Zoekresultaten 211-220 van de 12880 resultaten

  • ECLI:NL:TGZRAMS:2024:20 Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Amsterdam A2023/5464

    Kennelijk ongegronde klacht tegen een traumachirurg. Klaagster is van de trap gevallen en in verband met aanhoudende klachten aan haar voet meerdere malen gezien door verschillende arts-assistenten onder supervisie van verschillende chirurgen, waaronder verweerder. Klaagster verwijt de traumachirurg de diagnose ontwrichting van het Lisfranc-gewricht te hebben gemist en dat hij haar, in zijn rol van supervisor, niet zelf heeft gezien. Het college overweegt dat bij het ontstaan van letsel in de enkel meer mogelijk is dan alleen het optreden van zeer zeldzame Lisfranc problematiek. Het college is van oordeel dat de anamnese van de arts-assistenten zorgvuldig was en dat zij in overleg met en onder de supervisie van de traumachirurg, mede op basis van de informatie van de betrokken radiologen, binnen de normen van de professionele standaarden hebben gehandeld, wat maakt dat dit ook voor de traumachirurg geldt. Verder overweegt het college dat supervisie op verschillende manieren kan plaatsvinden, zoals door telefonisch overleg, waarbij remote beoordelen van röntgenfoto’s zeer gebruikelijk is. Het college ziet in deze zaak geen aanleiding aan te nemen dat er omstandigheden waren die maakten dat de traumachirurg klaagster zelf had moeten zien. De klacht is in alle onderdelen ongegrond. 

  • ECLI:NL:TGZRSHE:2024:6 Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg 's-Hertogenbosch H2023/5526

    Klacht tegen verpleegkundige van Bemoeizorg over bemoeienis, onderzoek en beantwoording van vragen van klaagster hierover. De verpleegkundige is op verzoek van de politie meegegaan bij een huisbezoek aan klaagster in het kader van een hoog oplopende burenruzie en heeft een maand later na een telefoongesprek met klaagster haar dossier gesloten. Ongegrond.

  • ECLI:NL:TGZRAMS:2024:17 Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Amsterdam A2023/5365

    Ongegronde klacht tegen een chirurg. De echtgenote van klager (hierna: de patiënte) heeft wegens kanker meerdere behandelingen ondergaan en is meermaals geopereerd, laatstelijk door de chirurg en een medeoperateur. Klager verwijt de chirurg dat er onvoldoende nazorg is geboden. Het college overweegt dat in het dossier is vermeld dat met klager en de patiënte is besproken of thuiszorg na ontslag nodig was en dat gezegd is dat dit niet nodig was. Uit het dossier valt ook niet af te leiden dat dit op dat moment anders was. Als later bleek dat dit wel nodig was, had het op de weg van klager gelegen om dat kenbaar te maken, hetzij aan het ziekenhuis, hetzij aan de huisarts. Na het ontslag van patiënte is er tweemaal een telefonisch consult geweest bij een collega van de chirurg. Over de door deze collega genomen beslissingen tijdens deze telefonische consulten kan de chirurg geen tuchtrechtelijk verwijt gemaakt worden. Het college is van oordeel dat de omstandigheid dat de verdere nazorg aan deze collega is overgelaten, op zichzelf te begrijpen is en de chirurg ook niet tuchtrechtelijk valt te verwijten. Het college merkt hierbij nog op dat het aan te bevelen is om bij een dergelijke wijziging van behandelaar, dan wel langer durende waarneming door een andere behandelaar, dit duidelijk te melden aan een patiënt en diens contactpersoon, conform de Handreiking Verantwoordelijkheidsverdeling bij samenwerking in de zorg. De klacht is ongegrond.

  • ECLI:NL:TGZRAMS:2024:18 Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Amsterdam A2023/5809

    Klaagster is met ernstige Covid-klachten opgenomen in het ziekenhuis. Zij heeft tijdens deze opname een periode op de intensive care (verder: IC) verbleven. Tijdens de opname ontstonden toenemende klachten aan haar hand. Omdat het klinisch beeld van de hand niet verbeterde, werd besloten tot operatief ingrijpen. De chirurg heeft deze operatie uitgevoerd. Na de operatie is necrose in de duim ontstaan. Klaagster verwijt de chirurg onder andere onvoldoende informatieverstrekking over de operatie en een gebrekkige nazorg. Het college is van oordeel dat, op basis van hetgeen is genoteerd in het medisch dossier, klaagster voorafgaande de operatie door de betrokken collega’s van de chirurg afdoende is geïnformeerd over onder meer de toestand van de hand, (het verloop van) de behandeling, en behandelopties, en dat klaagster toestemming heeft verleend voor de operatie. Aan het vereiste van informed consent is dan ook voldaan. Tevens heeft de chirurg voor de operatie nog telefonisch contact gehad met de echtgenoot van klaagster over de uit te voeren operatie. Klaagster werd op dat moment kunstmatig in slaap gehouden en was dus niet aanspreekbaar. Ook na afloop van de operatie heeft de chirurg telefonisch contact gehad met de echtgenoot over het verloop van de ingreep, en zij heeft klaagster na de operatie nog op de IC bezocht en de hand beoordeeld. De toestand van klaagster is nadien op verschillende beslismomenten (mede)beoordeeld door de chirurg. De omzetting van een poliklinisch naar telefonisch consult hield direct verband met de Covid-status van klaagster. Een vervolgafspraak werd door klaagster afgezegd. Op grond van de stukken en wat hierover is vastgelegd in het patiëntendossier, is volgens het college van gebrekkige nazorg geen sprake. De klacht is in alle onderdelen ongegrond. 

