzending van het afschrift van de beslissing, hoger beroep worden ingesteld bij het gerechtshof Amsterdam, Postbus 1312, 1000 BH Amsterdam.