Zoekresultaten 1-1 van de 1 resultaten

  • ECLI:NL:TADRAMS:2018:152 Raad van Discipline Amsterdam 18-241/A/NH/D

    18-241/A/NH Dekenbezwaar. Ten aanzien van de door verweerder verstrekte dienstverlening heeft de raad bij eveneens vandaag genomen beslissing in de klachtzaak met zaaknummer 18-242/A/NH geoordeeld dat verweerder in de voor de heer R. gevoerde procedure het verweer van de heer R. onvoldoende onderbouwd door financiële stukken niet aan de rechtbank over te leggen, nagelaten bij de heer R. te verifiëren of hij daadwerkelijk wilde dat verweerder de rechtsbijstand zou beëindigen, verzuimd de heer R. te informeren omtrent data van zittingen bij de rechtbank en een beschikking niet aan de heer R. doorgestuurd, contante betalingen in ontvangst genomen, en zich niet officieel onttrokken nadat de heer R. verweerder had laten weten te willen stoppen met de procedure. Tevens heeft verweerder in de zaak van de heer C. onvoldoende zorgvuldigheid betracht door tussen april 2015 en november 2017 geen urenspecificaties of tussentijdse declaraties te hebben gestuurd. In dezelfde zaak heeft verweerder zich in zijn appelschrift onheus en beledigend uitgelaten en op grove wijze gebrek aan respect getoond voor een lid van de rechterlijke macht. De raad acht het opleggen van een (deels voorwaardelijke) schorsing voor de onderhavige zaak en de heden grotendeels gegrond verklaarde klacht passend en geboden. In beide zaken zal de raad dan ook één en dezelfde maatregel opleggen.