Zoekresultaten 1-50 van de 1032 resultaten

  • ECLI:NL:TADRSHE:2025:154 Raad van Discipline 's-Hertogenbosch 25-452/DB/LI

    Voorzittersbeslissing. Klacht over de eigen advocaat. Diverse verwijten over de kwaliteit van de dienstverlening en het neerleggen daarvan, de bejegening en afspraken met klagers rechtsbijstandsverzekeraar zijn kennelijk ongegrond.

  • ECLI:NL:TADRAMS:2025:206 Raad van Discipline Amsterdam 25-372/A/A

    Raadsbeslissing. Klacht over de advocaat van de wederpartij is in alle klachtonderdelen ongegrond. Er bestond voor verweerster naar het oordeel van de raad geen aanleiding om onderzoek te doen naar de herkomst, authenticiteit of echtheid van de ingebrachte leningsovereenkomst. Het verwijt dat verweerster met het inbrengen van dit stuk in de procedure bewust onjuiste informatie heeft verstrekt, faalt. Verweerster behartigde de belangen van haar cliënt toen zij de overeenkomst inbracht. Dat zij daarbij de belangen van klaagster onevenredigheid zou hebben geschaad, is de raad niet gebleken. Evenmin is het de raad gebleken dat verweerster met het leggen van het beslag de belangen van klaagster nodeloos en ontoelaatbaar zou hebben geschaad.

  • ECLI:NL:TADRAMS:2025:207 Raad van Discipline Amsterdam 25-307/A/A

    Ongegrond verzet.

  • ECLI:NL:TADRAMS:2025:208 Raad van Discipline Amsterdam 25-323/A/A 25-324/A/A

    Raadsbeslissing. Klachten over het handelen van verweerder in een andere hoedanigheid, te weten in de rol van deskundige op het gebied van sanctiewetgeving zijn ongegrond. Er is geen sprake van handelen of nalaten in strijd met hetgeen een behoorlijk advocaat betaamt. Verweerder kan ten aanzien van de genoemde uitlatingen geen tuchtrechtelijk verwijt worden gemaakt. Dat de uitlatingen van verweerder klagers onwelgevallig zijn, maakt niet dat het vertrouwen in de advocatuur is geschaad. Dat verweerder zich middels het opmaken van een verklaring ten onrechte zou hebben gemengd in de procedure of dat hij hiermee een “verborgen procespartij” zou zijn geweest, en dat hij (daarom) het vertrouwen in de advocatuur zou hebben geschaad, is naar het oordeel van de raad niet gebleken. Verweerder heeft een verklaring opgesteld omdat hierom werd verzocht. Een tuchtrechtelijk verwijt kan hem niet worden gemaakt. Het verwijt van klaagster 2 dat verweerder haar geheimhoudingsplicht op enige wijze zou hebben geschonden, kan de raad niet plaatsen. Ook hier geldt dat verweerder zijn uitlatingen heeft gedaan in zijn rol als deskundige. Niet valt in te zien waarom hij klaagster 2 hierover (vooraf) over had moeten informeren, laat staan dat hij met het nalaten hiervan de geheimhoudingsplicht van klaagster 2 heeft geschonden of het vertrouwen in de advocatuur zou hebben geschaad.

  • ECLI:NL:TAHVD:2025:223 Hof van Discipline 's Gravenhage 250360

    Klacht wordt niet verwezen. Het hof overweegt dat het indienen van een klacht tegen een advocaat die in dit geval ook deken is, niet de geëigende wijze is om de weigering van die deken om een advocaat aan te wijzen aan de orde te stellen. De weigering van de deken om een advocaat aan te wijzen kent in de Advocatenwet een zelfstandige rechtsgang, te weten het artikel 13-beklag. Klaagster is daarvan op de hoogte en kan bij het hof een dergelijk beklag indienen. Zij heeft er echter voor gekozen om dit niet te doen en in plaats daarvan een klacht tegen de deken in te dienen. Aangezien de klacht verder geen omschrijving bevat van enig handelen of nalaten van de deken op grond waarvan de tuchtrechter tot de conclusie zou kunnen komen dat tuchtrechtelijk verwijtbaar is gehandeld, ziet het hof geen aanleiding om de klacht voor onderzoek naar een andere deken te verwijzen.

