Zoekresultaten 1-1 van de 1 resultaten

  • ECLI:NL:TAHVD:2016:93 Hof van Discipline 's-Hertogenbosch 160001-W

    Wrakingsverzoek tegen leden van de kamer. Wraking van een lid van het hof is mogelijk op grond van feiten of omstandigheden waardoor de rechterlijke onpartijdigheid schade zou kunnen leiden (art. 56 lid 6 Advocatenwet juncto art. 512 e.v. WvSv). Het hof dient derhalve te onderzoeken of dergelijke feiten en omstandigheden zijn gesteld en aannemelijk geworden. Uitgangspunt is daarbij dat een lid van het hof moet worden vermoed uit hoofde van zijn benoeming/verkiezing onpartijdig te zijn. De brief van de griffier(na overleg met de voorzitter) geeft geen blijk van vooringenomenheid jegens verzoekster. De wrakingsgrond die gestoeld is op de stelling dat de behandelend kamer in meerderheid uit "Amsterdammers" bestaat, slaagt evenmin nu verzoekster niet concretiseert welke leden van de kamer welke betrokkenheid hebben gehad bij de door verzoekster aangehaalde kwesties. Misbruik van het recht op wraking. Volgend verzoek om wraking wordt niet in behandeling genomen.