Zoekresultaten 22001-22020 van de 22147 resultaten

  • ECLI:NL:TADRAMS:2025:176 Raad van Discipline Amsterdam 25-565/A/A

    Voorzittersbeslissing; kennelijk ongegronde klacht over verweerder in de hoedanigheid van klachtenfunctionaris. Verweerder heeft met de wijze waarop hij heeft gehandeld als klachtenfunctionaris het vertrouwen in de advocatuur niet geschaad.

  • ECLI:NL:TAHVD:2025:189 Hof van Discipline 's Gravenhage 250101

    Hof bepaalt na intrekking van hoger beroep ingangsdatum schorsing en proeftijd.

  • ECLI:NL:TADRARL:2025:215 Raad van Discipline Arnhem-Leeuwarden 25-160/AL/MN

    Verweerder heeft een brief aan de rechtsbijstandsverzekeraar van zijn cliënte gestuurd, zonder dat hij hiervoor toestemming van zijn cliënte had. De raad heeft geoordeeld dat dat tuchtrechtelijk verwijtbaar is. De raad houdt er echter ook rekening mee dat er weinig vertrouwelijke informatie in die brief stond en dat verweerder zijn geheimhoudingsverplichting niet bewust heeft geschonden; verweerder dacht (weliswaar ten onrechte) dat hij hiervoor toestemming van zijn cliënte had. Verder houdt de raad er rekening mee dat verweerder niet eerder door de raad is veroordeeld. Gelet op de (beperkte) ernst van het handelen van verweerder en de hierboven genoemde omstandigheden, wordt volstaan met de gegrondverklaring van een deel van de klacht en wordt geen maatregel worden opgelegd.

  • ECLI:NL:TADRAMS:2025:173 Raad van Discipline Amsterdam 25-531/A/A

    Voorzittersbeslissing. Klacht over de kwaliteit van dienstverlening van de eigen advocaat is kennelijk ongegrond. Naar het oordeel van de voorzitter heeft verweerster gemotiveerd aangevoerd dat zij haar besluit om zich te onttrekken, niet lichtvaardig heeft genomen. Verweerster was van mening dat sprake was van een verstoorde vertrouwensrelatie met klager. Zij heeft dit zowel per e-mail als telefonisch ook zo aan klager uitgelegd. Daarbij heeft verweerster klager ook verwezen naar een andere advocaat en heeft zij haar bijstand aan klager pas beëindigd nadat zij bezwaarschrift voor hem had opgesteld en ingediend. Van het missen van een termijn is geen sprake geweest en het is de voorzitter evenmin gebleken dat klager op andere wijze procedurele schade heeft geleden als gevolg van de onttrekking door verweerster. Verder had verweerster aan klager bericht dat het bezwaarschrift door haar was ingediend en dat zij ook een voorlopige voorziening voor hem zou aanvragen, maar dat klager hiertoe eerst de tweede voorschotnota diende te betalen. De voorzitter acht dit een begrijpelijke mededeling. Klager had deze nota immers (kennelijk) nog niet betaald en verweerster wenste financiële zekerheid, voordat zij haar werkzaamheden voor klager zou hervatten. Dat verweerster hiermee ondermaats, danwel tuchtrechtelijk verwijtbaar zou hebben gehandeld, is de voorzitter niet gebleken en klager heeft dit klachtonderdeel ook niet nader onderbouwd.

  • ECLI:NL:TADRAMS:2025:174 Raad van Discipline Amsterdam 25-543/A/A

    Voorzittersbeslissing. Klacht over de kwaliteit van dienstverlening door de eigen advocaat is kennelijk ongegrond. Blijkens de inhoud van de correspondentie heeft verweerder gedurende een periode van ruim twee jaar veel tijd en energie gestoken in de aanhoudende stroom e-mailberichten van klager. In zijn berichtgeving aan klager heeft verweerder klager steeds duidelijk proberen te maken dat hij hem niet kon helpen bij een herzieningsverzoek nu hij daar geen heil in zag. Daarbij heeft hij klager geadviseerd om, indien hij toch een dergelijk verzoek wenste in te dienen, hiervoor contact op te nemen met een specialist op dat gebied. Hoewel de zaak een voor klager ongewenste uitkomst had, betekent dit niet dat verweerder niet heeft gehandeld met de zorgvuldigheid die van hem als een redelijk bekwame en redelijk handelende advocaat in de gegeven omstandigheden mocht worden verwacht.