  • ECLI:NL:TADRAMS:2025:205 Raad van Discipline Amsterdam 25-580/A/DH

    Raadsbeslissing. De raad stelt voorop dat mr. B de opdracht aan verweerder had gegeven tot het opstellen van een (cassatie)advies. Tussen mr. B en verweerder bestond dus een advocaat-cliëntrelatie. Verweerder hoefde daarom alleen contact te onderhouden met mr. B als zijn opdrachtgever. Het was vervolgens aan mr. B om zijn cliënt, klager, op de hoogte te stellen van de inhoud van het advies van verweerder. Dat mr. B dat (kennelijk) niet heeft gedaan, kan verweerder niet tuchtrechtelijk worden verweten. Verweerder kon en mocht zijn “quick scan”-advies opstellen zonder dat hij wist of klager hiervan op de hoogte was en hiervoor al dan niet expliciet zijn toestemming had gegeven. Klachtonderdeel a) is daarom ongegrond. Ten aanzien van het verwijt dat verweerder in een belangenconflict zou zijn geraakt, overweegt de raad dat dit alleen had kunnen spelen als klager op enig moment (ook) de cliënt van verweerder zou zijn geweest, maar daarvan is geen sprake. Verweerder diende enkel het belang van mr. B en er bestond voor hem geen enkele noodzaak laat staan verplichting om klager hierover op enige wijze te informeren. Dat klager als gevolg van het (cassatie)advies van verweerder op enige wijze rechtstreeks in zijn belangen zou zijn geraakt, valt daarom niet in te zien. Het in klachtonderdeel c) gemaakte verwijt ziet op de kwaliteit en inhoud van het advies dat verweerder aan zijn cliënt, mr. B, verstrekte. Dat klager het kennelijk oneens was met deze opdracht en de deugdelijkheid van het advies, maakt niet dat klager een rechtstreeks belang heeft bij dit klachtonderdeel. Dit klachtonderdeel is daarom niet-ontvankelijk.

  • ECLI:NL:TADRARL:2025:238 Raad van Discipline Arnhem-Leeuwarden 25-606/AL/GLD

    voorzittersbeslissing. Klaagster beklaagt zich erover dat verweerder onvoldoende heeft meegewerkt aan het bereiken van een schikking. Uit de stukken is de voorzitter gebleken dat verweerder pogingen heeft gedaan om tot een vergelijk met klaagster te komen. Zijn cliente was op enig moment niet langer bereid om verder nog met klaagster te onderhandelen. Verweerder heeft dat standpunt van zijn cliente in neutrale bewoordingen aan klaagster bericht. Kennelijk ongegrond.

  • ECLI:NL:TADRSHE:2025:152 Raad van Discipline 's-Hertogenbosch 25-414/DB/ZWB

    Raadsbeslissing. Verweerder had melding moeten maken van het contact dat hij met een bedrijf heeft gehad. Verweerder heeft de rechtbank onvolledig, en daarmee onjuist, geïnformeerd. Wel heeft hij zich voldoende ingespannen om dit bij de rechtbank aan te kaarten, nadat hij op zijn fout is gewezen. Waarschuwing.

  • ECLI:NL:TAHVD:2025:219 Hof van Discipline 's Gravenhage 250229

    Verzoek tot aanwijzing van advocaat ex artikel 13 Advocatenwet afgewezen.

  • ECLI:NL:TADRARL:2025:239 Raad van Discipline Arnhem-Leeuwarden 25-613/AL/OV

    voorzittersbeslissing. Klacht over het optreden van een deken naar de klacht van klager over een advocaat. Naar het oordeel van de voorzitter heeft verweerster met haar optreden het vertrouwen in de advocatuur niet geschaad. Klacht kennelijk ongegrond.

  • ECLI:NL:TADRSHE:2025:153 Raad van Discipline 's-Hertogenbosch 25-205/DB/LI

    Verzet gegrond, klacht ongegrond.

