ECLI:NL:RBAMS:2009:YB0234 kamer voor gerechtsdeurwaarders Amsterdam 2008.446

ECLI: ECLI:NL:RBAMS:2009:YB0234
Datum uitspraak: 21-04-2009
Datum publicatie: 10-07-2009
Zaaknummer(s): 2008.446
Onderwerp: Incassotraject
Beslissingen: Een berisping
Inhoudsindicatie: Gebruik van een zogenaamde "profitletter" met onjuiste inhoud. Geen adequate controle op inhoud brief.

KAMER VOOR GERECHTSDEURWAARDERS TE AMSTERDAM 1,4

Beslissing van 21 april 2009 zoals bedoeld in artikel 43 van de Gerechtsdeurwaarderswet inzake de klacht met nummer 446.2008 ingesteld door:

KONINKLIJKE BEROEPSORGANISATIE van GERECHTSDEURWAARDERS,

gevestigd te ‘s-Gravenhage,

klaagster,

gemachtigde: mr. J.D. van Vlastuin, advocaat te Utrecht,

tegen:

tegen:

1. [     ],

2. [     ],

gerechtsdeurwaarders te [     ],

3. [     ],

gerechtsdeurwaarder te [     ],

4. [     ],

gerechtsdeurwaarder te [     ],

beklaagden.

Verloop van de procedure

Bij brief van 29 september 2008 heeft klaagster een klacht ingediend tegen beklaagden, hierna de gerechtsdeurwaarders.

Bij brief van 30 oktober 2008 hebben de gerechtsdeurwaarders een verweerschrift ingediend.

De klacht is behandeld ter openbare terechtzitting van 10 maart 2009 alwaar namens klaagster haar voorzitter, mr. J.M. Wisseborn, is verschenen, bijgestaan door de gemachtigde. Gerechtsdeurwaarder sub 3 is verschenen. Klaagster heeft een pleitnota overgelegd.

Van de behandeling is afzonderlijk proces-verbaal opgemaakt.

De uitspraak is bepaald op 21 april 2009.

Gronden van de beslissing

1. De feiten

Uitgegaan wordt van de volgende feiten en omstandigheden:

a)       Op briefpapier van [     ] gerechtsdeurwaarders (de gerechtsdeurwaarders zijn aan dit kantoor verbonden) is op 25 februari 2008 aan een debiteur een brief verzonden met – voor zover van belang- de navolgende tekst :”Van onze cliënt, [     ], ontvingen wij namens [     ] een vordering met het verzoek deze vordering op u te incasseren. Cliënt heeft ons verzocht een gerechtelijke procedure op te starten. Ondanks herhaalde sommaties bent u niet overgegaan tot betaling. Wij hebben het dossier inmiddels in behandeling genomen en hebben de dagvaarding namens [     ] al opgesteld. U dient er rekening mee te houden dat bij een gerechtelijke procedure tevens de proces- en explootkosten van u worden gevorderd. U hebt nog een laatste mogelijkheid om de vordering aan Intrum Justitie over te maken op giro(…..). Mocht u vragen hebben dan kunt u uitsluitend contact opnemen met  [     ] te [     ]  op telefoonnummer (…..). Hoogachtend, [     ] gerechtsdeurwaarders. ”

