Zoekresultaten 171-180 van de 182 resultaten

  • ECLI:NL:TGZRZWO:2022:13 Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Zwolle Z2021/3268

    Klacht tegen huisarts. Beklaagde betwist bij de in het geding zijnde behandeling betrokken te zijn geweest. Het college kan op grond van dossier noch anderszins vaststellen dat dit wel het geval is gewest. Klacht kennelijk ongegrond.

  • ECLI:NL:TGZRZWO:2022:10 Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Zwolle Z2021/0070

    Klacht tegen bedrijfsarts betreft met name de verzuimbegeleiding de informatie uitwisseling met een behandelaar en de bejegening. De klacht is ongegrond.

  • ECLI:NL:TGZRZWO:2022:11 Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Zwolle Z2021/3161

    Klacht tegen fysiotherapeut. Klaagster diende vanaf 2021 zelf de facturen voor haar behandelingen te voldoen, omdat de fysiotherapeut geen overeenkomst meer had met haar zorgverzekeraar. Toen zij haar eerste factuur niet op tijd had betaald, zegde de fysiotherapeut de eerstvolgende behandeling af. Toen klaagster hierover een klacht indiende bij de beroepsvereniging, wilde de fysiotherapeut niet meer met haar in gesprek gaan hierover en beëindigde hij eenzijdig de behandelrelatie. Dit deed hij zonder ervoor te zorgen dat klaagster bij een andere fysiotherapeut terecht kon. Deze gang van zaken verwijt zij de fysiotherapeut. Het college is het eens met klaagster en verklaart de klacht gegrond. De fysiotherapeut krijgt een waarschuwing.

  • ECLI:NL:TGZRZWO:2022:7 Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Zwolle Z2021/62

    Klacht tegen arts in opleiding tot verzekeringsarts betreffende de rapportage en de bejegening. Klacht gegrond, waarschuwing

  • ECLI:NL:TGZRZWO:2022:12 Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Zwolle Z2021/3055

    Klacht tegen huisarts. Beklaagde betwist bij de in het geding zijnde behandeling betrokken te zijn geweest. Het college kan op grond van dossier noch anderszins vaststellen dat dit wel het geval is gewest. Klacht kennelijk ongegrond.

  • ECLI:NL:TGZRZWO:2022:9 Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Zwolle Z2021/0075

    Klacht tegen orthopedagoog-generalist. Klager heeft bij de rechtbank een verzoek ingediend tot gezamenlijk gezag over en omgang met zijn dochter. Naar aanleiding hiervan is door de Raad voor de Kinderbescherming een multidisciplinair onderzoek verricht, waarbij beklaagde in de hoedanigheid van gedragsdeskundige is betrokken. De resultaten van het onderzoek zijn neergelegd in een raadsrapport: er zijn verschillende conceptrapporten opgesteld en uiteindelijk een definitief rapport. In deze rapporten heeft de Raad verzocht om een ondertoezichtstelling voor de duur van twaalf maanden. Ook heeft de Raad de rechtbank geadviseerd om de behandeling ten aanzien van het voorliggende verzoek omtrent de omgangsregeling aan te houden voor een periode van zes maanden om ouders de gelegenheid te geven om in de tussenliggende periode te profiteren van hulpverlening. Klager is het niet eens met de inhoud en uitkomst van de rapporten. Hij verwijt beklaagde onder meer dat zij bepaalde diagnoses ten aanzien van hem heeft gesteld (PTSS en emotieregulatie), dat zij nooit hoor en wederhoor heeft toegepast en dat zij vooringenomen was. Ambtshalve stelt het college vast dat beklaagde zich bij het onderzoek heeft begeven op het terrein van orthopedagoog-generalist, waarvoor zij in het BIG-register staat ingeschreven. Klager kan worden ontvangen in zijn klacht. De klacht is ongegrond.

  • ECLI:NL:TGZRZWO:2022:5 Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Zwolle 234/2020

    Klacht tegen plastisch chirurg. Klaagster heeft een borstreconstructie ondergaan door middel van een DIEP lap. Klaagster verwijt beklaagde onder meer dat het resultaat van de operatie onaanvaardbaar en niet naar verwachting is, dat zij onvoldoende is geïnformeerd over de risico’s van de operatie, dat beklaagde haar misleidende informatie heeft gegeven door te zeggen dat hij haar “een mooie borst ging bezorgen” en dat de dossiervorming onvoldoende is. Het klachtonderdeel ten aanzien van de dossiervorming is gegrond: beklaagde heeft de voorlichting over de cosmetische aspecten en risico’s niet in het dossier genoteerd. Naar het oordeel van het college is het cosmetisch aspect van een borstreconstructie voor de patiënten in kwestie zodanig belangrijk dat, ook voor andere zorgverleners, uit het dossier moet blijken dat daarover voorlichting is gegeven. Klacht voor het overige ongegrond. Aan beklaagde wordt een waarschuwing opgelegd.

  • ECLI:NL:TGZRZWO:2022:6 Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Zwolle 235/2020

    Klacht tegen plastisch chirurg in opleiding. Klaagster heeft een borstreconstructie ondergaan door middel van een DIEP Lap. Klaagster verwijt beklaagde dat hij haar borst voorafgaand aan de operatie niet goed heeft afgetekend en ook dat er onvoldoende zorg in acht is genomen bij de voorbereiding van de operatie en nadien. Klacht ongegrond.

  • ECLI:NL:TGZRZWO:2022:3 Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Zwolle Z2021/3255

    Klacht tegen tandarts. Beklaagde heeft bij de behandeling van de dochter van klager in een schrikreactie haar hand/arm weggeslagen en heeft daarop direct meermalen zijn excuses aangeboden. Klacht gegrond, geen maatregel.

  • ECLI:NL:TGZRZWO:2022:4 Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Zwolle Z2021/3468

    IGJ dient klacht in tegen psychiatrisch verpleegkundige. Kort na het ontslag van de patiënt uit de kliniek gaat beklaagde een affectieve relatie met de patiënt aan. Geen afkoelingsperiode. De patiënt blijft ambulant onder behandeling (van een collega van beklaagde). Kwetsbare patiënt. Beklaagde zet druk op de patiënt om de relatie geheim te houden. De patiënt meldt de relatie bij haar ambulante behandelaar. Beklaagde erkent het verwijt. Klacht gegrond, voorwaardelijke schorsing met bijzondere voorwaarden.