  • ECLI:NL:TAHVD:2025:213 Hof van Discipline 's Gravenhage 250256

    Verzoek tot aanwijzing van advocaat ex artikel 13 Advocatenwet afgewezen.

  • ECLI:NL:TAHVD:2025:220 Hof van Discipline 's Gravenhage 250355

    Beklag tegen de beslissing van de deken om geen advocaat aan te wijzen ongegrond. De deken heeft op goede gronden geweigerd te voldoen aan klagers herhaalde verzoek om hem nogmaals een advocaat toe te wijzen. De mogelijkheid de deken te verzoeken een advocaat aan te wijzen is een aanvullende voorziening voor het geval de rechtzoekende niet op eigen initiatief een advocaat weet te vinden die bereid is hem bijstand te verlenen. Bij het aanwijzen van een advocaat komt de deken een ruime beleidsvrijheid toe. De “advies-eerst-constructie” is naar het oordeel van het hof gelet op het uiteengezette kader objectief gerechtvaardigd en niet in strijd met de wet.

  • ECLI:NL:TADRARL:2025:240 Raad van Discipline Arnhem-Leeuwarden 25-520/AL/MN

    Voorzittersbeslissing. De voorzitter verklaart een klacht over de advocaat van de wederpartij kennelijk ongegrond.

  • ECLI:NL:TAHVD:2025:221 Hof van Discipline 's Gravenhage 230129H2

    Tweede verzoek tot herziening van een beslissing op grond van artikel 13 Advw niet-ontvankelijk.

  • ECLI:NL:TAHVD:2025:215 Hof van Discipline 's Gravenhage 250060

    Het betreft een klacht tegen de eigen advocaat. De raad van discipline heeft geoordeeld dat de klacht over de kwaliteit van de dienstverlening in alle klachtonderdelen ongegrond is. Klager is in beroep gekomen tegen de ongegrondverklaring. Het hof van Discipline vernietigt de beslissing van de raad voor zover daarbij klachtonderdeel a) ongegrond is verklaard, verklaart klachtonderdeel a) deels gegrond en legt aan verweerder de maatregel op van waarschuwing.

  • ECLI:NL:TAHVD:2025:222 Hof van Discipline 's Gravenhage 250209

    Ongegrond verzet tegen beslissing van de voorzitter om de klacht tegen de deken niet te verwijzen.

  • ECLI:NL:TAHVD:2025:216 Hof van Discipline 's Gravenhage 250053

    Klager heeft een klacht ingediend tegen de advocaat van de wederpartij omdat zij de rechtbank opzettelijk onjuiste informatie zou hebben verstrekt door de rechtbank in plaats van het definitieve ouderschapsplan het concept ouderschapsplan toe te sturen. De raad heeft de klacht ongegrond verklaard. Klager is van deze beslissing in hoger beroep gekomen. Het hof bekrachtigt de beslissing van de raad.

  • ECLI:NL:TADRSHE:2025:150 Raad van Discipline 's-Hertogenbosch 25-476/DB/OB/D

    Schrapping wegens het jarenlang en op zeer grote schaal misbruik maken van het systeem van gesubsidieerde rechtsbijstand en het vervalsen van vonnissen.

  • ECLI:NL:TAHVD:2025:217 Hof van Discipline 's Gravenhage 240266

    Het betreft een klacht over verweerder die door de raad deels gegrond is verklaard. De raad heeft geoordeeld dat verweerder niet helder is geweest in het maken van financiële afspraken en dat klager in de veronderstelling was gebracht dat zijn zaak door verweerder was aangenomen. De raad heeft aan verweerder de maatregel van waarschuwing opgelegd. Verweerder is van deze beslissing in hoger beroep gekomen. Het hof breidt de klacht van de raad op klachtonderdeel a) uit en verklaart klachtonderdeel a) gegrond. Net als de raad verklaart het hof klachtonderdeel b) ongegrond.

  • ECLI:NL:TADRARL:2025:237 Raad van Discipline Arnhem-Leeuwarden 24-942/AL/GLD

    Verzetbeslissing. De raad verklaart het verzet van klaagster ongegrond.

