ECLI:NL:RBAMS:2011:YB0670 kamer voor gerechtsdeurwaarders Amsterdam GDW896.2010

ECLI: ECLI:NL:RBAMS:2011:YB0670
Datum uitspraak: 12-07-2011
Datum publicatie: 26-09-2011
Zaaknummer(s): GDW896.2010
Onderwerp: Ambtshandelingen (art. 2 Gdw)
Beslissingen:
Inhoudsindicatie: Gebruik van (geheime)adresgegegevens in dagvaarding. indien het gaat om een geheim adres kan een gerechtsdeurwaarder aanvullende maatregelen treffen om de privacy van degene met een geheim adres te waarborgen. Het bepaalde in artikel 45 lid 3 sub b van het Wetboek van Burgerlijke Rechtsvordering staat daaraan niet in de weg nu de privacy op eenvoudige wijze kan worden gewaarborgd door in de dagvaarding te vermelden dat het een geheim adres betreft dat aan de gerechtsdeurwaarder bekend is en aan dat adres het exploot is gelaten. De Kamer tekent hierbij aan dat het aanbeveling verdient dat deze werkwijze bij een geheim adres altijd wordt gevolgd. De klacht wordt gegrond verklaard maar er wordt geen maatregel opgelegd. 

KAMER VOOR GERECHTSDEURWAARDERS TE AMSTERDAM

Beslissing van 12 juli 2011 zoals bedoeld in artikel 43 van de Gerechtsdeurwaarderswet inzake de klacht met nummer 896.2010 ingesteld door:

[     ],

wonende te [     ],

klager,

tegen:

[     ] EN [     ],

gerechtsdeurwaarders te [     ],

beklaagden,

gemachtigde [     ].

Ontstaan en loop van de procedure

Bij brief van 13 december 2010 heeft klager een klacht ingediend tegen (het kantoor van) beklaagden, hierna de gerechtsdeurwaarders.

Bij brief van 5 april 2011 hebben de gerechtsdeurwaarders na verkregen uitstel een verweerschrift ingediend. Klager heeft bij brief van 19 juni 2011 medegedeeld niet ter zitting te zullen verschijnen.

De klacht is behandeld ter zitting van 21 juni 2011 waar de gemachtigde van de gerechtsdeurwaarders is verschenen.

Van de behandeling ter zitting is afzonderlijk proces-verbaal opgemaakt.

De uitspraak is bepaald op 12 juli 2011.

1. De feiten

a)      De gerechtsdeurwaarders zijn belast met de incasso van een vordering op klager. Bij brief van 25 oktober 2010 hebben de gerechtsdeurwaarders klager tot betaling van de vordering gesommeerd. Op 30 november 2010 hebben de gerechtsdeurwaarder een elektronische persoonsaanvraag gedaan in de Gemeentelijke Basis Administratie (GBA).

b)      De gerechtsdeurwaarders hebben klager bij exploot van 7 december 2010 gedagvaard te verschijnen voor de rechtbank te [     ].

2. De klacht

Klager verwijt de gerechtsdeurwaarders - kort samengevat - dat de gerechtsdeurwaarders zijn adres niet in de dagvaarding hadden mogen vermelden en dat zij bewust hebben gehandeld in strijd met het bepaalde in artikel 102 lid 3 van de Wet GBA. In de GBA is niet voor niets code 7 aan zijn adres gekoppeld. Dat betekent dat bij een verzoek geen gegevens uit de GBA worden verstrekt.

3. Het verweer van de gerechtsdeurwaarders

De gerechtsdeurwaarders hebben de klacht gemotiveerd weersproken. Voor zover van belang wordt hierna op dat verweer ingegaan.

4. Gronden van de beslissing

4.1 Op grond van het bepaalde in artikel 34, eerste lid van de Gerechtsdeurwaarderswet zijn slechts gerechtsdeurwaarders aan tuchtrechtspraak onderworpen. Gerechtsdeurwaarderskantoor [     ] kan daarom niet als beklaagde worden aangemerkt. Gerechtsdeurwaarders [     ] en [     ] hebben zich opgeworpen als beklaagden en worden als zodanig aangemerkt. Hiermee is in de aanhef van deze beschikking al rekening gehouden.

4.2 Ter beoordeling staat of door de gerechtsdeurwaarders tuchtrechtelijk laakbaar is gehandeld in de zin van voormeld artikel.