b)       Bij brief van 24 april 2008 heeft het Bureau Sociaal Raadslieden te [     ] klaagster onder meer het volgende medegedeeld: ”Graag vraag ik uw aandacht voor het volgende. Onlangs vervoegde zich tot de medewerkers van het Bureau Sociaal Raadslieden een cliënt die vragen had met betrekking tot een incasso betreffende energiebedrijf [     ]. Enige maanden daarvoor had een medewerkster van ons kantoor een betalingsregeling getroffen waarvan de termijnen zijn voldaan tot op heden. Tot zijn grote verbazing had de cliënt desondanks met betrekking tot deze zaak een brief van een gerechtsdeurwaarder ontvangen. Hij overhandigde een opmerkelijke brief, waarvan een kopie is bijgevoegd. De brief is afgedrukt op het officiële briefpapier van Gerechtsdeurwaarder [     ], en is niet ondertekend. In de laatste alinea van de brief staat vermeld dat over de betreffende zaak uitsluitend contact kan worden opgenomen met incassobureau [     ]. Telefonische navraag bij [     ] wees echter uit dat de zaak, in tegenstelling tot wat de brief suggereert, niet was overgedragen aan Gerechtsdeurwaarder [     ]. Dhr. [     ] van [     ] verklaarde dat het incassobureau regelmatig gebruik maakte van het papier van Gerechtsdeurwaarder [     ] met diens toestemming en met als enig doel pressie op de cliënt uit te oefenen. Vervolgens is er telefonisch contact opgenomen met Gerechtsdeurwaarder [     ], waarbij de secretaresse exact bevestigde hetgeen dhr. [     ] van [     ] even daarvoor aan onze medewerkster had verteld.(…..)”

c)       Op briefpapier van [     ] gerechtsdeurwaarders is op 14 april 2008 aan een debiteur een brief verzonden met – voor zover van belang- de navolgende tekst :”Van onze cliënt, [     ], ontvingen wij namens [     ] een vordering met het verzoek deze vordering op u te incasseren. Cliënte overweegt een gerechtelijke procedure op te starten. Ondanks herhaalde sommaties bent u niet overgegaan tot betaling. Wij hebben het dossier inmiddels in behandeling genomen en zijn voornemens de dagvaarding namens [     ] op te stellen. U dient er rekening mee te houden dat bij een gerechtelijke procedure tevens de proces- en explootkosten van u worden gevorderd. U hebt nog een laatste mogelijkheid om de vordering aan [     ] over te maken op giro(…..).  Indien betaling van (…..)  binnen 4 dagen na dagtekening van deze brief door onze cliënte is ontvangen, zal dagvaarding voorkomen kunnen worden. Mocht u vragen hebben dan kunt u uitsluitend contact opnemen met  [     ] te [     ]  op telefoonnummer (…..). Hoogachtend, [     ] gerechtsdeurwaarders. ”

2. De klacht

2.1 Op nader in de klacht aangevoerde gronden verwijt klaagster de gerechtsdeurwaarders dat volstrekt ten onrechte de indruk wordt gewekt dat:

  • De brief van 25 februari 2008 afkomstig is van de gerechtsdeurwaarders;
  • Een vordering van [     ] door [     ] reeds aan de gerechtsdeurwaarders in handen is gegeven en bij de gerechtsdeurwaarders in behandeling is;
  • [     ] de gerechtsdeurwaarders heeft verzocht een gerechtelijke procedure op te starten;
  • De gerechtsdeurwaarders de dagvaarding namens [     ] al hadden opgesteld.

2.2 Het voorgaande geschiedt volledig met toestemming van de gerechtsdeurwaarders, sterker nog er wordt actief aan meegewerkt door het verstrekken van briefpapier. Door de inhoud van de brieven laten de gerechtsdeurwaarders misverstanden ontstaan over de hoedanigheid waarin zij optreden.

2.3 Klaagster acht het handelen van de gerechtsdeurwaarders in strijd met de tuchtrechtelijke norm meer in het bijzonder met de artikelen 1, 8 en 12 van de beroeps/ en gedragsregels.

2.4 De door [     ] verzonden brieven bevatten onjuiste informatie. Voor die informatie blijft de gerechtsdeurwaarder verantwoordelijk. Het verstrekken van onjuiste informatie is tuchtrechtelijk laakbaar. Klaagster is er geen voorstander van dat gerechtsdeurwaarders hun briefpapier door derden laten gebruiken. Volgens klaagster dient dit in beginsel niet te worden toegelaten, dan wel slechts onder zeer strikte voorwaarden te worden toegestaan. Ook uit de onderhavige zaak blijkt dat onjuist gebruik niet kan worden uitgesloten. De gerechtdeurwaarder heeft onvoldoende controle op het gebruik ervan.