  • ECLI:NL:TADRSHE:2025:151 Raad van Discipline 's-Hertogenbosch 25-242/DB/LI

    Raadsbeslissing. Klacht van het (vermeend) slachtoffer over de advocaat van de verdachte. Vrijheid van meningsuiting in een strafrechtelijke procedure. Verweerder heeft de aan hem toekomende ruime vrijheid niet overschreden. Niet gebleken van een evident kansloos verweer. Klacht ongegrond.

  • ECLI:NL:TAHVD:2025:218 Hof van Discipline 's Gravenhage 250270

    Verzoek tot aanwijzing van advocaat ex artikel 13 Advocatenwet afgewezen.

  • ECLI:NL:TADRAMS:2025:200 Raad van Discipline Amsterdam 25-524/A/A 25-525/A/A

    Raadsbeslissing; klacht over de dienstverlening door de eigen advocaten. De zaak is behartigd met de zorgvuldigheid die van een behoorlijk advocaat mag worden verwacht. De kosten die in rekening zijn gebracht kwalificeren, afgezet tegen de verrichte werkzaamheden, niet als excessief. Verweerder is wel klachtwaardig tekortgeschoten in zijn informatieplicht (gedragsregel 16). De raad mist een overzicht van de mogelijke juridische stappen, een advisering over de daarbij behorende kansen en risico’s en een inschatting van de daaraan verbonden kosten. De klacht hierover is gegrond. Aan verweerder is een waarschuwing met kostenveroordeling opgelegd.

  • ECLI:NL:TADRAMS:2025:201 Raad van Discipline Amsterdam 25-330/A/NH

    Ongegrond verzet.

  • ECLI:NL:TAHVD:2025:214 Hof van Discipline 's Gravenhage 250082

    Klager klaagt over het feit dat verweerder niet transparant zou zijn geweest over de hoedanigheid waarin verweerder is opgetreden. De klacht houdt verder in dat verweerder in zijn communicatie met de curator in strijd met de waarheid heeft verklaard. De raad heeft over het eerste klachtonderdeel overwogen dat verweerder wel in strijd met de letter van gedragsregel 9 heeft gehandeld, maar dat zijn handelen niet onbetamelijk was als bedoeld in artikel 46 van de Advocatenwet en het daarom niet tuchtrechtelijk verwijtbaar is. De raad heeft dit klachtonderdeel dan ook – net als het tweede klachtonderdeel – ongegrond verklaard. Het hof bekrachtigt de beslissing van de raad.

  • ECLI:NL:TADRAMS:2025:202 Raad van Discipline Amsterdam 25-651/A/A

    Voorzittersbeslissing; klacht over de advocaat wederpartij in een familierechtzaak kennelijk ongegrond; verweerder hoeft als partijdig belangenbehartiger niet op alle berichten van de wederpartij te reageren als dat volgens hem en zijn cliënte niets meer bijdraagt aan het reeds gevoerde overleg. Voor het overige heeft klager zijn verwijten tegenover het gemotiveerde verweer van verweerder onvoldoende onderbouwd.

  • ECLI:NL:TADRAMS:2025:203 Raad van Discipline Amsterdam 25-652/A/A

    Voorzittersbeslissing; kennelijk ongegronde klacht over de advocaat wederpartij in een familierechtzaak. Niet gebleken is dat de oorzaak van de vertraging in de echtscheidingsprocedure is veroorzaakt door de proceshouding van verweerder.

  • ECLI:NL:TADRAMS:2025:198 Raad van Discipline Amsterdam 25-325/A/A

    Raadsbeslissing; klacht is gedeeltelijk niet-ontvankelijk vanwege overschrijding van de vervaltermijn van drie jaar (46g lid 1 onder a Advocatenwet) en verder gegrond. Verweerder had zijn declaraties met betrekking tot de uitstotingsprocedure tegen klaagster niet ten laste van de Vennootschap mogen laten komen, aangezien dit een procedure betrof tussen de aandeelhouders van de Vennootschap, waar de Vennootschap geen partij (meer) in was. Klaagster heeft door verweerders werkwijze als aandeelhouder van de Vennootschap meebetaald aan de advocaatkosten van de andere twee aandeelhouders in een procedure die tegen klaagster werd gevoerd. Verweerder heeft hiermee niet gehandeld zoals het een behoorlijk advocaat betaamt. Waarschuwing en kostenveroordeling.