  • ECLI:NL:TADRARL:2025:219 Raad van Discipline Arnhem-Leeuwarden 25-561/AL/GLD

    voorzittersbeslissing. Niet concreet onderbouwde klacht over deken kennelijk ongegrond.

  • ECLI:NL:TADRARL:2025:216 Raad van Discipline Arnhem-Leeuwarden 25-551/AL/GLD

    voorzittersbeslissing over advocaat wederpartij. Verweerder heeft als overnemend advocaat abusievelijk een onvolledig procesdossier eerste aanleg bij het gerechtshof gefourneerd. Hij mocht erop vertrouwen dat dat procesdossier van zijn cliënten in orde was. Na de ontdekking van de vergissing heeft verweerder dat meteen rechtgezet. Als partijdige belangenbehartiger mocht verweerder de standpunten en feiten namens zijn cliënten innemen zoals gedaan. Ook mocht verweerder zich ervan vergewissen, ook na de e-mail van klager, of de advocaat van klager hem nog altijd bijstond. Kennelijk ongegrond.

  • ECLI:NL:TADRSHE:2025:137 Raad van Discipline 's-Hertogenbosch 25-568/DB/ZWB

    Voorzittersbeslissing. Klacht over de advocaat van de wederpartij in alle onderdelen kennelijk ongegrond. Het was de taak van verweerster om de belangen van haar cliënt te behartigen en in dat verband in de procedure die standpunten naar voren te brengen en die stukken in het geding te brengen waarmee naar haar oordeel de belangen van haar cliënt het beste werden gediend. Dat verweerster daarbij misbruik van procesrecht heeft gemaakt of anderszins de belangen van klager nodeloos heeft geschaad, is de voorzitter niet gebleken. Dat verweerster feiten heeft gesteld waarvan zij de onwaarheid kende of behoorde te kennen is de voorzitter evenmin gebleken.

  • ECLI:NL:TADRARL:2025:217 Raad van Discipline Arnhem-Leeuwarden 25-553/AL/GLD

    voorzittersbeslissing. Het staat een advocaat vrij om een zaak te weigeren, zoals verweerder heeft gedaan. Kennelijk ongegrond.

  • ECLI:NL:TADRARL:2025:218 Raad van Discipline Arnhem-Leeuwarden 25-554/AL/GLD

    voorzittersbeslissing. Klaagster is deels niet-ontvankelijk omdat zij buiten de wettelijke driejaarstermijn heeft geklaagd. Het stond verweerder vrij om geen nieuwe zaak van klaagster aan te nemen. In zoverre is de klacht kennelijk ongegrond.

  • ECLI:NL:TADRSHE:2025:138 Raad van Discipline 's-Hertogenbosch 25-578/DB/OB

    Voorzittersbeslissing. Klacht over de advocaat van de wederpartij. Verweerder heeft een stelbrief verstuurd aan het e-mailadres van klagers tandartsenpraktijk en niet zijn persoonlijke e-mailadres. Daarin wordt geen tuchtrechtelijk verwijt gezien. Voor zover wordt geklaagd over een schending van de AVG en het veroorzaken van een datalek, is de Autoriteit Persoonsgegevens bevoegd om daarop toezicht te houden. Verweerder mocht verder uitstel vragen in de procedure bij de rechtbank. De door verweerder ingenomen stellingen zijn niet evident onpleitbaar of onnodig grievend. Onbevoegdverklaring van de raad voor zover wordt geklaagd over een schending van de AVG. Klacht voor het overige kennelijk ongegrond.

  • ECLI:NL:TADRAMS:2025:181 Raad van Discipline Amsterdam 25-054/A/A

    Raadsbeslissing; klacht over de kwaliteit van dienstverlening. Verweerder is ernstig tekortgeschoten in de behandeling van klagers zaak. Een opdrachtbevestiging en plan van aanpak ontbraken, evenals een gedegen schriftelijke vastlegging van belangrijke informatie. Klager is ruim twee jaar aan het lijntje gehouden en in al die tijd zijn slechts twee inhoudelijke brieven gestuurd aan de wederpartij. Op herhaalde verzoeken van klager om een update, volgde geen (adequaat) antwoord. Van zelfreflectie is onvoldoende gebleken. Rekening houdend met verweerders tuchtrechtelijk verleden is een onvoorwaardelijke schorsing van drie weken passend en geboden.

