ECLI:NL:RBAMS:2011:YB0745 kamer voor gerechtsdeurwaarders Amsterdam GDW297.2011

ECLI: ECLI:NL:RBAMS:2011:YB0745
Datum uitspraak: 20-12-2011
Datum publicatie: 28-03-2012
Zaaknummer(s): GDW297.2011
Onderwerp: Ambtshandelingen (art. 2 Gdw)
Beslissingen:
Inhoudsindicatie:   Beslagvrije voet. Gewijzigde omstandigheden. De gerechtsdeurwaarder dient adequaat te reageren op verzoeken om aanpassing van de beslagvrije voet. In deze zaak een opeenstapeling van kleinere fouten. Klacht terecht voorgesteld. Geen maatregel opgelegd.  

KAMER VOOR GERECHTSDEURWAARDERS TE AMSTERDAM

Beslissing van 20 december 2011 zoals bedoeld in artikel 43 van de Gerechtsdeurwaarderswet inzake de klacht met nummer 297.2011 ingediend door:

[     ],

wonende te [     ],

klaagster,

tegen:

1. [     ],

2. [     ],

gerechtsdeurwaarders te [     ],

beklaagden.

Ontstaan en loop van de procedure

Bij brief met bijlagen van 2 mei 2011 heeft klaagster een klacht ingediend tegen beklaagden, hierna: de gerechtsdeurwaarders.

Bij brief van 31 mei 2011 hebben de gerechtsdeurwaarders een verweerschrift ingediend.

De klacht is behandeld ter zitting van 22 november 2011 waar gerechtsdeurwaarder sub 2 is verschenen.

Van de behandeling ter zitting is afzonderlijk proces-verbaal opgemaakt.

De uitspraak is bepaald op 20 december 2011.

1. De feiten

a)      De gerechtsdeurwaarders zijn belast met de tenuitvoerlegging van een onder meer ten nadele van klaagster door de kantonrechter te [     ] op 17 juli 2010 gewezen vonnis. Het vonnis is door gerechtsdeurwaarder sub 1 bij exploot van 16 juli 2010 betekend met bevel tot betaling.

b)     Bij exploot van 3 maart 2011 heeft een collega-gerechtsdeurwaarder ten laste van klaagster beslag gelegd onder haar werkgever onder toepassing van een beslagvrije voet.

c)      Op 7 maart 2011 heeft klaagster tegen de hoogte van de beslagvrije voet geprotesteerd waarna per e-mail tussen klaagster en een medewerkster van de gerechtsdeurwaarders is gecorrespondeerd over de beslagvrije voet.

d)     Bij brief van 4 april 2011 hebben de gerechtsdeurwaarders de werkgever van klaagster medegedeeld de nieuw door hem vastgestelde beslagvrije voet met terugwerkende kracht aan te passen.

e)      Bij brief van 4 mei 2011 hebben de gerechtsdeurwaarders klaagster opgave gedaan van de herberekening van de beslagvrije voet en het bedrag wat aan klaagster dient te worden terugbetaald.

f)      Bij brief van 19 mei 2011 hebben de gerechtsdeurwaarder klaagster uitleg gegeven over hetgeen mis is gegaan.

2. De klacht

Klaagster verwijt de gerechtsdeurwaarders samengevat dat het te lang duurt voordat het teveel op haar salaris ingehouden bedrag aan haar wordt geretourneerd. Klaagster mag verwachten dat haar verzoeken worden beantwoord. Klaagster is daarnaast van mening dat door de gerechtsdeurwaarders te hoge kosten voor de betekening van het vonnis zijn gehanteerd. In het exploot betekening en bevel staat een bedrag van

€ 260,89 opgenomen terwijl het vastgestelde tarief een bedrag van € 87,41 is. De gerechtsdeurwaarders geven hierover geen uitleg.

3. Het verweer van de gerechtsdeurwaarders

De gerechtsdeurwaarders erkennen dat er fouten zijn gemaakt.

