ECLI:NL:TDIVBC:2007:15 Veterinair Beroepscollege 's-Gravenhage VB 2007/05

ECLI: ECLI:NL:TDIVBC:2007:15
Datum uitspraak: 23-05-2007
Datum publicatie: 20-11-2013
Zaaknummer(s): VB 2007/05
Onderwerp: Klachtambtenaarzaken
Beslissingen:
Inhoudsindicatie: Beroepschrift te laat ingediend. Niet-ontvankelijk.

V E T E R I N A I R    B E R O E P S C O L L E G  E

Dossiernummer: VB 07/05

Uitspraak

in de zaak van

X

wonende te A,

appellant van een uitspraak

van 14 december 2006 van het

Veterinair Tuchtcollege (2006/46)

1. Het verloop van de procedure

Het Veterinair Tuchtcollege heeft bij uitspraak van 14 december 2006, verzonden op 15 december 2006, gegrond verklaard de klacht van de op grond van artikel 29 van de Wet op de uitoefening van de diergeneeskunde 1990 aangewezen ambtenaar (hierna: de klachtambtenaar),dat X, dierenarts te B (hierna te noemen appellant), in zodanige mate te kort is geschoten in hetgeen van hem als beoefenaar van de diergeneeskunde mocht worden verwacht, dat daardoor voor de gezondheidszorg voor dieren ernstige schade heeft kunnen ontstaan .

Appellant heeft bij beroepschrift, gedateerd 14 februari 2007, bij het Veterinair Beroepscollege beroep ingesteld tegen voormelde beslissing. De envelop waarin het beroepschrift is verzonden heeft een poststempel van 18 februari 2007 en is op 20 februari 2007 bij het Veterinair Beroepscollege binnengekomen.

Bij brief van 26 februari 2007 is appellant meegedeeld dat hij zijn beroepschrift te laat heeft ingediend en is hij in de gelegenheid gesteld om aan te tonen dat hij redelijkerwijs ter zake niet in verzuim is geweest.

Bij brief van 14 maart 2007 heeft appellant aangegeven dat hij zijn beroepschrift op 14 februari 2007 in het postbakje van de praktijk heeft gelegd en dat het beroepschrift is verstuurd door één van de assistentes. Bij navraag bij zijn assistentes moet dit zijn gebeurd op 14 februari 2007 of uiterlijk op 15 februari 2007, in ieder geval voor het weekend. Appellant heeft aangevoerd dat misschien ook vanwege het carnaval in het zuiden de brief bij TNT post wat langer onderweg is gebleven.

2. De overwegingen van het Veterinair Beroepscollege

2.1   Op grond van artikel 37, eerste lid, van de Wet op de uitoefening van de diergeneeskunde 1990 (hierna: WUD) kan beroep worden ingesteld tegen een beslissing van het Veterinair Tuchtcollege aangaande een ingediende klacht binnen twee maanden na de dag van verzending van de aangetekende brief  waarbij de desbetreffende beslissing is verzonden.

2.2   Bij aangetekend schrijven van 15 december 2006 is aan appellant een afschrift van de door hem bestreden beslissing van het Veterinair Tuchtcollege gezonden, waarbij melding is gemaakt van de mogelijkheid beroep in te stellen bij het Veterinair Beroepscollege binnen twee maanden na de verzenddatum van dat schrijven. Een afschrift van de relevante artikelen uit de WUD was ingesloten.

De uiterste datum voor indiening van beroep was dan ook 15 februari 2007. Daar deze dag een donderdag betrof en geen zaterdag, zondag of feestdag, is er geen verlenging van rechtswege van de beroepstermijn op grond van de Algemene Termijnenwet.

2.3   Het beroepschrift van appellant, gedateerd 14 februari 2007, is op dinsdag 20 februari 2007 door het Veterinair Beroepscollege ontvangen. Het Veterinair Beroepscollege oordeelt  beroepschriften overeenkomstig artikel 6:9 van de Algemene wet bestuursrecht als tijdig ingediend indien deze voor het einde van de beroepstermijn hetzij zijn ontvangen, hetzij ter post zijn bezorgd en niet later dan een week na afloop van de termijn zijn ontvangen. Als bewijs dat tijdig ter post is bezorgd, geldt de datumstempel van het postkantoor. De datumstempel op de envelop van appellants beroepschrift vermeldt 18.II.2007 en kan derhalve niet gelden als bewijs van bezorging ter post vóór of uiterlijk op donderdag 15 februari 2007. Hetgeen appellant overigens heeft aangevoerd strekt evenmin ten bewijs van tijdige bezorging ter post.

Het beroepschrift is derhalve niet tijdig ingediend. 

2.4   Appellant heeft, daartoe in de gelegenheid gesteld, geen reden aangedragen die zou moeten leiden tot het oordeel dat hem ten aanzien van het overschrijden van de beroepstermijn redelijkerwijze geen verwijt treft. Dat, zoals appellant veronderstelt, zijn brief vanwege het carnaval bij TNT post misschien wat langer onderweg is gebleven, kan hem niet baten reeds omdat de ontvankelijkheid niet afstuit op de het tijdstip van ontvangst van zijn beroepschrift, maar op het ontbreken van bewijs dat appellant zijn beroepschrift uiterlijk op 15 februari 2007 ter post heeft bezorgd.

2.5   Gelet op het voorgaande, komt het Veterinair Beroepscollege niet toe aan een inhoudelijke beoordeling van de grieven van appellant.

Slotsom

Op grond van het vorenoverwogene komt het Veterinair Beroepscollege tot de slotsom dat appellant zijn beroepschrift niet tijdig heeft ingediend en derhalve op grond van artikel 37, eerste lid, WUD, niet-ontvankelijk dient te worden verklaard in zijn beroep. 

3. Beslissing in beroep

Het Veterinair Beroepscollege:

·        verklaart appellant in zijn beroep niet-ontvankelijk

Aldus gewezen door de voorzitter mr. C.R.L.R.M. Ficq en de leden mr. I.M. Davids, mr. M.J. Kuiper, drs. C.J.M. Manders (dierenarts), drs. L.A.J. Smeenk (dierenarts) in tegenwoordigheid van de secretaris mr S.F.G. Cornel-van der Meulen en door de plaatsvervangend voorzitter mr. H. C. Cusell te ‘s Gravenhage op 23 mei 2007 in het openbaar uitgesproken.

w.g.Plv. voorzitter                                                      w.g.Voorzitter

w.g.Secretaris

Voor eensluidend afschrift,

Secretaris