ECLI:NL:TAHVD:2021:50 Hof van Discipline 's-Hertogenbosch 200169H

ECLI: ECLI:NL:TAHVD:2021:50
Datum uitspraak: 15-03-2021
Datum publicatie: 20-03-2021
Zaaknummer(s): 200169H
Onderwerp: Tuchtprocesrecht, subonderwerp: Herziening
Beslissingen:
Inhoudsindicatie: Herzieningsverzoek. Verzoeker is in de tuchtprocedure de klagende partij en geen advocaat aan wie een maatregel is opgelegd. Verzoeker kan dan ook geen beroep doen op de in het herzieningsprotocol opgenomen uitzonderingen. Op grond van het voorgaande zal het herzieningsverzoek van verzoeker kennelijk niet-ontvankelijk worden verklaard.

BESLISSING                                        

van 15 maart 2021

in de zaak 200169H

naar aanleiding van het verzoek tot herziening van:

verzoeker

1    DE BESLISSING WAARVAN HERZIENING WORDT VERZOCHT

1.1    Het hof van discipline (hierna: het hof) verwijst naar zijn beslissing van 14 december 2020, gewezen onder nummer 200169. Daarin is het artikel 13 beklag van verzoeker tegen de Deken van de Orde van Advocaten in het arrondissement Den Haag (hierna: de deken) ongegrond verklaard.

De beslissing van het hof is gepubliceerd op tuchtrecht.nl onder nummer ECLI:NL:TAHVD:2020:248.

2.    HET VERZOEK TOT HERZIENING

2.1    Per e-mailbericht van 28 december 2020 met bijlage heeft verzoeker het hof verzocht om herziening van de beslissing van het hof van 14 december 2020.

2.2    In een e-mailbericht van 21 januari 2021 heeft de griffie van het hof de deken in de gelegenheid gesteld om binnen 3 weken op het herzieningsverzoek van verzoeker te reageren.

2.3    Bij e-mailbericht van 2 februari 2021 heeft de griffie van het hof verzoeker bericht dat het hof eerst zal beoordelen of zijn herzieningsverzoek in behandeling kan worden genomen.

2.4    Bij e-mailbericht van 2 februari 2021 heeft de griffie van het hof verzoeker over de samenstelling van de kamer geïnformeerd en medegedeeld dat op 19 februari 2021 uitspraak zal worden gedaan. Ook heeft de griffie verzoeker bericht dat de vraag of zijn verzoek tot herziening in behandeling kan worden genomen op basis van de schriftelijke stukken in raadkamer wordt beoordeeld en het hof geen reden ziet hiervoor een mondelinge behandeling te houden. 

2.5    Bij e-mailbericht van 4 februari 2021 heeft de griffie van het hof verzoeker bericht dat per abuis een verkeerde uitspraakdatum is doorgegeven in het e-mailbericht van 2 februari 2021 en dat op 15 maart 2021 uitspraak zal worden gedaan. Voorts heeft de griffie verzoeker bericht dat een eventuele reactie van de deken aan hem, zodra deze is ontvangen, wordt toegezonden. Ook heeft de griffie van het hof op 4 februari 2021 aan de deken de samenstelling van de kamer doorgegeven en medegedeeld dat op 15 maart 2021 uitspraak zal worden gedaan.

2.6    In een e-mailbericht van 15 februari 2021 heeft de deken op het herzieningsverzoek gereageerd.

2.7    Het hof heeft de zaak in raadkamer behandeld.

3    BEOORDELING

de mogelijkheid tot herziening

3.1    Het hof stelt voorop dat tegen een beslissing van het hof in de Advocatenwet geen gewoon rechtsmiddel is opengesteld. De Advocatenwet voorziet evenmin in de mogelijkheid tot herziening van een uitspraak van de tuchtrechter. Bij hoge uitzondering kan hierover anders worden geoordeeld. In dit verband is door het hof een herzieningsprotocol vastgesteld (verder: het herzieningsprotocol) dat is gepubliceerd op de website van het hof. Dit herzieningsprotocol is op dit herzieningsverzoek van toepassing.

3.2    In het herzieningsprotocol van het hof is onder 1.1 bepaald dat een verzoek tot herziening in beginsel niet-ontvankelijk is. Onder 1.2 zijn de uitzonderingen op deze regel geformuleerd en onder 1.3 is bepaald dat enkel advocaten, aan wie een maatregel is opgelegd in de betreffende beslissing, een beroep op die uitzonderingen uit 1.2 kunnen doen.

de beoordeling

3.3    Verzoeker is in de tuchtprocedure de klagende partij en geen advocaat aan wie een maatregel is opgelegd. Verzoeker kan dan ook geen beroep doen op de in het herzieningsprotocol opgenomen uitzonderingen. Op grond van het voorgaande zal het herzieningsverzoek van verzoeker kennelijk niet-ontvankelijk worden verklaard.

    BESLISSING

Het Hof van Discipline:

        - verklaart verzoeker niet-ontvankelijk in zijn herzieningsverzoek.

Aldus gewezen door mr. J.D. Streefkerk, voorzitter, mrs. E.L. Pasma en A.D.R.M. Boumans, leden, in tegenwoordigheid van mr. A.M. van der Hoorn, griffier, en in het openbaar uitgesproken op 15 maart 2021.

griffier    voorzitter   

De beslissing is verzonden op 15 maart 2021.