  • ECLI:NL:TADRAMS:2025:204 Raad van Discipline Amsterdam 25-609/A/NH

    Voorzittersbeslissing. Klacht over de kwaliteit van dienstverlening is kennelijk ongegrond. De klacht feitelijke grondslag. Uit niets blijkt dat verweerder de belangen van de klager niet goed zou hebben behartigd of dat hij zich schuldig zou hebben gemaakt aan flessentrekkerij of oplichting.

  • ECLI:NL:TADRAMS:2025:199 Raad van Discipline Amsterdam 25-233/A/NH

    Ongegrond verzet.

  • ECLI:NL:TADRARL:2025:232 Raad van Discipline Arnhem-Leeuwarden 25-197/AL/GLD

    Verzetbeslissing. De voorzitter heeft de hoofdregel gehanteerd dat advocaten er in beginsel van mogen uitgaan dat de informatie die zij van hun cliënt hebben gekregen juist is en slechts in uitzonderingsgevallen zijn gehouden de juistheid van die informatie te controleren. De raad is van oordeel dat de voorzitter die hoofdregel terecht mocht hanteren. Hetgeen klager in verzet verder aanvoert ziet op de informatie die verweerster van haar cliënte heeft gekregen en is een herhaling van hetgeen ook al in de klacht is aangevoerd. Ongegrond

  • ECLI:NL:TADRARL:2025:233 Raad van Discipline Arnhem-Leeuwarden 25-248/AL/MN

    Verzetbeslissing. Ongegrond.

  • ECLI:NL:TADRARL:2025:234 Raad van Discipline Arnhem-Leeuwarden 25-293/AL/MN

    Raadsbeslissing. Klaagster volgt een online-cursus en wil daar mee stoppen. Ze vraagt haar geld terug. Als ze dat niet krijgt plaatst ze negatieve reviews op internet en dreigt daarmee door te gaan zolang ze haar cursusgeld niet terugkrijgt. Bij brief van de advocaat van het cursusbedrijf wordt ze gesommeerd daarmee te stoppen. De toon van die brief is stevig maar niet disproportioneel, zeker niet in het licht van de berichten die klaagster zelf heeft gezonden. Daarbij is de sommatiebrief aan haar advocaat gezonden, die deze juridisch voor klaagster heeft kunnen duiden. Bovendien is klaagster zelf advocaat en van haar mag verwacht worden ook zelf in staat te zijn de sommatiebrief op zijn juridische merites te kunnen inschatten. Klacht ongegrond.

  • ECLI:NL:TADRARL:2025:235 Raad van Discipline Arnhem-Leeuwarden 25-297/AL/OV

    Raadsbeslissing. Inspectie van een woning in een huurgeschil. Door naar de inspectie te gaan, zonder te weten of ook de advocaat van klager daarbij zou zijn, heeft verweerder het risico genomen dat hij met klager geconfronteerd zou worden zonder de aanwezigheid van diens advocaat. Niet duidelijk is geworden waarom verweerder de reactie van de wederpartij, die nog geen anderhalf uur na zijn eigen aankondiging van de inspectie is verzonden, niet heeft gezien. Juist in een zaak als deze, waarbij de verhoudingen tussen partijen kennelijk toch al gespannen waren, zou verweerder, zeker ook gelet op de korte termijn van de aangekondigde inspectie (2 dagen), zich ervan moeten vergewissen of zijn bericht is aangekomen en wat daarop de reactie is. Waarschuwing.