  • ECLI:NL:TADRAMS:2025:182 Raad van Discipline Amsterdam 25-647/A/DH/W

    Wrakingsverzoek kennelijk ongegrond.

  • ECLI:NL:TADRAMS:2025:183 Raad van Discipline Amsterdam 24-962/A/A

    Verzet ongegrond.

  • ECLI:NL:TADRAMS:2025:177 Raad van Discipline Amsterdam 25-202/A/A

    Tenuitvoerlegging van een voorwaardelijk opgelegde schorsing.

  • ECLI:NL:TADRAMS:2025:184 Raad van Discipline Amsterdam 25-279/A/A

    Raadsbeslissing; klacht over de advocaat wederpartij in een familierechtzaak. Door niet zelf te reageren op e-mails van de advocaat van de wederpartij (maar haar cliënte rechtstreeks met haar ex-partner te laten communiceren) heeft verweerster onvoldoende inspanningen verricht om te voorkomen dat er onnodig een procedure zou worden gestart en onnodig kosten zouden worden gemaakt. Dit valt verweerster te verwijten en in verband daarmee is de klacht gegrond. Tijdens de zitting is het de raad gebleken dat verweerster geen kwade bedoelingen had met haar handelwijze. Verweerster heeft meerdere malen aangegeven dat zij zich ervan bewust is dat zij anders had moeten handelen en dat zij dit in de toekomst ook zal doen. De raad ziet hierin aanleiding om geen maatregel op te leggen.

  • ECLI:NL:TADRAMS:2025:178 Raad van Discipline Amsterdam 25-104/A/A

    Raadsbeslissing. Klacht tegen de advocaat van de wederpartij. Eén klachtonderdeel wordt gegrond verklaard. Verweerder heeft zich met een bericht van 20 maart 2023 aan de rechtbank schuldig gemaakt aan ongeoorloofd napleiten waarop gedragsregel 21 lid 3 ziet. In de gegeven omstandigheden moet het bericht van verweerder worden gezien als een poging om de kantonrechter alsnog te beïnvloeden, hetgeen zich niet verdraagt met genoemde gedragsregel 21 lid 3. Waarschuwing.

  • ECLI:NL:TADRAMS:2025:185 Raad van Discipline Amsterdam 25-295/A/A

    Raadsbeslissing; ongegronde klacht over de advocaat van de wederpartij. Verweerster heeft in een klachtprocedure van klaagster tegen een zorginstelling de belangen van de zorginstelling behartigd. Daarbij heeft verweerster de grenzen van het betamelijke niet overschreden.

  • ECLI:NL:TADRAMS:2025:179 Raad van Discipline Amsterdam 25-224/A/NH

    Raadsbeslissing. Klacht tegen de advocaat van de wederpartij in een familiekwestie. Klager verwijt verweerster dat zij hem heeft weggezet als pleger van huiselijk geweld (klachtonderdeel a), dat zij ten onterechte heeft geschreven dat er drie stopgesprekken met klager zijn gevoerd door de politie (klachtonderdeel b) en dat zij de advocaat van klager heeft aangeschreven in een kwestie waarin deze advocaat hem niet bijstond (klachtonderdeel c).Alle klachtonderdelen worden ongegrond verklaard. Hoewel verweerster zich met betrekking tot de klachtonderdelen a en b genuanceerder had kunnen uitdrukken, is de raad van oordeel dat verweerster hiermee geen tuchtrechtelijke grens heeft overschreden. Ook het aanschrijven van de advocaat van klager acht de raad in het licht van de veelheid van procedures tussen partijen niet onbegrijpelijk en ook niet tuchtrechtelijk verwijtbaar.

  • ECLI:NL:TADRAMS:2025:186 Raad van Discipline Amsterdam 25-245/A/A

    Raadsbeslissing; gegronde klacht over de kwaliteit van dienstverlening. Het verwijtbaar handelen heeft betrekking op een gebrekkige en slordige communicatie, het niet nakomen van de verplichting van schriftelijke vastlegging van zaken en een onzorgvuldige onttrekking aan de zaak. Bij het bepalen van de hoogte van de maatregel is als verlichtend meegewogen dat klagers slecht bereikbaar waren. Als verzwarend is meegewogen de laconieke houding van verweerder ter zitting. Rekening houdend met verweerders tuchtrechtelijk verleden is een voorwaardelijke schorsing voor de duur van twee weken passend en geboden.