ECLI:NL:TGDKG:2014:241 kamer voor gerechtsdeurwaarders Amsterdam GDW829.2013

ECLI: ECLI:NL:TGDKG:2014:241
Datum uitspraak: 12-12-2014
Datum publicatie: 22-01-2015
Zaaknummer(s): GDW829.2013
Onderwerp: Ambtshandelingen (art. 2 Gdw)
Beslissingen: Een berisping met aanzegging
Inhoudsindicatie:   Beslagvrije voet. De Kamer acht het ernstig verwijtbaar dat de periode, waarin de onjuiste beslagvrije voet werd gehanteerd en waarin niet gereageerd is op restitutieverzoeken en het teveel geïnde niet aan klager is gerestitueerd, zeer lang heeft geduurd. Bij de toepassing van de beslagvrije voet is uiterste zorgvuldigheid op zijn plaats en de fouten dienen geheel aan de gerechtsdeurwaarder te worden toegerekend. Klacht gegrond verklaard. Berisping met aanzegging opgelegd.

KAMER VOOR GERECHTSDEURWAARDERS TE AMSTERDAM

Beschikking van 12 december 2014 zoals bedoeld in artikel 43 van de Gerechtsdeurwaarderswet inzake de klacht met nummer 829.2013 van:

[     ],

wonende te [     ],

klager,

tegen:

[     ],

gerechtsdeurwaarder te [     ],

beklaagde.

1. Ontstaan en loop van de procedure

Bij brief met bijlagen, ingekomen op 8 juli 2013, heeft klager een klacht ingediend tegen beklaagde, hierna: de gerechtsdeurwaarder. Bij verweerschrift, ingekomen op 26 november 2013, heeft de gerechtsdeurwaarder op de klacht gereageerd.

De klacht is behandeld ter openbare terechtzitting van 21 oktober 2014 in aanwezigheid van de gerechtsdeurwaarder. Klager is, hoewel behoorlijk opgeroepen, niet verschenen. Van de behandeling ter zitting is afzonderlijk proces-verbaal opgemaakt. De uitspraak is nader bepaald op 12 december 2014.

2. De feiten

Uitgegaan wordt van de volgende feiten en omstandigheden:

-           De gerechtsdeurwaarder heeft ten laste van klager loonbeslag gelegd.

-           Bij brieven van 18 april 2013, 14 en 26 november 2013 hebben klager resp.  Sociaal Raadslieden [     ] de gerechtsdeurwaarder verzocht resp. gesommeerd  teveel ingehouden gelden te restitueren alsmede de beslagvrije voet aan te passen.

-           Bij brief van 20 november 2013 heeft de gerechtsdeurwaarder zijn veront-schuldigingen aan klager aangeboden voor het uitblijven van een reactie. Ook heeft de gerechtsdeurwaarder aan klager medegedeeld dat de beslagvrije voet opnieuw was berekend.

3. De klacht

Klager beklaagt zich er in hoofdzaak over dat zijn op € 601,33 vastgestelde beslagvrije voet niet is gerespecteerd en dat niet is voldaan aan zijn reeds vanaf november 2012 herhaalde verzoeken tot terugbetaling van de teveel ontvangen gelden.

4. Het verweer van de gerechtsdeurwaarder

De gerechtsdeurwaarder heeft de juistheid van de klacht erkend.

5. Beoordeling van de klacht

5.1 Op grond van het bepaalde in artikel 34 van de Gerechtsdeurwaarderswet zijn gerechtsdeurwaarders en kandidaat-gerechtsdeurwaarders onderworpen aan tuchtrechtspraak ter zake van enig handelen of nalaten in strijd met enige bij of krachtens deze wet gegeven bepaling en ter zake van enig handelen of nalaten dat een behoorlijk gerechtsdeurwaarder of kandidaat-gerechtsdeurwaarder niet betaamt. Ter beoordeling staat of de handelwijze van de gerechtsdeurwaarder een tuchtrechtelijk verwijtbare gedraging in de zin van dit artikel oplevert.

5.2 Volgens het verweerschrift heeft de vestigingsmanager van het kantoor van de gerechtsdeurwaarder om hem moverende reden niet gehandeld naar de kennis die binnen het kantoor voorhanden is over (het belang van) de toepassing van de beslagvrije voet. Hij heeft hiervoor een serieuze waarschuwing gekregen. Binnen de organisatie van de gerechtsdeurwaarder wordt sterk gehecht aan het juist toepassen van de regels over de beslagvrije voet, aldus de gerechtsdeurwaarder

Het optreden van de gerechtsdeurwaarder jegens de vestigingsmanager komt de Kamer terecht voor, maar kan niet afdoen aan de gegrondheid van dit onderdeel van de  klacht

5.3 De Kamer acht het voorts ernstig verwijtbaar dat de periode, waarin de onjuiste beslagvrije voet werd gehanteerd en waarin niet gereageerd is op restitutieverzoeken en het teveel geïnde niet aan klager is gerestitueerd, zeer lang heeft geduurd. Bij de toepassing van de beslagvrije voet is uiterste zorgvuldigheid op zijn plaats en de fouten dienen geheel aan de gerechtsdeurwaarder te worden toegerekend. Daarom acht de Kamer oplegging van na te melden maatregel op zijn plaats.

5.4 Ter zitting is aan het licht gekomen dat de vestigingsmanager de bij de feiten vermelde brieven niet heeft beantwoord omdat hij de indruk had dat klager niet eerlijk was met het opgeven van zijn inkomsten en uitgaven. Niet gebleken is dat voor die veronderstelling enige grond was, maar al ware dat anders dan zou ook dat geen rechtvaardiging zijn om de brief van klager onbeantwoord te laten. Bovendien zijn ook de brieven van de professionele gemachtigde van klager niet beantwoord.

6. Op grond van het voorgaande wordt beslist als volgt.

 

BESLISSING:

De Kamer voor Gerechtsdeurwaarders:

-                     verklaart de klacht gegrond;

-                     legt aan de gerechtsdeurwaarder de maatregel op van berisping, zulks met de aanzegging dat, indien andermaal door hem een van de in artikel 34, eerste lid, van de Gerechtsdeurwaarderswet bedoelde handelingen of verzuimen wordt gepleegd, oplegging van een geldboete, schorsing of ontzetting uit het ambt zal worden overwogen.

Aldus gegeven door mr. E.R.S.M. Marres, voorzitter, mr. M.S.F. Voskens en M.W. de Ruijter, leden, en uitgesproken ter openbare terechtzitting van 12 december 2014 in tegenwoordigheid van de secretaris.

Tegen deze beschikking kan binnen dertig dagen na dagtekening van verzending van het afschrift van de beslissing hoger beroep worden ingesteld bij het gerechtshof Amsterdam, Postbus 1312, 1000 BH Amsterdam.