  • ECLI:NL:TADRARL:2025:236 Raad van Discipline Arnhem-Leeuwarden 25-428/AL/NN

    Klaagster, een stichting die juridische dienstverlening aan klanten geeft, heeft onder meer namens een klant over verweerster, de advocaat van de wederpartij van die klant, geklaagd. De raad kan, evenals de deken, niet vaststellen dat de stichting de klant in de tuchtzaak mag vertegenwoordigen. Die klant wordt aldus niet als klagende partij aangemerkt. De klachten van de stichting zelf en van een medewerker worden deels niet-ontvankelijk en deels ongegrond geoordeeld. De raad is niet gebleken dat verweerster zich onprofessioneel richting de stichting dan wel die medewerker heeft gedragen of anderszins ondeskundig, onfatsoenlijk of respectloos heeft gehandeld.

  • ECLI:NL:TADRARL:2025:231 Raad van Discipline Arnhem-Leeuwarden 25-055/AL/MN

    Verzetbeslissing. Klager heeft zijn (tweede) klacht op 8 maart 2024 ingediend bij de deken, zodat de voorzitter op grond van voormelde regel terecht heeft geoordeeld dat de klacht niet-ontvankelijk is voor zover die ziet op het handelen van verweerder van vóór 8 maart 2021. De uitzondering in lid 2 van artikel 46g lid 1 Advocatenwet is niet van toepassing. Voor het overige heeft klager inhoudelijke argumenten aangevoerd die voor de raad niet altijd goed zijn te volgen en waarvan het ook niet duidelijk is of deze betrekking hebben op de klacht tegen verweerder of zien op het geschil tussen klager met en zijn wederpartij, terwijl het beoordelingskader in verzetzaken beperkt is. Ongegrond.

  • ECLI:NL:TADRSGR:2025:206 Raad van Discipline 's-Gravenhage 25-092/DH/RO 25-093/DH/RO

    Verzetbeslissing. Geen aanleiding om te twijfelen aan juistheid van de voorzittersbeslissing. Verzet slaagt niet. De voorzitter heeft voor de beoordeling van beide klachten het juiste toetsingskader gebruikt. Ook heeft de voorzitter rekening gehouden met alle relevante feiten en omstandigheden zoals die uit de klachtdossiers blijken. Verzet ongegrond.

  • ECLI:NL:TAHVD:2025:212 Hof van Discipline 's Gravenhage 250350

    Klacht over (voormalig) deken niet verwezen. De aanstaande behandeling van de onderliggende klacht bij de Raad van Discipline is de geëigende plek om ook gerezen bezwaren tegen het dekenonderzoek naar die klacht naar voren te brengen en zonodig aan te voeren dat de tuchtrechter tot een andere conclusie zou moeten komen dan verweerster. Die procedure moet eerst worden doorlopen

  • ECLI:NL:TADRSGR:2025:213 Raad van Discipline 's-Gravenhage 25-587/DH/DH

    Voorzittersbeslissing. Klacht over de advocaat van de wederpartij een in een burengeschil deels niet-ontvankelijk vanwege tijdverloop. Klacht voor het overige kennelijk ongegrond omdat de juistheid van de klacht niet is vast te stellen.

  • ECLI:NL:TADRSGR:2025:207 Raad van Discipline 's-Gravenhage 25-122/DH/DH

    Verzet ongegrond.

  • ECLI:NL:TADRSGR:2025:201 Raad van Discipline 's-Gravenhage 25-572/DH/DH

    Voorzittersbeslissing. Klacht over de eigen advocaat niet-ontvankelijk, omdat de klacht te laat is ingediend.

  • ECLI:NL:TADRSGR:2025:214 Raad van Discipline 's-Gravenhage 25-588/DH/DH

    Voorzittersbeslissing. Klacht over cassatieadvocaat. De klacht is voor een deel niet-ontvankelijk, omdat klaagster ruimschoots na afloop van de klachttermijn van drie jaar over verweerder heeft geklaagd. De klacht is voor een deel kennelijk ongegrond, omdat van tuchtrechtelijk verwijtbaar handelen van verweerder bij het doorsturen van de aansprakelijkstelling aan zijn assurantietussenpersoon niet is gebleken.

  • ECLI:NL:TADRSGR:2025:208 Raad van Discipline 's-Gravenhage 25-194/DH/RO

    Raadsbeslissing. Klacht over belangenverstrengeling. Verweerder heeft opgetreden tegen (de moedermaatschappij van) zijn oud-werkgever. De raad is van oordeel dat verweerders optreden in dit geval de grens van het betamelijke overschrijdt. Klacht is gegrond. Geen maatregel.

