Zoekresultaten 1-1 van de 1 resultaten

  • ECLI:NL:TADRAMS:2019:59 Raad van Discipline Amsterdam 18-981/A/A

    Klacht over advocaat wederpartij. De raad gaat ervan uit dat verweerder het voicemailbericht heeft achtergelaten als grap tussen twee vrienden, en aldus in de privé-sfeer. Naar het oordeel van de raad is er in onderhavig geval evenwel voldoende verwevenheid met de praktijkuitoefening om de daarvoor geldende maatstaven toe te passen. Daarbij acht de raad van belang dat verweerder en mr. V elkaar de dag vóór het voicemailbericht hebben getroffen in de rechtszaal waarbij zij allebei als advocaat optraden, en verweerder zich in het voicemailbericht kennelijk heeft voorgedaan als één van de bij die procedure betrokken partijen, namelijk klager sub 9. Dat verweerder stelt zich niet te kunnen herinneren de naam van klager sub 9 te hebben gebruikt overtuigt de raad niet. De raad gaat er niettemin vanuit dat het gaat om een grap tussen twee vrienden, waarvan het niet de bedoeling was dat dit openbaar zou worden. Het is ongelukkig dat dit bij de wederpartij terecht is gekomen, temeer nu klager sub 9 zich hierdoor gegriefd heeft gevoeld. Dit maakt evenwel nog niet dat de betamelijkheidsnorm is geschonden. Gedragsregels 29 en 30 (Gedragsregels 1992), waar klager sub 9 naar verwijst, zijn niet voor deze situatie geschreven. Dat verweerder zich onnodig grievend over klager sub 9 heeft uitgelaten kan de raad, gelet op het verweer van verweerder, niet vaststellen. Het had verweerder wel gesierd als hij direct op 22 december 2017, nadat duidelijk was dat de advocaat van klagers op de hoogte was geraakt van het voicemailbericht, kenbaar had gemaakt dat hij degene was geweest die het voicemailbericht had achtergelaten en daarvoor zijn excuses had aangeboden. Dat verweerder dit heeft nagelaten maakt evenwel niet dat sprake is van tuchtrechtelijk verwijtbaar handelen. Klagers sub 1 t/m 8 niet-ontvankelijk wegens onvoldoende belang. Klacht voor zover ingediend door klager sub 9 ongegrond.