Zoekresultaten 17131-17140 van de 20282 resultaten

  • ECLI:NL:TADRSGR:2012:YA3143 Raad van Discipline 's-Gravenhage R.3923/12.57

    Dekenklacht, tegelijk ingediend met een schorsingsverzoek ex artikel 60b subsidiair artikel 60c Advocatenwet. Verweerder heeft in een bepaalde periode belangen behartigd van een cliënt in strafzaken, die eerder strafrechtelijk was veroordeeld. Verweerder is zeer nauwe banden met de cliënt aangegaan en is in een situatie geraakt waarin hij door de cliënt werd afgeperst en waarin hij zijn onafhankelijkheid als advocaat heeft prijs gegeven. Verweerder heeft zich tot de deken gewend voor raad. De klacht heeft grotendeels betrekking op handelingen die verweerder in het kader van de te nauwe relatie met de cliënt heeft verricht. De klacht behelst dat verweerder zich niet heeft gedragen zoals een behoorlijk advocaat betaamt, de gedragsregels 2, 6, 25, 29, 35 en 37 heeft overtreden en in het bijzonder dat verweerder zijn onafhankelijkheid als advocaat heeft prijs gegeven. Daarnaast wordt verweerder verweten dat hij, in het kader van het voornemen van de deken om een klacht in te dienen, in de gevoerde gesprekken niet eigener beweging de deken heeft geïnformeerd over een pand, dat verweerder in eigendom toebehoort en waarin door een huurder een sexinrichting werd geëxploiteerd. De klacht wordt gegrond verklaard voor zover het gaat om de volgende gedragingen: met de cliënt een bezoek te brengen aan een sexclub en het aldaar van die cliënt aannemen en gezamenlijk gebruiken van cocaïne; het met de pinpas van de cliënt, die gedetineerd was, pinnen van geld van diens bankrekening en vervolgens geld vanaf de privé bankrekening overmaken op de bajesrekening van de cliënt; het op verlangen van de cliënt verrichten van chauffeursdiensten voor de cliënt en diens kinderen, aan welk verlangen verweerder geen weerstand kon bieden, zodat hij zijn onafhankelijkheid heeft prijs gegeven; het in de gegeven omstandigheden niet eigener beweging aan de deken verstrekken van informatie over de (in de publiciteit gekomen) verwikkeling rond het pand dat verweerder in eigendom heeft. Maatregel: schorsing voorwaardelijk voor de duur van drie maanden.  

  • ECLI:NL:TADRSGR:2012:YA3175 Raad van Discipline 's-Gravenhage R. 3723/11.125a

    Verzet. Geen gronden aangevoerd anders dan een uitwerking en herhaling van de eerdere klacht. Verzet ongegrond

  • ECLI:NL:TADRSGR:2012:YA3156 Raad van Discipline 's-Gravenhage R. 3967/12.101b

    Handelen advocaat wederpartij. Geen sprake van tuchtrechtelijk verwijtbaar handelen. Klachtenonderdelen kennelijk ongegrond.

  • ECLI:NL:TADRSGR:2012:YA3137 Raad van Discipline 's-Gravenhage R. 3684/11.86

    De advocaat heeft nagelaten de opdracht alsmede het plan van aanpak schriftelijk aan zijn clienten vast te leggen. Dit komt voor risico van de advocaat als de clienten later betwisten dat er een dergelijk plan van aanpak is opgesteld. Voorts heeft de advocaat diverse gestelde ommissies erkend, zoals het abusievelijk niet alle bijlagen bij een processtuk te voegen, niet kan aantonen dat hij een bezwaarschrift heeft ingediend, de beslissing omtrent het ontslag van zijn cliente niet rechtstreeks aan cliente heeft doen toekomen, maar drie weken later, zodat ook dit klachtonderdeel gegrond is. Het gestelde excessief declareren heeft de raad niet kunnen vaststellen. Dit klachtonderdeel is ongegrond. Maatregel: berisping  

  • ECLI:NL:TADRSGR:2012:YA3169 Raad van Discipline 's-Gravenhage R.3812/11.214

    Verweerder heeft nagelaten een belangrijke strategische beslissing in de zaak schriftelijk aan klaagster te bevestigen. Dit komt voor risico van verweerder. Verweerder heeft ook nagelaten te bevestigen dat klaagster naar zijn mening niet in aanmerking kwam voor gefinancierde rechtsbijstand noch heeft verweerder klaagster erop gewezen dat hij haar op die basis niet bij zal staan en klaagster daar uitdrukkelijk mee heeft ingesteld. Verweerder heeft derhalve niet gehandeld zoals een behoorlijk advocaat betaamt. De klacht is gegrond. Maatregel: voorwaardelijke schorsing van vier weken met proeftijd van twee jaar