  • ECLI:NL:TADRSGR:2025:202 Raad van Discipline 's-Gravenhage 25-574/DH/DH

    Voorzittersbeslissing. Klacht over de eigen advocaat in strafzaken. Klacht is deels niet-ontvankelijk, vanwege tijdverloop. Klacht voor het overige kennelijk ongegrond, nu het klachtdossier geen aanknopingspunten bevat voor de juistheid van die klacht.

  • ECLI:NL:TADRSGR:2025:209 Raad van Discipline 's-Gravenhage 25-254/DH/DH

    Raadsbeslissing. Klacht over de bijstand van de eigen advocaat in strafzaken. De klacht is in alle onderdelen ongegrond. Niet gebleken is dat verweerder klagers belagen niet adequaat heeft behartigd, dat klager onbehoorlijk is geïnformeerd of dat hij anderszins gebrekkig is begeleid. Hoewel klager op momenten langer dan gebruikelijk op een reactie heeft moeten wachten, blijkt niet dat verweerders communicatie daadwerkelijk onvoldoend was. Onbetwist is gesteld dat de communicatie op cruciale momenten wel voldoende was.

  • ECLI:NL:TADRSGR:2025:203 Raad van Discipline 's-Gravenhage 25-017/DH/RO

    Verzetbeslissing. Geen aanleiding om aan de juistheid van de voorzittersbeslissing te twijfelen. Klaagster heeft haar verzet tegen de beslissing van de voorzitter niet gemotiveerd en uit haar pleitnota kan de raad ook geen verzetgronden afleiden. De raad stelt vast dat de voorzitter bij de beoordeling van de onderdelen van de klacht de juiste toetsingskaders heeft toegepast en dat de voorzitter rekening heeft gehouden met alle relevante feiten en omstandigheden van het geval zoals die uit het klachtdossier blijken. Het verzet slaagt dan ook niet. Verzet ongegrond.

  • ECLI:NL:TADRARL:2025:229 Raad van Discipline Arnhem-Leeuwarden 25-511/AL/OV

    De voorzitter verklaart een klacht over het handelen van een deken kennelijk ongegrond.

  • ECLI:NL:TADRSGR:2025:210 Raad van Discipline 's-Gravenhage 25-275/DH/RO

    Raadsbeslissing. Klacht over advocaat van de wederpartij in een familierechtkwestie. Verweerder heeft de grenzen van het betamelijke als advocaat van de wederpartij van klager niet overschreden. Hoewel het de voorkeur had verdiend om zich minder scherp en ferm uit te drukken, is gelet op de context waarin verweerder de bewuste bewoordingen heeft gebruikt en uitlatingen heeft gedaan geen sprake van onnodig grievende bewoordingen en uitlatingen. Verweerder heeft de bewoordingen mogen gebruiken en de uitlatingen mogen doen om de standpunten van zijn cliënte naar voren te brengen en te reageren op de advocaat van klager. Klacht ongegrond.

  • ECLI:NL:TADRSGR:2025:204 Raad van Discipline 's-Gravenhage 25-050/DH/RO

    Raadsbeslissing. Klacht over de bijstand van de eigen advocaat in een geschil over afrekening van diensten. Verweerster heeft klaagster onvoldoende geïnformeerd over de te verwachten (extra) kosten van haar zaak. Zij heeft bij aanvang een kosteninschatting gegeven. Dit bleek achteraf veel te laag: al binnen elke maanden overtroffen de facturen die inschatting. Verweerder heeft klaagster op dat moment niet geïnformeerd. De door verweerster geschapen verwachtingen zijn, achteraf gezien, veel te rooskleurig geweest. Verweerder is op het punt van de financiële voorlichting tekortschoten, met als gevolg dat klaagster werd overvallen door forse kosten die zij niet had verwacht en ook niet had kunnen voorzien. Klachten over inhoudelijke kwaliteit en afhandeling van de klacht en het dossier ongegrond. Waarschuwing.