4.3 Dat de gerechtsdeurwaarders klagers adres hebben verkregen door raadpleging van de GBA kan, anders dan klager meent, niet als een inbreuk op het bepaalde in artikel 102 lid 3 van de Wet GBA worden aangemerkt. Dit artikel richt zich immers tot het College van burgemeester en wethouders en heeft dus betrekking op verstrekking van de gegevens door de gemeente. In dat geval mag de gemeente geen gegevens verstrekken aan particuliere instellingen of burgers. Dit artikel bevat dus geen verplichting voor een gerechtsdeurwaarder die een adresverificatie uitvoert.

Een gerechtsdeurwaarder is immers uit hoofde van zijn functie in nader bepaalde gevallen gerechtigd tot het raadplegen van de GBA, ook indien de aan klagers gegevens gekoppelde code in beginsel alleen verstrekking van die gegevens na ontvangen toestemming toestaat. De gemeente is in dat geval verplicht de gegevens te verstrekken. Controle op adresgegevens dient standaard onderdeel van de procedure te zijn in een situatie waarin - zoals hier - een dagvaarding dient te worden uitgebracht. Bij betekening van een dagvaarding vormt de betekening aan het juiste adres, gelet op de gevolgen, immers een belangrijk facet van rechtsbescherming. Op grond van artikel 111 lid 2 jo artikel 45 lid 3 sub d van het Wetboek van burgerlijke rechtsvordering moet de woonplaats van de gedaagde ook in de dagvaarding worden vermeld.

4.4 Het voorgaande laat echter onverlet dat indien het gaat om een geheim adres een gerechtsdeurwaarder naar het oordeel van de Kamer aanvullende maatregelen kan treffen om de privacy van degene met een geheim adres te waarborgen. Het bepaalde in artikel 45 lid 3 sub b van het Wetboek van Burgerlijke Rechtsvordering staat daaraan niet in de weg nu de privacy op eenvoudige wijze kan worden gewaarborgd door in de dagvaarding te vermelden dat het een geheim adres betreft dat aan de gerechtsdeurwaarder bekend is en aan dat adres het exploot is gelaten. De Kamer tekent hierbij aan dat het aanbeveling verdient dat deze werkwijze bij een geheim adres altijd wordt gevolgd.

4.5 De gerechtsdeurwaarders hebben ook erkend dat volgens het op hun kantoor gehanteerde protocol bij een geheim adres voormelde werkwijze wordt voorgeschreven. In het geval van klager is verzuimd deze werkwijze toe te passen wat door de gerechtsdeurwaarders wordt betreurd.

4.6 Naar het oordeel van de Kamer is de klacht daarom terecht voorgesteld daar waar klager stelt dat zijn adresgegevens niet in de dagvaarding had moeten worden vermeld.

4.7 De Kamer merkt ten overvloede op dat bij het verweer van de gerechtsdeurwaarders een volledig uittreksel uit de GBA is overgelegd. Het is weliswaar een van de taken van een gerechtdeurwaarder is om ten behoeve van een correcte betekening van een dagvaarding na te gaan of de persoons- en adresgegevens van de persoon die wordt gedagvaard juist zijn, doch dat het daarvoor niet noodzakelijk is om naar de uitgebreide gegevens te informeren. Bij de GBA kan immers ook worden geïnformeerd naar (slechts) de naam-, adres- en woonplaatsgegevens van een betrokkene ( LJN: AY7064)

5. Op grond van het voorgaande wordt beslist als volgt. De Kamer ziet geen aanleiding tot het opleggen van een maatregel over te gaan. De handelwijze van de gerechtsdeurwaarder is niet juist, maar niet gebleken is dat hij gehandeld heeft tegen beter weten in. De gerechtsdeurwaarder heeft voorts toegelicht dat de procedure is aangepast, om te voorkomen dat dit nogmaals gebeurt.

BESLISSING

De Kamer voor gerechtsdeurwaarders:

-        verklaart de klacht gegrond.

-        ziet af van het opleggen van een maatregel.

Aldus gegeven door mr. A.W.J. Ros, plaatsvervangend-voorzitter, mr. H.C. Hoogeveen en M. Colijn leden en uitgesproken ter openbare terechtzitting van 12 juli 2011 in tegenwoordigheid van de secretaris.

Tegen deze beslissing kan binnen dertig dagen na dagtekening van verzending van het afschrift van de beslissing hoger beroep worden ingesteld bij het Gerechtshof te Amsterdam, Postbus 1312, 1000 BH Amsterdam.