Zoekresultaten 1-10 van de 44826 resultaten

  • ECLI:NL:TGZRAMS:2025:129 Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Amsterdam A2024/7462

    Ongegronde klacht tegen een bedrijfsarts. Klager heeft zich begin 2024 ziekgemeld bij zijn werkgever. De werkgever van klager wisselde anderhalve maand na zijn ziekmelding van arbodienst. De bedrijfsarts was als stafarts werkzaam bij deze nieuwe arbodienst, en werd verantwoordelijk voor de begeleiding van klager. Klager verwijt haar - in meerdere klachtonderdelen - dat zij niet op de juiste wijze heeft gehandeld bij zijn verzuimbegeleiding. De bedrijfsarts betwist dit. Het college komt tot het oordeel dat de bedrijfsarts niet tuchtrechtelijk verwijtbaar heeft gehandeld.Kenmerk: onjuiste verklaring of rapport

  • ECLI:NL:TADRARL:2025:137 Raad van Discipline Arnhem-Leeuwarden 24-971/AL/MN

    Raadsbeslissing. De door verweerster in stukken gericht aan de rechtbank gebruikte bewoordingen zijn niet onnodig grievend. Verder is niet aangetoond dat verweerster feiten heeft geponeerd waarvan zijn de onjuistheid kende of zou moeten kennen. Evenmin is aangetoond dat verweerster geen doelmatige behandeling van de zaak zou nastreven. De raad verklaart de klacht in al zijn klachtonderdelen ongegrond.

  • ECLI:NL:TAHVD:2025:91 Hof van Discipline 's Gravenhage 240128

    Klacht over eigen advocaat. Het hoger beroep van verweerster ziet uitsluitend op de opgelegde maatregel van (onvoorwaardelijke) schorsing voor de duur van twee weken. Het hof vernietigt beslissing raad voor zover het hoger beroep is onderworpen aan het hof en ziet aanleiding om de maatregel te wijzigen en wel in die zin dat aan verweerster de maatregel zal worden opgelegd van een voorwaardelijke schorsing voor de duur van zes weken.

  • ECLI:NL:TNORARL:2025:17 Kamer voor het notariaat Arnhem-Leeuwarden C/05/439690 / KL RK 24-105

    Klager verwijt de notaris dat hij 1) bij de totstandkoming van het testament onvoldoende onderzoek heeft gedaan naar de wilsbekwaamheid van erflaatster 2) onvoldoende waarborg heeft gegeven tegen ongewenste beïnvloeding door de zus van klager.De kamer overweegt dat de notaris zich er steeds van heeft vergewist dat erflaatster bij de besprekingen wilsbekwaam was en uit vrije wil (en dus zonder beïnvloeding van de zus) tot haar wensen over de inhoud van het testament was gekomen. De notaris heeft bij zijn beoordeling het Stappenplan gevolgd en mede door het stellen van vragen en het voeren van individuele gesprekken onder vier ogen, zorgvuldig onderzocht of erflaatster haar wensen zelfstandig had gevormd. De notaris heeft geen signalen ontvangen die wezen op beïnvloeding door derden. De notaris heeft op basis van zijn eigen waarneming niet getwijfeld aan de wilsbekwaamheid van erflaatster en is tot de conclusie gekomen dat zij wilsbekwaam was. Hij moest daarom zijn ministerie verlenen. De feiten en omstandigheden die door klager zijn gesteld maken niet dat de notaris tot een andere conclusie had moeten komen, nu deze zien op de situatie (ver) voor het passeren van het testament. De notaris dient op grond van de wet- en regelgeving een beoordeling te maken op het moment dat hij erflaatster zelf ziet en spreekt. De kamer is van oordeel dat de notaris dit genoegzaam heeft gedaan. Klacht ongegrond.

