ECLI:NL:TACAKN:2021:64 Accountantskamer Zwolle 21/421 Wtra AK

ECLI: ECLI:NL:TACAKN:2021:64
Datum uitspraak: 26-10-2021
Datum publicatie: 26-10-2021
Zaaknummer(s): 21/421 Wtra AK
Onderwerp:
Beslissingen:
  • Klacht niet-ontvankelijk
  • Klacht gegrond met waarschuwing
Inhoudsindicatie: herstelbeslissing

ACCOUNTANTSKAMER

Herstelbeslissing van 26 oktober 2021 op grond van artikel 38 Wet tuchtrechtspraak accountants (Wtra) in de op 8 maart 2021 ontvangen klacht met nummer 21/421 Wtra AK van

X

wonende te [plaats1]

K L A A G S T E R

advocaat: mr. J. Dongelmans te Nieuwerkerk a/d IJssel

t e g e n

Y

accountant-administratieconsulent

kantoorhoudende te [plaats2]

B E T R O K K E N E

advocaat: mr. M.G. Kelder te Utrecht

1.            De procedure

De Accountantskamer heeft in deze zaak op 22 oktober 2021 in het openbaar de beslissing uitgesproken.

Vastgesteld is dat in de beslissing onder 5., inzake de maatregel, een kennelijke verschrijving staat. Er staat : …in het memo zelf niet de beperkingen ervan niet tot uitdrukking heeft gebracht…

Het tweede woordje ‘niet’ hoort er niet te staan. Er moet dus staan: …in het memo zelf niet de beperkingen ervan tot uitdrukking heeft gebracht…

2.            De gronden van de beslissing

De Accountantskamer heeft vastgesteld dat sprake is van een kennelijke verschrijving die moet worden verbeterd.

3.            De beslissing

De Accountantskamer zal de beslissing op het punt van de motivering van de maatregel  verbeteren waarna deze als volgt luidt:

5.            De maatregel

Omdat de klacht gedeeltelijk gegrond is, kan een tuchtrechtelijke maatregel worden opgelegd. De maatregel van waarschuwing is passend en geboden. Daarbij is vooral in aanmerking genomen dat betrokkene ten onrechte niet heeft doorgevraagd naar de aanleiding tot de opdracht het memo te schrijven, in het memo zelf niet de beperkingen ervan tot uitdrukking heeft gebracht en onvoldoende onderzoek heeft gedaan om de in het memo geformuleerde, stellige conclusies te kunnen trekken waardoor een deugdelijke grondslag ontbreekt. 

Aldus beslist door mr. C.H. de Haan, voorzitter, mr. E.W. Akkerman en mr. drs. M. Stempher (rechterlijke leden) en P. Mansvelder RA en D.J. ter Harmsel AA RB (accountantsleden), in aanwezigheid van mr. P.A.M. Spreuwenberg, secretaris, en uitgesproken in het openbaar op

26 oktober 2021.

_________                                                                                                                       __________

secretaris                                                                                                                          voorzitter

Deze uitspraak is aan partijen verzonden op:_____________________________