ECLI:NL:TACAKN:2014:16 Accountantskamer Zwolle 13/2221 Wtra AK

ECLI: ECLI:NL:TACAKN:2014:16
Datum uitspraak: 14-02-2014
Datum publicatie: 14-02-2014
Zaaknummer(s): 13/2221 Wtra AK
Onderwerp:
Beslissingen: Tussenbeslissing
Inhoudsindicatie:   Kantoortoetsing. Tijdsverloop tussen toetsing, eindoordeel en indienen klacht leidt, gelet op het niet voor kennelijk onaannemelijk te houden verweer van betrokkene, tot een nieuwe hertoetsing van de praktijk van betrokkene. In afwachting van de uitkomst daarvan wordt de verdere behandeling van de tuchtzaak aangehouden.

BESLISSING ex artikel 38 Wet tuchtrechtspraak accountants (Wtra) in de zaak met nummer 13/2221 Wtra AK v an 14 februari 2014 van de

NEDERLANDSE BEROEPSORGANISATIE van ACCOUNTANTS (NBA) ,

gevestigd te Amsterdam,

K L A A G S T E R ,

raadsvrouw/gemachtigde: mr. M.L. Batting,

t e g e n

Y ,

accountant-administratieconsulent,

kantoorhoudende te [plaats],

B E T R O K K E N E .

1. Het verloop van de procedure

1.1 De Accountantskamer heeft kennisgenomen van:

-         het op 27 september 2013 ingekomen klaagschrift van 25 september 2013, met bijlagen, en

-         het op 13 december 2013 ingekomen verweerschrift van 12 december 2013, met bijlagen.

1.2 De klacht is behandeld ter zitting van de Accountantskamer van 20 december 2013, waar aanwezig waren - aan de zijde van klaagster - haar raadsvrouw/gemachtigde mr. M.L. Batting, advocaat te ’s-Gravenhage, vergezeld van G.J.A.H van der Wielen AA, adviseur van de Raad voor Toezicht, voorheen van de Raad van Toezicht Beroepsuitoefening AA’s, en voorts betrokkene YAA in persoon.

1.3 Klaagster en betrokkene hebben op deze zitting hun standpunten doen toelichten en/of toegelicht en doen antwoorden en/of geantwoord op vragen van de Accountantskamer. Partijen hebben daarbij pleitnotities overgelegd.

2. De vaststaande feiten

Op grond van de inhoud van de gedingstukken en aan de hand van het verhandelde ter zitting stelt de Accountantskamer het volgende vast.

2.1 Betrokkene is sinds 15 november 1984 ingeschreven in het accountantsregister en houdt praktijk als openbaar accountant-administratieconsulent te [plaats].

2.2 Op 28 september 2009 heeft de eerste, reguliere toetsing van de accountantspraktijk van betrokkene plaatsgevonden. Bij brief van 30 september 2009 is het verslag van de toetsing aan betrokkene toegezonden. Bij brief van 2 december 2009 heeft de Raad van Toezicht het eindoordeel van de toetsing aan betrokkene toegezonden. De Raad van Toezicht heeft geoordeeld dat het interne stelsel van kwaliteitsbeheersing niet voldoet aan de vereisten die daaraan worden gesteld. De Raad van Toezicht heeft gewezen op de verplichting van betrokkene een verbeterplan op te stellen waarin hij uiteenzet op welke wijze hij de praktijk zal verbeteren om binnen een termijn van twee jaar te voldoen aan de vereisten die daarvoor gelden.

2.3 Bij brief van 19 januari 2010 heeft betrokkene zijn verbeterplan ter goedkeuring voorgelegd aan de Raad van Toezicht. Dit verbeterplan is door de Raad van Toezicht goedgekeurd, hetgeen betrokkene bij brief van 3 maart 2010 is medegedeeld.

2.4 Bij brief van 4 februari 2011 is betrokkene bericht dat zijn accountantspraktijk valt binnen de hertoetsingsselectie voor 2011. In dat kader is betrokkene verzocht een korte vragenlijst ingevuld en ondertekend aan de Raad van Toezicht toe te sturen. Op 13 april 2011 heeft de Raad van Toezicht de ingevulde vragenlijst ontvangen. De hertoetsing van de accountantspraktijk heeft plaatsgevonden op 12 december 2011. Het verslag van deze toetsing is bij brief van 20 februari 2012 aan betrokkene toegezonden. In de brief is vermeld dat betrokkene, indien hij zich niet in het toetsingsverslag zou kunnen vinden, binnen twee weken een schriftelijke reactie aan de Raad van Toezicht zou kunnen zenden. Van die mogelijkheid heeft betrokkene gebruik gemaakt door bij e-mail van 19 maart 2012 zijn bezwaren tegen de inhoud van het toetsingsverslag naar voren te brengen.

2.5 Bij brief van 2 april 2012 heeft de Raad van Toezicht betrokkene bericht dat de brief werd geïnterpreteerd als een reactie op het toetsingsverslag in plaats van een bezwaar in de zin van de Awb, omdat het toetsingsverslag geen besluit is in de zin van de Awb. In de brief is vermeld dat de e-mail door de Raad van Toezicht is doorgezonden aan de toetsers, met het verzoek hier schriftelijk op te reageren. Bij brief van 19 april 2012 en bij e-mail van 8 mei 2012 hebben de toetsers hun zienswijze gegeven op de reactie van betrokkene.

2.6 Bij brief van 30 mei 2012 heeft de Raad van Toezicht het eindoordeel over de hertoetsing aan betrokkene gezonden. Dit eindoordeel luidde dat het interne stelsel van kwaliteitsbeheersing van de accountantspraktijk niet voldoet aan de vereisten die daaraan worden gesteld. Tevens werd betrokkene verzocht om binnen twee weken na dagtekening van de brief een afschrift van de polis van de beroepsaansprakelijkheidsverzekering en een afschrift van een recente betaling van de premie aan de Raad van Toezicht te sturen. Aangekondigd werd dat de Raad van Toezicht de bevindingen in de vorm van een klacht aan de Accountantskamer zal voorleggen.