  • ECLI:NL:TADRSGR:2012:YA3150 Raad van Discipline 's-Gravenhage R. 3861/11.264

    Klager heeft verweerder benaderd met een verzoek de belangenbehartiging voor zijn dochter in een BOPZ-zaak in behandeling te nemen. Verweerder neemt kennis van het dossier, waarvan een kopie door klager op kantoor wordt afgegeven, en laat enige tijd daarna weten dat hij de belangenbehartiging, die al door een andere advocaat wordt verricht, niet overneemt. Klacht dat verweerder ondanks een toezegging daartoe klagers zaak niet met spoed in behandeling heeft genomen en dat verweerder de gemaakte afschriften van het dossier niet aan klager terug heeft gegeven. De plaatsvervangend voorzitter oordeelt dat niet kan worden vastgesteld dat verweerder een opdracht van klager tot belangenbehartiging voor diens dochter heeft aanvaard. Het was niet aan klager, maar aan zijn (meerderjarige) dochter om te bepalen of zij door verweerder wenste te worden bijgestaan. Niet gebleken van tuchtrechtelijk verwijtbaar handelen. Verzet ongegrond.

  • ECLI:NL:TADRSGR:2012:YA3163 Raad van Discipline 's-Gravenhage R. 3993/12.127a

    Uit de stukken is niet gebleken dat verweerder kennelijk onjuist is opgetreden en heeft geadviseerd, als gevolg waarvan de belangen van klager zijn geschaad of hadden kunnen worden geschaad. Klacht kennelijk ongegrond.

  • ECLI:NL:TADRSGR:2012:YA3144 Raad van Discipline 's-Gravenhage R.3923/12.57(60b)

    De deken vraagt primair schorsing ex artikel 60b, subsidiair een onderzoek ex artikel 60c. Tegelijk dient de deken een dekenklacht in. Verweerder heeft in een bepaalde periode belangen behartigd van een cliënt in strafzaken, die eerder strafrechtelijk was veroordeeld. Verweerder is zeer nauwe banden met de cliënt aangegaan en is in een situatie geraakt waarin hij door de cliënt werd afgeperst en waarin hij zijn onafhankelijkheid als advocaat heeft prijs gegeven. Verweerder heeft zich tot de deken gewend voor raadt. In dat kader zijn meerdere gesprekken gevoerd. Verweerder heeft de contacten met de cliënt verbroken. Circa 11 maanden daarna wordt het schorsingsverzoek ingediend. De raad overweegt dat vaststaat dat tegen verweerder geen klachten zijn ingediend over diens optreden als advocaat, ook niet nadat de contacten met de cliënt waren verbroken en dat niet is gebleken van feiten en omstandigheden die de conclusie rechtvaardigen dat verweerder ten tijde van de indiening van het schorsingsverzoek of daarna tijdelijk of blijvend geen blijk gaf zijn praktijk behoorlijk te kunnen uitoefenen. Het primaire verzoek wordt afgewezen. Het subsidiaire verzoek wordt niet-ontvankelijk verklaard, daar het niet is ingediend bij de voorzitter van de raad, maar bij de voltallige raad.  

  • ECLI:NL:TADRSGR:2012:YA3157 Raad van Discipline 's-Gravenhage R. 3986/12.120

    Het stond verweerder vrij zijn visie aan klager weer te geven ten aanzien van de door klager ingediende klachten. Verweerder heeft immers als taak bij het vervullen van zijn functie van deken om te trachten kennelijk niet-ontvankelijke of kennelijk ongegronde klachten zoveel als mogelijk af te doen zonder dat deze tot een procedure bij de raad leiden. Uit de stukken volgt niet dat verweerder in redelijkheid niet tot zijn oordeel is kunnen komen   Klacht kennelijk ongegrond.

  • ECLI:NL:TADRSGR:2012:YA3138 Raad van Discipline 's-Gravenhage R. 3870/12.4

    Klager heeft geen andere gronden aangevoerd in zijn verzet dan een herhaling dan wel uitwerking van zijn klacht. Verweerder heeft aangevoerd dat klagers klacht niet ziet op vermeend tuchtrechtelijk verwijtbaar handelen, maar dat klager beoogt het advies van verweerder inhoudelijk te laten toetsen. Een dergelijke toetsing moet desgewenst op basis van de geschillenregeling worden opgelost. Verzet ongegrond.