  • ECLI:NL:TADRARL:2025:138 Raad van Discipline Arnhem-Leeuwarden 25-182/AL/MN

    voorzittersbeslissing. De voorzitter stelt vast dat klager nimmer cliënt van verweerster is geweest maar de wederpartij van 2 opvolgende cliënten. Verweerster is aanvankelijk voor de bewindvoerder van de moeder van klager gaan optreden in geschil over de uitbetaling van de vordering van klager op zijn (netto) erfdeel in de nalatenschap van de vader van klager. Daarover is toen niets beslist omdat de moeder van klager is overleden en de taak van de bewindvoerder daardoor is geëindigd. Na het overlijden van de moeder van klager is verweerster, met instemming van de bewindvoerder, gaan optreden voor de broer van klager over de nalatenschap van de moeder met daarin de de vordering van klager in de nalatenschappen van beide ouders. Gedragsregel 15 is niet één op één van toepassing. Daarom toetst de voorzitter aan de algemene betamelijkheidsnorm van artikel 46 Advocatenwet en de strekking van gedragsregel 15. De voorzitter is op grond van de stukken niet gebleken dat verweerster met haar handelwijze genoemde norm heeft overschreden door de gerechtvaardigde belangen van klager te schenden. Dat is door klager onvoldoende concreet onderbouwd. Klacht kennelijk ongegrond.

  • ECLI:NL:TAHVD:2025:92 Hof van Discipline 's Gravenhage 240320

    Beklag betreft afwijzing verzoek ex artikel 13 Advocatenwet. Het hof oordeelt dat deze mededeling geen beslissing is die op rechtsgevolg is gericht, zodat daartegen geen beklag openstaat. Ten overvloede overweegt het hof nog dat het standpunt van de deken juist is. Nu het verzoek betrekking heeft op een procedure waarin geen bijstand of vertegenwoordiging van een advocaat is vereist, is artikel 13 Advocatenwet niet van toepassing.

  • ECLI:NL:TADRSHE:2025:78 Raad van Discipline 's-Hertogenbosch 25-226/DB/OB

    Voorzittersbeslissing. Klacht van een advocaat over een advocaat. Klager heeft in 2005 zijn eigen echtscheidingsconvenant opgesteld aan de hand van een concept van een bevriende advocaat, omdat hij zelf geen verstand had van het huwelijksvermogensrecht en familierecht. Verweerder heeft dit handelen tijdens een zitting in 2004 als ‘aanprutsen’ bestempeld. Daarmee heeft verweerder bedoeld over te brengen dat klager onbekwaam heeft gehandeld bij de echtscheiding in 2005, wat volgens klager zelf ook aan de orde was. Nu de vlag de lading exact dekt is er geen sprake van een kwetsende uitlating. Klacht kennelijk ongegrond.

  • ECLI:NL:TNORSHE:2024:23 Kamer voor het notariaat 's-Hertogenbosch SHE/2024/17 en SHE/2024/5

    Klaagster (een stichting) verwijt de notaris dat hij onzorgvuldig heeft gehandeld bij het passeren van de akte van samenvoeging (fusie) van een aantal parochies tot één nieuwe parochie met als gevolg dat een kapel ten onrechte op naam van de nieuwe parochie is gesteld en de oorspronkelijke eigenaar van deze kapel (een Roomsche gemeente) van haar eigendom is bestolen. De voorzitter van de kamer acht een redelijk belang van klaagster bij de klacht niet aanwezig en heeft de klacht daarom wegens niet-ontvankelijkheid terstond afgewezen (SHE/2024/5). Klaagster heeft verzet ingesteld tegen de voorzittersbeslissing. De kamer heeft dit verzet ongegrond verklaard (SHE/2024/17).

  • ECLI:NL:TADRARL:2025:139 Raad van Discipline Arnhem-Leeuwarden 25-244/AL/GLD

    Voorzittersbeslissing. Klacht over de bijstand van de eigen advocaat in een artikel 12 Sv procedure bij gebrek aan feitelijke onderbouwing kennelijk ongegrond.

  • ECLI:NL:TADRSHE:2025:79 Raad van Discipline 's-Hertogenbosch 25-213/DB/OB 25-214/DB/OB

    Voorzittersbeslissing. Klacht over de advocaat van de wederpartij en tegen het hele kantoor. Niet gebleken dat verweerster als advocaat van mevrouw K meewerkt aan een complot. Verweerster heeft niet tuchtrechtelijk gehandeld door klager niet terug te bellen. Klacht tegen verweerster kennelijk ongegrond. De klacht dat, zodra klager het kantoor belde de verbinding steeds werd verbroken en het kantoor een valse melding heeft gedaan over overlast, is kennelijk niet-ontvankelijk. Klager heeft namelijk geen concreet onderbouwde verwijten jegens het advocatenkantoor in haar totaliteit gemaakt over haar kantoororganisatie zodat klager het kantoor als zodanig niet tuchtrechtelijk kan aanspreken.