ECLI:NL:RBAMS:2012:YB0876 kamer voor gerechtsdeurwaarders Amsterdam GDW824.2011

ECLI: ECLI:NL:RBAMS:2012:YB0876
Datum uitspraak: 07-08-2012
Datum publicatie: 07-09-2012
Zaaknummer(s): GDW824.2011
Onderwerp: Ambtshandelingen (art. 2 Gdw)
Beslissingen: Een berisping
Inhoudsindicatie:   Beslag op huurtoeslag zonder vaststellen beslagvrije voet. De Kamer acht de klacht gegrond. Het beslag is gelegd in strijd met de wettelijke bepalingen en het heeft te lang geduurd voor de gerechtsdeurwaarder op zijn onjuiste standpunt is teruggekomen. Maatregel van berisping opgelegd.  

KAMER VOOR GERECHTSDEURWAARDERS TE AMSTERDAM 4

Beschikking van 7 augustus 2012 zoals bedoeld in artikel 43 van de Gerechtsdeurwaarderswet inzake de klacht met nummer 830.2011 van:

[     ],

wonende te [     ],

klager,

gemachtigde: [     ] ,

tegen:

[     ],

gerechtsdeurwaarder te [     ],

beklaagde.

Ontstaan en loop van de procedure

Bij brief met bijlagen, ingekomen op 5 en 21 december 2011, heeft klager een klacht ingediend tegen beklaagde, hierna de gerechtsdeurwaarder. Bij aangehechte brief, ingekomen op 2 januari 2012, heeft de gerechtsdeurwaarder op de klacht gereageerd. De klacht is behandeld ter openbare terechtzitting van 26 juni 2012 alwaar de gemachtigde van klager is verschenen. De gerechtsdeurwaarder heeft bij brief van 30 mei 2012 laten weten niet ter zitting te kunnen verschijnen. Van de behandeling ter zitting is afzonderlijk proces-verbaal opgemaakt. De uitspraak is bepaald op 7 augustus 2012.

1. De feiten

a)      De gerechtsdeurwaarder is belast met een op 10 januari 1991 tegen klager gewezen vonnis. Bij dit vonnis is de huurovereenkomst van klager ontbonden en is hij veroordeeld tot ontruiming van de door hem gehuurde bedrijfsruimte. Voorts is hij veroordeeld tot betaling van achterstallige huurtermijnen.

b)      Op 15 juli 2011 heeft de gerechtsdeurwaarder ten onrechte ten laste van klager beslag gelegd onder de Belastingdienst op de aan klager toekomende huurtoeslag. Na enige correspondentie heeft de gerechtsdeurwaarder bij brief van 9 december 2011 toegegeven dat het beslag niet gelegd had mogen worden en dat de onterecht ontvangen inhoudingen ad € 812,00 zouden worden terugbetaald aan klager.

2. De klacht

Het beslag op de huurtoeslag is in strijd met het beslagverbod van artikel 45 van de Algemene wet inkomensafhankelijke regelingen. Alleen bij lopende huurverplichtingen kan een verhuurder van woonruimte beslag leggen op de maandelijkse huurtoeslag, rekening houdend met een beslagvrije voet. Met de gerechtsdeurwaarder is hierover gecorrespondeerd. Hij blijft echter bij zijn onjuiste standpunt dat het beslag terecht is gelegd en niet valt onder de uitzonderingsbepalingen van artikel 45 lid 1a Awir. In eerste instantie was beslag gelegd op de gehele huurtoeslag. Bij brief van 14 oktober 2011 is toegezegd om een beslagvrije voet van € 188,33 te hanteren.

3. Het verweer van de gerechtsdeurwaarder

Omdat de vordering in het automatiseringssysteem ten onrechte nog als huurvordering geregistreerd stond, is het bezwaar van klager en zijn gemachtigde tegen het beslag door een medewerker ten onrechte niet onderkend. De gerechtsdeurwaarder heeft naar aanleiding van de klacht zijn medewerkers inmiddels beter geïnstrueerd over de problematiek.

4. Beoordeling van de klacht

4.1 Op grond van artikel 34 van de Gerechtsdeurwaarderswet zijn (kandidaat-) gerechtsdeurwaarders onderworpen aan tuchtrechtspraak ter zake van enig handelen of nalaten in strijd met enige bij of krachtens deze wet gegeven bepaling en ter zake van enig handelen of nalaten dat een behoorlijk (kandidaat-)gerechtsdeurwaarder betaamt. Ter beoordeling staat of de handelwijze van de gerechtsdeurwaarder een tuchtrechtelijk verwijtbare gedraging in de zin van dit artikel oplevert.

4.2 De Kamer acht de klacht gegrond. Het beslag is gelegd in strijd met de wettelijke bepalingen en het heeft lang geduurd voor de gerechtsdeurwaarder op zijn onjuiste standpunt is teruggekomen.

4.3 Ter zitting is door de gemachtigde van klager aangevoerd dat het totaal door de gerechtsdeurwaarder genoemde en door hem terug te betalen bedrag op zich juist is, maar dat tot en met 27 januari 2012 slechts € 550,00 is terugbetaald. Met de gemachtigde is ter zitting afgesproken dat zij daarnaar nog zou informeren en de Kamer dan zou berichten. Dat heeft zij niet gedaan. De Kamer gaat er daarom van uit dat alles inmiddels is terugbetaald door de gerechtsdeurwaarder.

4.4 De gerechtsdeurwaarder heeft in zijn brief van 14 oktober 2011 het standpunt ingenomen dat het beslagverbod niet van toepassing is, omdat het beslag is gelegd voor een oude huurvordering. In de brief van 18 november 2011 is het standpunt ingenomen dat de stelling van klager, dat de huurovereenkomst reeds beëindigd is, niet ter zake doet en evenmin de bestemming van het vroegere gehuurde. De opdrachtgever bleef bij het standpunt dat het beslag terecht gelegd was, aldus de gerechtsdeurwaarder. Gelet op deze uiterst korte briefjes is de klacht zeker niet rauwelijks ingediend, zoals de gerechtsdeurwaarder heeft gesteld. Zijn mededeling in de brief van 9 december 2011 dat hij het op prijs zou stellen indien de rauwelijks ingediende klacht wordt ingetrokken, is daarom op zijn minst genomen niet terecht. In het verweerschrift wordt aangevoerd dat pas na indiening van de klacht de zaak onder ogen van de gerechtsdeurwaarder is gekomen. De eerdere brieven zijn echter wel door hem ondertekend. De Kamer acht ook deze gang van zaken laakbaar.

5. Op grond van het vorenstaande acht de Kamer de klacht gegrond. Er is aanleiding tot opleggen van na te noemen maatregel.

BESLISSING

De Kamer voor Gerechtsdeurwaarders:

-        verklaart de klacht gegrond;

 -        legt aan de gerechtsdeurwaarder de maatregel van berisping op.

Aldus gegeven door mr. A.W.J. Ros, plaatsvervangend-voorzitter, mr. M.S.F. Voskens en J.C.M. van der Weijden, leden, en uitgesproken ter openbare terechtzitting van 7 augustus 2012 in tegenwoordigheid van de secretaris.

Tegen deze beslissing kan binnen dertig dagen na dagtekening van verzending van het afschrift van de beslissing hoger beroep worden ingesteld bij het Gerechtshof te Amsterdam, Postbus 1312, 1000 BH Amsterdam.