  • ECLI:NL:TGZRAMS:2024:19 Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Amsterdam A2023/5462

    Kennelijk ongegronde klacht tegen een traumachirurg. Klaagster is van de trap gevallen en in verband met aanhoudende klachten aan haar voet meerdere malen gezien door verschillende arts-assistenten onder supervisie van verschillende chirurgen, waaronder verweerder. Klaagster verwijt de traumachirurg de diagnose ontwrichting van het Lisfranc-gewricht te hebben gemist en dat hij haar, in zijn rol van supervisor, niet zelf heeft gezien. Het college overweegt dat bij het ontstaan van letsel in de enkel meer mogelijk is dan alleen het optreden van zeer zeldzame Lisfranc problematiek. Het college is van oordeel dat de anamnese van de arts-assistenten zorgvuldig was en dat zij in overleg met en onder de supervisie van de traumachirurg, mede op basis van de informatie van de betrokken radiologen, binnen de normen van de professionele standaarden hebben gehandeld, wat maakt dat dit ook voor de traumachirurg geldt. Verder overweegt het college dat supervisie op verschillende manieren kan plaatsvinden, zoals door telefonisch overleg, waarbij remote beoordelen van röntgenfoto’s zeer gebruikelijk is. Het college ziet in deze zaak geen aanleiding aan te nemen dat er omstandigheden waren die maakten dat de traumachirurg klaagster zelf had moeten zien. De klacht is in alle onderdelen ongegrond. 

  • ECLI:NL:TGZRSHE:2024:5 Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg 's-Hertogenbosch H2023/5621

    Klacht tegen verpleegkundige gegrond. Zij  heeft de professionele grenzen, die zij als verpleegkundige in acht behoort te nemen, overschreden door gedurende twee maanden een seksuele relatie te hebben met een cliënt die aan haar zorg was toevertrouwd. Voorwaardelijke schorsing van 12 maanden.  

  • ECLI:NL:TGZCTG:2021:227 Centraal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Den Haag C2020.109

    Wrakingsverzoek gericht tegen twee leden-beroepsgenoten van het zittingscollege. Verzoeker heeft als wrakingsgrond aangevoerd dat de leden-beroepsgenoten tijdens de openbare terechtzitting niet of nauwelijks gepast kritische vragen hebben gesteld aan de verzekeringsarts. Het wrakingsverzoek is afgewezen door de wrakingskamer van het College. De wrakingskamer overweegt dat de omstandigheid dat naar het inzicht van verzoeker niet of nauwelijks gepast kritische vragen aan de verzekeringsarts zijn gesteld, niet met zich meebrengt dat sprake is van concrete feiten en omstandigheden waaruit objectief de vrees voor partijdigheid van de leden-beroepsgenoten kan worden afgeleid. Het is aan de leden van het College om ter terechtzitting de vragen te stellen die zij nodig achten voor een adequate behandeling en beoordeling van het beroep. Het voorbereiden, formuleren en stellen van die vragen is voorbehouden aan de leden van het College en niet aan (één van) de procespartijen.

  • ECLI:NL:TGZRZWO:2024:7 Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Zwolle Z2023/5571

    Klacht van nabestaande tegen een verpleegkundige over de behandeling van een patiënt tijdens zijn vrijwillige opname in een GGZ-instelling. De verpleegkundige zou volgens klaagster tekort zijn geschoten in de zorg ten aanzien van patiënt Hij heeft hierdoor de kliniek kunnen verlaten en zichzelf van het leven beroofd. Ook wordt de verpleegkundige verweten dat zij verantwoordelijk is voor het niet verstrekken van het medisch dossier naderhand, ondanks het feit dat er wel een machtiging was. Het college verklaart de klacht ongegrond.

  • ECLI:NL:TGZRZWO:2024:8 Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Zwolle Z2023/5558

    Klacht van nabestaande tegen een psychiater over de behandeling van een patiënt tijdens zijn vrijwillige opname in een GGZ-instelling. De psychiater zou volgens klaagster tekort zijn geschoten in de zorg ten aanzien van patiënt Hij heeft hierdoor de kliniek kunnen verlaten en zichzelf van het leven beroofd. Ook wordt de psychiater verweten dat hij verantwoordelijk is voor het niet verstrekken van het medisch dossier naderhand, ondanks het feit dat er wel een machtiging was. Het college verklaart de klacht ongegrond.

  • ECLI:NL:TGZRSHE:2024:2 Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg 's-Hertogenbosch H2022/4441

    Kinderarts. AMK-melding en uithuisplaatsing kinderen klaagster. Klacht: a) vooringenomenheid bij onderzoek, b) handelen buiten deskundigheid, c) deelrapportage voldoet niet aan eisen CTG, d) ontkennen opnemen casus klaagster in boek over kindermishandeling en ontbreken toestemming publicatie, e) bij AMK-melding niet voldaan aan beroepsstandaard.College: Klaagster rechtstreeks belanghebbende want AMK-melding ging over klaagster. Ontvangstdatum klaagschrift. Klaagschrift per e-mail ontvangen op 20 juni 2022 en per post op 24 juni 2022. Als per post ontvangen binnen twee dagen, geldt datum e-mail. Nu niet binnen twee dagen ontvangen, dus geldt datumstempel papieren klaagschrift. Geen aansluiting verzendtheorie bestuursrecht. Klaagster niet-ontvankelijk in klacht over periode vóór 24 juni 2012, daarom klachtonderdelen a (gedeeltelijk), b en e verjaard.Inhoudelijk: a) geen onderzoek gedaan en geen vooringenomenheid (overige ongegrond), c) verstrekte informatie is geen deelrapportage en niet verantwoordelijk voor tabel andere zorgverlener in AMK-melding (ongegrond), d) casus boek en casus klaagster verschillend. Misschien herkenbaar voor klaagster, maar niet objectief tot klaagster herleidbaar (ongegrond).