Zoekresultaten 101-110 van de 182 resultaten

  • ECLI:NL:TGZRZWO:2022:80 Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Zwolle Z2021/3566

    Klacht tegen psychotherapeut. Poging om met een valse verwijzingsbrief medische informatie over klaagster van haar huisarts te krijgen? Klacht bevat geen feiten die erop duiden dat beklaagde persoonlijk op enige manier betrokken was bij de brief. Het enkele feit dat beklaagdes halfbroer de ex-partner van klaagster was en dat de brief in de brievenbus van de praktijk van beklaagde terecht is gekomen, vormt geen bewijs van betrokkenheid. Klacht kennelijk ongegrond.

  • ECLI:NL:TGZRZWO:2022:78 Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Zwolle Z2021/3637

    Klacht tegen psychiater kennelijk ongegrond. Beklaagde is niet betrokken geweest bij de verwijzing van klager naar een andere instelling zoals door klager gewenst. Beklaagde heeft terecht het voorschrijven van psychofarmaca geweigerd nu klager niet in behandeling was en niet door beklaagde was gezien/beoordeeld.

  • ECLI:NL:TGZRZWO:2022:79 Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Zwolle Z2021/3638

    Klacht tegen GZ-psycholoog kennelijk ongegrond. Beklaagde is niet verantwoordelijk voor medicatie voorschrijven en heeft dat verzoek van klager terecht doorgestuurd naar de psychiater. Beklaagde heeft klager geen hulp onthouden en voldoende inspanningen geleverd ten aanzien van een verwijzing van klager naar een andere instelling.

  • ECLI:NL:TGZRZWO:2022:81 Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Zwolle Z221/3297

    Klager heeft zich ziek gemeld bij werkgever. Vanuit de hierna door de werkgever ingeschakelde arbodienst vond begeleiding plaats door de Adviseur Arbeid en Gezondheid. De Adviseur Arbeid en Gezondheid hield waar nodig overleg met de bedrijfsarts.  Na betrokkenheid van meerdere bedrijfsartsen heeft een gesprek plaats gevonden tussen klager en beklaagde, bedrijfsarts. Naar aanleiding van dit gesprek heeft de Adviseur Arbeid en Gezondheid een re-integratieadvies gegeven. Hierna heeft klager aangegeven dat er nog met een behandeling zou worden gestart en dat zijn behandelaar zou hebben aangegeven dat dit niet gelijktijdig kon plaatsvinden met de re-integratie. Beklaagde heeft hierop zijn re-integratieadvies aangepast en eveneens de nog niet opgestelde probleemanalyse opgesteld. Ook heeft beklaagde informatie opgevraagd bij de behandelaar.Werkgever heeft op enig moment een deskundigenoordeel gevraagd aan het UWV. Aan beklaagde is gevraagd een medische onderbouwing te geven van de door hem vastgestelde belastbaarheid. Dit heeft beklaagde gedaan. Beklaagde heeft klager op dat moment ook op de hoogte gestelde van de door hem opgestelde probleemanalyse.Klager verwijt beklaagde dat hij adviezen heeft gegeven zonder daarvoor informatie te hebben ingewonnen bij de behandelaar van klager, dat hij de adviezen, waaronder de probleemanalyse en het plan van aanpak, niet heeft afgestemd met klager en dat hij zich in zijn berichtgeving aan het UWV zodanig heeft uitgelaten dat dit schadelijk is voor de reputatie van klager. Het college verklaart de klachten ongegrond.

  • ECLI:NL:TGZRZWO:2022:82 Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Zwolle Z2021/3563

    Klacht tegen orthopedisch chirurg kennelijk ongegrond. De door beklaagde opgestelde rapportage voldoet aan de daaraan te stellen eisen. Beklaagde heeft in redelijkheid kunnen concluderen dat al voorafgaande aan het ongeval sprake was van sprake was van een niet goed doorgebouwde spondylodese C6-C7, en dat er reeds voor het ongeval fragmentatie (breuklijnen) van het hydroxyapatiet blokje aangetoond waren.

  • ECLI:NL:TGZRZWO:2022:76 Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Zwolle Z2021/3604

    Klager is bedrijfsarts. De klacht is ingediend tegen een UWV-arts die betrokken is geweest bij een deskundigenoordeel. Hij verwijt beklaagde onder meer dat deze negatieve kwalificaties over het medisch handelen van klager bezigt. Professioneel verschil van inzicht. De voorzitter verklaart klager niet ontvankelijk.

  • ECLI:NL:TGZRZWO:2022:77 Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Zwolle Z2021/3605

    Klager is bedrijfsarts. De klacht is ingediend tegen een UWV-arts die betrokken is geweest bij een deskundigenoordeel. Hij verwijt beklaagde onder meer dat deze negatieve kwalificaties over het medisch handelen van klager bezigt. Professioneel verschil van inzicht. De voorzitter verklaart klager niet ontvankelijk.

  • ECLI:NL:TGZRZWO:2022:71 Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Zwolle z2021/3786

    Klacht van apotheker tegen collega-apotheker. Geen concreet eigen belang dat verband houdt met de individuele gezondheidszorg. Klager heeft niet onderbouwd op welke punten zijn patiënten zijn of worden benadeeld ten opzichte van andere patiënten in de regio. De enkele stelling dat zijn patiënten niet van de voordelen van eventuele samenwerkingsafspraken zullen profiteren is onvoldoende. Zonder nadere concretisering is niet inzichtelijk gemaakt dat met de gevolgen die het (gestelde) handelen van beklaagde voor klager heeft (gehad) ook de kwaliteit van de individuele gezondheidszorg is of wordt geraakt. Klager niet-ontvankelijk.

  • ECLI:NL:TGZRZWO:2022:72 Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Zwolle z2021/3785

    Klacht van apotheker tegen collega-apotheker. Geen concreet eigen belang dat verband houdt met de individuele gezondheidszorg. Klager heeft niet onderbouwd op welke punten zijn patiënten zijn of worden benadeeld ten opzichte van andere patiënten in de regio. De enkele stelling dat zijn patiënten niet van de voordelen van eventuele samenwerkingsafspraken zullen profiteren is onvoldoende. Zonder nadere concretisering is niet inzichtelijk gemaakt dat met de gevolgen die het (gestelde) handelen van beklaagde voor klager heeft (gehad) ook de kwaliteit van de individuele gezondheidszorg is of wordt geraakt. Klager niet-ontvankelijk.

  • ECLI:NL:TGZRZWO:2022:74 Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Zwolle z2021/3783

    Klacht van apotheker tegen collega-apotheker. Geen concreet eigen belang dat verband houdt met de individuele gezondheidszorg. Klager heeft niet onderbouwd op welke punten zijn patiënten zijn of worden benadeeld ten opzichte van andere patiënten in de regio. De enkele stelling dat zijn patiënten niet van de voordelen van eventuele samenwerkingsafspraken zullen profiteren is onvoldoende. Zonder nadere concretisering is niet inzichtelijk gemaakt dat met de gevolgen die het (gestelde) handelen van beklaagde voor klager heeft (gehad) ook de kwaliteit van de individuele gezondheidszorg is of wordt geraakt. Klager niet-ontvankelijk.