Zoekresultaten 33791-33800 van de 44770 resultaten

  • ECLI:NL:TADRARN:2013:47 Raad van Discipline Arnhem 13-153

    Voorzittersbeslissing. Klacht over advocaat wederpartij. Verweerster treft geen tuchtrechtelijk verwijt. Klachten kennelijk ongegrond.

  • ECLI:NL:TADRARN:2013:48 Raad van Discipline Arnhem 13-129

    Voorzittersbeslissing. Klager is ontevreden over eigen advocaat. Beleidsvrijheid. Klachten kennelijk ongegrond.

  • ECLI:NL:TADRARN:2013:49 Raad van Discipline Arnhem 13-158

    Voorzittersbeslissing. Het is aan de advocaat om te bepalen of hij een procedure voldoende kansrijk acht en of hij klager daarin bij wil staan. Klachten kennelijk ongegrond.

  • ECLI:NL:TADRAMS:2013:55 Raad van Discipline Amsterdam 13-203A

    Voorzittersbeslissing. Klacht tegen eigen advocaat kennelijk ongegrond.

  • ECLI:NL:TADRAMS:2013:56 Raad van Discipline Amsterdam 13-193A

    Voorzittersbeslissing. Kennelijk ongegronde klacht tegen deken. Beleidsvrijheid. Geen verplichting om informatie te verstrekken aan derden.

  • ECLI:NL:TGZCTG:2013:76 Centraal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Den Haag c2012.415

    Klacht tegen dermatoloog. Klaagster verwijt verweerster dat zij klaagster de noodzakelijke en dringende zorg heeft onthouden en heeft geweigerd materiaal naar het lab te zenden cq onderzoek te verrichten, informatie aan derden heeft verstrekt, klaagster heeft opgedragen het verband van de benen niet te verschonen. Regionaal Tuchtcollege wijst de klacht af. Beroep klaagster verworpen door Centraal Tuchtcollege.

  • ECLI:NL:TGZCTG:2013:57 Centraal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Den Haag c2012.362

    Klacht tegen oogarts. Klager verwijt de oogarts – kort weergegeven – dat hij de ingreep (het plaatsen van een WIOL polyfocale lens in het rechteroog van klager) heeft verricht zonder de daarvoor vereiste voorlichting en toestemming (informed consent) van klager alsmede dat hij deze ingreep niet lege artis heeft uitgevoerd. Het Centraal Tuchtcollege is van oordeel dat de oogarts van zijn handelwijze (gebruik van slechts één methode van berekening, de A-scan, en het uitvoeren van een refractie met behulp van een autorefractor, terwijl dit uitdrukkelijk door de leverancier werd afgeraden) een tuchtrechtelijk verwijt gemaakt kan worden. Ter zake van de vereiste voorlichting en toestemming komt het Centraal Tuchtcollege tot hetzelfde oordeel als het Regionaal Tuchtcollege, te weten dat de oogarts geacht moet worden tot de ingreep te zijn overgegaan zonder de vereiste voorlichting en toestemming van klager. Het Centraal Tuchtcollege verwerpt het beroep, vernietigt de bestreden beslissing voor zover er geen maatregel is opgelegd en legt de oogarts de maatregel van (onvoorwaardelijke) schorsing van de inschrijving in het register voor de duur van drie maanden op.

  • ECLI:NL:TGZCTG:2013:70 Centraal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Den Haag c2012.477

    Verweerder, fysiotherapeut, is eigenaar van de praktijk waar klager bij een collega van verweerder onder behandeling is. Wanneer er problemen ontstaan tussen klager en de collega van verweerder neemt verweerder de behandeling over. Aan klagers wens weer door de collega behandeld te worden is door verweerder niet tegemoet gekomen waarna de behandelrelatie is beëindigd. Klager verwijt verweerder dat 1) hij klager niet meer in zijn praktijk wilde (doen) behandelen, 2) hij klakkeloos verklaringen van zijn collega voor waar heeft aangenomen en 3) hij niet heeft geantwoord op klagers klaagschrift. Het Regionaal Tuchtcollege heeft de klacht als kennelijk ongegrond afgewezen. Het Centraal Tuchtcollege heeft het beroep verworpen.

  • ECLI:NL:TGZCTG:2013:51 Centraal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Den Haag c2012.293

    Klacht tegen longarts. Klaagster verwijt de longarts dat hij geen adequate zorg heeft verleend aan haar vader. Regionaal Tuchtcollege wijst de klacht af. Beroep klaagster verworpen door Centraal Tuchtcollege

  • ECLI:NL:TADRLEE:2013:1 Raad van Discipline Leeuwarden 125/12

    De beslissing van de voorzitter dat het verweerder vrijstond zich als advocaat van klager terug te trekkken, omdat de noodzakelijke vertreouwensband ontbrak, is juist en dient in stand te blijven.