3. Het verweer van de gerechtsdeurwaarders

3.1 De gerechtsdeurwaarders hebben samengevat aangevoerd het ongepast te achten rauwelijks in een klachtprocedure te worden betrokken. Voordien is nimmer een signaal ontvangen dat klaagster haar visie met betrekking tot het gebruik en verzending van de zogenaamde profitletter -waarvan klaagster althans haar rechtsvoorganger de grondlegger is geweest- heeft gewijzigd.

3.2 Tussen de gerechtsdeurwaarders en onder meer [     ] is inderdaad een overeenkomst gesloten waarbij is voorzien in het scheppen van een extra instrument, een sommatiebrief, ter voorkoming van de feitelijke inschakeling van de gerechtsdeurwaarders. Het streven van partijen is een groter aantal zaken minnelijk af te doen en te trachten het aantal juridische procedures te reduceren.

3.3 De aanleiding tot het ontwikkelen van extra instrumenten is gelegen in een forse toename van het aantal incasso- en juridische procedures in 2004. Daarnaast werd geconstateerd dat steeds minder zaken buitengerechtelijk konden worden afgedaan omdat het aantal reacties op door opdrachtgevers verzonden aanmaningen afnam. De aanmaningen misten hun werking meer en meer. Een van de ontwikkelde instrumenten is de gewraakte sommatiebrief. Een instrument dat nagenoeg identiek is aan de Incassletter, een brief die meer dan tien jaar geleden nota bene mede door de rechtvoorganger van klaagster is ontwikkeld.

3.4 De Kamer heeft zich reeds meerdere malen uitgesproken over deze zogenaamde incass- en profitletters. Het verzenden van dergelijke brieven op zichzelf was niet klachtwaardig. De gerechtsdeurwaarder is wel zelf verantwoordelijk voor de inhoud van een dergelijke brief.

3.5 Met [     ] is contractueel een bepaalde tekst voor die brief afgesproken. Teneinde elk misverstand over de hoedanigheid waarin de gerechtsdeurwaarders optreden te voorkomen is gelet op het specifieke doel een speciaal briefpapier ontwikkeld met in de kantlijn in grote vette letters het woord sommatie.

3.6 De op 25 februari 2008 verzonden brief wijkt op een punt af van de contractueel overeengekomen tekst en voldoet niet aan de eisen die aan dergelijke brieven worden gesteld. Meer in het bijzonder is de indruk gewekt dat de dagvaarding al gereed lag hetgeen niet het geval was. De opdrachtgeefster is om tekst en uitleg verzocht en heeft toegezegd een en ander uit te zoeken. De gerechtsdeurwaarders achten zich verantwoordelijk voor de inhoud van de brief en de klacht is dan ook gegrond. Niet gebleken is van structurele overtreding van de contractueel overeengekomen bepalingen. Uit eerdere interne- en externe klacht procedures en uitgevoerde controles is juist gebleken dat [     ] zich altijd aan de letter van de overeenkomst heeft gehouden. Hier is sprake van een incident waarop prompt is gereageerd.

3.7 De brief wordt -ongeacht wie de brief daadwerkelijk verzendt- altijd uit naam van de gerechtsdeurwaarders verzonden. Daaromtrent kan geen misverstand bestaan. Het zijn de gerechtsdeurwaarders die als incasseerder optreden en zich als zodanig presenteren.

4. Beoordeling van de klacht

4.1 Vooraleerst overweegt de Kamer dat het klaagster vrijstond om in het onderhavige geval een klacht tegen de gerechtsdeurwaarders in te dienen.

4.2 De klacht dient te worden opgevat als te zijn gericht tegen de aan het kantoor [     ] verbonden gerechtsdeurwaarders, waarbij de Kamer opmerkt dat [     ] per 1 maart 2009 is ontslagen uit het ambt van gerechtsdeurwaarder. Uit het verweer van de gerechtsdeurwaarders blijkt dat tussen [     ] Gerechtsdeurwaarders en [     ] een overeenkomst is gesloten die erop neerkomt dat [     ] gebruik mag maken van een brief met een vaste tekst op briefpapier van de gerechtsdeurwaarders. Nu in het algemeen contracten worden afgesloten door de beleidsbepalers op een gerechtsdeurwaarderskantoor valt zonder nadere toelichting van de zijde van klaagster, die niet is verschaft, niet in te zien hoe de toegevoegd kandidaat-gerechtsdeurwaarders op het gebruik van een dergelijke brief kunnen worden aangesproken. Kandidaten zijn immers in het algemeen gesproken in loondienst werkzaam en hebben in het algemeen geen invloed op het beleid noch op het afsluiten van contracten. In de aanvang van deze beschikking is daarmee reeds rekening gehouden.