2.7 Bij brief van 12 juni 2012 heeft betrokkene de gegevens over de beroepsaansprakelijkheidsverzekering - met uitzondering van het polisblad - aan de Raad van Toezicht gezonden. Bij e-mail van 9 augustus 2012 heeft betrokkene ook het polisblad aan de Raad van Toezicht gezonden. De Raad van Toezicht heeft betrokkene bij brief van 11 oktober 2012 laten weten dat de documenten die hij heeft overgelegd beroepsaansprakelijkheid uitdrukkelijk van de reikwijdte van de verzekering lijken uit te sluiten. Ook het dekkingsgebied lijkt onvoldoende te zijn. De Raad van Toezicht heeft betrokkene daarom verzocht na te gaan of de verzekering voldoet aan de vereisten die zijn gesteld in de NVAK-aav. Bij e-mail van 8 november 2012 heeft betrokkene de reactie die hij van zijn verzekeraar ontving aan de Raad van Toezicht doorgestuurd.

2.8 Bij brief van 30 januari 2013 heeft de Raad voor Toezicht betrokkene bericht dat hij, als opvolger van de Raad van Toezicht sinds de fusie van de NOvAA en het NIVRA per 1 januari 2013, het dossier van de heer Y heeft overgenomen. Bevestigd werd dat het dossier ter voorbereiding van een klacht aan de gemachtigde van de Nba was gezonden.

3. De klacht

3.1 De klacht, zo begrijpt de Accountantskamer, is gebaseerd op het gegeven dat bij de hertoetsing op 12 december 2011 is geconstateerd dat betrokkene de voor hem geldende gedrags- en beroepsregels heeft overtreden omdat de accountantspraktijk van betrokkene, waarin aan assurance verwante opdrachten worden uitgevoerd, niet beschikt over een intern stelsel van kwaliteitsbeheersing dat voldoet aan de eisen die daaraan worden gesteld.

3.2 De tekortkomingen in het interne stelsel van kwaliteitsbeheersing deden zich voor in de vorm van tekortkomingen op het gebied van de continuering van opdrachten en de uitvoering en documentatie van werkzaamheden.

4. Beoordeling

4.1 Onder de beraadslaging is gebleken dat de Accountantskamer zich onvoldoende voorgelicht acht. In verband daarmee wordt het volgende overwogen.

4.2 Het zou in het algemeen de voorkeur verdienen als klachten als de onderhavige van klaagster binnen bekwame tijd na het eindoordeel van de Raad van/voor Toezicht aan de Accountantskamer zouden worden voorgelegd, aangezien nu in veel gevallen door de betrokken accountant - al of niet terecht - wordt gesteld dat inmiddels al grote verbeteringen in zijn praktijk hebben plaatsgevonden, terwijl dat niet is geverifieerd en de door betrokkene ingenomen stelling dienaangaande niet voor kennelijk onaannemelijk moet worden gehouden.

4.3 In dit geval moet worden vastgesteld dat de onderhavige toetsing heeft plaatsgevonden op 12 december 2011, dat het eindoordeel dateert van 30 mei 2012 en dat de klacht is ingediend op 27 september 2013. Nu ook in dit geval door betrokkene is betoogd dat na de toetsing van zijn praktijk veel verbeteringen zijn doorgevoerd, terwijl er thans onvoldoende reden is die stelling voor kennelijk onaannemelijk te houden, wenst de Accountantskamer, alvorens een beslissing op de klacht te geven, kennis te nemen van de huidige stand van zaken in het interne stelsel van kwaliteitsbeheersing binnen de praktijk van betrokkene.

4.4 Daartoe zal , om de praktijk van betrokkene - op diens kosten - binnen drie maanden een nieuwe hertoetsing te doen ondergaan, de behandeling van de onderhavige zaak voor onbepaalde tijd moeten worden aangehouden.

4.5 Op grond van het hiervoor overwogene zal de volgende tussenbeslissing worden gegeven.

5. Beslissing

De Accountantskamer:

-         houdt de behandeling van de onderhavige zaak aan voor onbepaalde tijd, teneinde de praktijk van betrokkene - op diens kosten - binnen drie maanden een nieuwe hertoetsing te doen ondergaan;

-         draagt klaagster op de bevindingen van die hertoetsing onverwijld schriftelijk aan de Accountantskamer te (doen) rapporteren, met afschrift daarvan aan betrokkene, die daarop in de gelegenheid wordt gesteld binnen vier weken zijn reactie naar de Accountantskamer te zenden;

-         bepaalt dat de zaak, tenzij naar aanleiding van de nadere wisseling van stukken anders moet worden beslist, zonder nadere behandeling ter zitting zal worden afgedaan met de uitspraak van de beslissing op een openbare zitting ongeveer tien weken na afloop van evengenoemde termijn waarbinnen betrokkene mocht reageren, welke beslissing op dezelfde dag tevens op schrift naar partijen zal worden verzonden;

-          houdt voor het overige iedere beslissing aan.

Aldus beslist door mr. W.F. Boele, voorzitter, mr. W.M. de Vries en mr. M.B. Werkhoven  (rechterlijke leden), prof. dr. G.C.M. Majoor RA en J. Maan AA (accountantsleden), in aanwezigheid van W. Welmers (secretaris), en in het openbaar uitgesproken op 14 februari 2014.

_________                                                                            __________

secretaris                                                                                 voorzitter

Deze uitspraak is aan partijen verzonden op:_______________________