Zoekresultaten 1-1 van de 1 resultaten

  • ECLI:NL:TAHVD:2017:159 Hof van Discipline 's-Hertogenbosch 160314-W

    Wrakingsverzoek van klagers in de hoofdzaak, inhoudend dat de behandelend kamer de schijn van vooringenomenheid en partijdigheid heeft opgewekt door na sluiting van het onderzoek ter zitting te besluiten om kennis te nemen van het door verweerder toegezonden arrest, is ongegrond. Als het nagezonden arrest op cruciale onderdelen anders zou hebben geluid dan het vonnis in eerste aanleg waarvan tijdens de mondelinge behandeling door het hof en partijen is uitgegaan, zou er onder omstandigheden aanleiding kunnen zijn om de behandeling van de zaak te heropenen. Om te kunnen beoordelen of die feiten/omstandigheden zich voordoen is kennisneming van het stuk noodzakelijk.