4. De beoordeling van de klacht

4.1 Op grond van artikel 34 van de Gerechtsdeurwaarderswet zijn (kandidaat-) gerechtsdeurwaarders onderworpen aan tuchtrechtspraak ter zake van enig handelen of nalaten in strijd met enige bij of krachtens deze wet gegeven bepaling en ter zake van enig handelen of nalaten dat een behoorlijk (kandidaat-)gerechtsdeurwaarder betaamt. Ter beoordeling staat of de handelwijze van de gerechtsdeurwaarders een tuchtrechtelijk verwijtbare gedraging in de zin van dit artikel oplevert.

4.2 Op grond van het bepaalde in artikel 475d lid 7 Rv dient de (opdrachtgever van de) gerechtsdeurwaarder onverwijld met gewijzigde omstandigheden rekening te houden. In de praktijk is het veelal de gerechtsdeurwaarder die op grond van ontvangen bewijsstukken tot aanpassing van de beslagvrije voet overgaat.

4.3 De gerechtsdeurwaarder dient adequaat te reageren op verzoeken om aanpassing van de beslagvrije voet. Voor zover nodig dient hij aan te geven welke bewijsstukken nodig zijn om eventueel tot aanpassing over te gaan.

4.4 Uit de stukken en hetgeen door de gemachtigde van de gerechtsdeurwaarders ter zitting is aangevoerd is de Kamer het volgende komen vast te staan. Klaagster heeft op 7 maart 2011 voor het eerst geprotesteerd tegen de hoogte van de vastgestelde beslagvrije voet. Bij brief van 4 april 2011 aan de werkgever van klaagster hebben de gerechtsdeurwaarders medegedeeld dat de beslagvrije voet met terugwerkende kracht diende te worden aangepast. Bij brief van 4 mei 2011 is klaagster een herberekening van de beslagvrije voet toegezonden en is het teveel ontvangen bedrag vermeld. Klaagster is daarbij verzocht haar bankrekeningnummer op te geven. Op 19 mei 2011 is het teveel uit het beslag ontvangen bedrag aan klaagster terugbetaald.

4.5 De termijn gelegen tussen het bekend maken van de gewijzigde omstandigheden en de aanpassing van de beslagvrije voet heeft op zich niet zo lang geduurd dat reeds daarmee de normen van het tuchtrecht worden overschreden. Wel is de Kamer van oordeel dat het te lang heeft geduurd voordat het teveel ingehouden bedrag aan klaagster is terugbetaald. Daarbij is in aanmerking genomen dat het bankrekeningnummer van klaagster al bekend was, hetgeen ook door de gerechtsdeurwaarders is erkend. Ook is niet adequaat gereageerd op de vraag met betrekking tot de hoogte van de kosten van betekening. Voorts is het bedrag, wat in rekening mocht worden gebracht voor de betekening van een exploot aan een volgend adres, verkeerd berekend. Naar het oordeel van de Kamer is zo’n opeenstapeling van kleinere fouten, juist met betrekking tot het ingrijpende middel van beslaglegging naar klaagster toe dermate onzorgvuldig dat niet kan worden overwogen dat het hier om een enkele vergissing gaat die niet tuchtrechtelijk dient te worden bestraft. De Kamer acht de klacht dan ook terecht voorgesteld.

5. Op grond van het voorgaande wordt beslist als volgt. De Kamer ziet in de omstandigheden van het geval geen aanleiding om tot het opleggen van een maatregel over te gaan.

BESLISSING

De Kamer voor Gerechtsdeurwaarders:

-        verklaart de klacht gegrond.

Aldus gegeven door mr. H.C. Hoogeveen, plaatsvervangend-voorzitter, mr. H.M. Patijn en mr. A.C.J.J.M. Seuren leden en uitgesproken ter openbare terechtzitting van 20 december 2011 in tegenwoordigheid van de secretaris.

Tegen deze beslissing kan binnen dertig dagen na dagtekening van verzending van het afschrift van de beslissing hoger beroep worden ingesteld bij het Gerechtshof te Amsterdam, Postbus 1312, 1000 BH Amsterdam.