4.3 Vaste rechtspraak van de Kamer is dat het gebruik van de betreffende brieven, zoals vermeld onder de feiten - de zogenaamde “profit-letters”- , op zichzelf niet klachtwaardig is. Een dergelijke brief dient ter voorkoming van de feitelijke inschakeling van een gerechtsdeurwaarder waartoe een schuldeiser na het verzenden van twee aanmaningen kan overgaan. In die zin is de brief een instrument waarbij, alvorens verder stappen worden ondernomen, de debiteur een laatste mogelijkheid wordt geboden alsnog aan zijn verplichtingen te voldoen. De gerechtsdeurwaarder is echter wel verantwoordelijk voor de inhoud van een dergelijke brief.

4.4 Ter zitting is gebleken dat de controle die op de inhoud van de brieven door de gerechtsdeurwaarders wordt uitgeoefend eruit bestaat dat van retour ontvangen brieven steekproefsgewijs de tekst wordt gecontroleerd. Dit is het enige controle -moment. Er worden volgens de gerechtdeurwaarders ongeveer tienduizend brieven per jaar verstuurd en er wordt van uit gegaan dat de opdrachtgeefster zich aan de afspraken met betrekking tot de inhoud van de brief zal houden. Er bestaat geen sanctie op contractbreuk door de opdrachtgeefster.

4.5 De Kamer acht de gang van zaken en dan met name het feit dat in de gebruikte tekst ten onrechte is vermeld dat de opdrachtgeefster heeft verzocht om een gerechtelijke procedure op te starten, dat het dossier in behandeling is genomen en dat de dagvaarding is opgesteld, dan wel dat het voornemen daartoe bestaat, terwijl daarvan geen sprake was, niet toelaatbaar. De betreffende mededelingen zijn gedaan  in strijd met de waarheid zijn en schuldenaren worden daardoor valselijk  voorgelicht en onder druk gezet. De gerechtsdeurwaarders dragen hiervoor de verantwoordelijkheid. Binnen het kantoor blijkt een adequate controle of de opdrachtgever zich wel aan de afgesproken tekst van de brief zal houden te ontbreken. Er zou bijvoorbeeld een protocol moeten zijn waarbij een adequate controle op alle uitgaande brieven plaatsvindt en niet alleen op de retour ontvangen brieven.       

4.6 De Kamer deelt de zorg van klaagster met betrekking het toegenomen gebruik van  profit-letters, zeker nu gebleken is dat bij de deurwaarders een adequate controle op de inhoud en het gebruik daarvan door de opdrachtgever ontbreekt.

4.7 De Kamer acht de klacht gegrond en acht, gelet op de omvang van het laakbare handelen – er worden per jaar alleen al door deze gerechtsdeurwaarders ongeveer tienduizend profit-letters verzonden - oplegging van na te noemen maatregel gerechtvaardigd.

BESLISSING

De Kamer voor gerechtsdeurwaarders:

-                     verklaart de klacht gegrond;

-                     legt aan de gerechtsdeurwaarders de maatregel van berisping op.

Aldus gegeven door mr. C.M. Berkhout, voorzitter, mr. H.M. Patijn en mr. A.C.J.J.M. Seuren (plaatsvervangend) leden en uitgesproken ter openbare terechtzitting van 21 april 2009 in tegenwoordigheid van de secretaris.

Tegen deze beslissing kan binnen dertig dagen na dagtekening van verzending van het afschrift van de beslissing hoger beroep worden ingesteld bij het Gerechtshof te Amsterdam, Postbus 1312, 1000 BH Amsterdam.